ANALYSE – In deze zevendelige serie probeert Klokwerk er vrij filosoferend achter te komen of er iets mogelijk is als een moraal zonder religie. In het vorige deel zagen we dat met het begrip “God” ieder ijkpunt, en dus ook ieder moreel ijkpunt, is verdwenen. Er is geen universele waarheid: wat kunnen we dan nog?
Als er geen absolute waarheid is, bestaat er dan helemaal niet meer zoiets als waarheid? Bestaat er dan geen gelijk?
Er zijn veel mensen die relativisme zien als het einde van alle waarden en een vrijbrief voor alles. Deze zijn zowel in het relativistische kamp als onder hun vijanden te vinden. Deze mensen menen dat door het relativisme niets meer heilig zou zijn. Zij noemen het immoreel en richtingloos. Vervolgens hijsen ze haastig één of ander gouden kalf op het voetstuk waar eens God op stond.
Moderne afgoden
In antwoord op het cultuurrelativisme roepen sommigen bijvoorbeeld hun eigen cultuur of natie tot superieur uit, om toch nog iets van een ijkpunt te hebben. Ik zal het over dat vluchtgedrag maar niet al te lang hebben, en volstaan met de opmerking dat deze kritiek natuurlijk iedere fundamentele onderbouwing mist. Zij is immers puur politiek, en niet filosofisch ingegeven. Het kan dus voor ons probleem geen antwoord zijn, ook al zouden we dat nog zo graag willen.
Andere mensen geloven weer dat de wetenschap de functie van God over heeft genomen en ons de absolute waarheid kan tonen. Hiermee geven deze mensen aan dat zij de wetenschap niet begrijpen. Niet alleen is de wetenschap zoals ik eerder al schreef waardevrij, en dus vrij van een moraal, zij is inmiddels ook waarheidsvrij. Als er één discipline is waarin men tegenwoordig beseft dat de werkelijkheid slechts een kwestie is van een hypothese die morgen weer om kan vallen en vervangen kan worden door een compleet andere, dan is dat juist de moderne wetenschap wel. Dat is ook haar kracht. De wetenschap ontleent haar waardigheid niet aan zekerheden, maar aan twijfel, en werkt niet met waarheden, maar met modellen.
Twee alternatieven die niet werken dus. Tsja, dan lijken er voor velen nog maar twee opties over. Ofwel zich verdrinken in een fataal relativisme met het bijbehorende nihilisme, dan wel te vluchten in een filosofisch egocentrisme, de intellectuele equivalent van oppervlakkig hedonisme.
Precies dat waar die religieuzen die meenden dat moraal zonder religie niet mogelijk is ons voor hebben gewaarschuwd dus.
Een andere uitweg
Gelukkig is er een andere uitweg, en is het ook in een relativistische wereld mogelijk een oordeel te vellen. Alleen de ondergrond van dat oordeel verschilt van die van het oordeel op basis van een absolute waarheid.
Wanneer noemen we iemand “gek”? Mensen zouden zeggen: wanneer iemand in een waan leeft, als hij de waarheid niet kent. Maar we hadden net gevonden dat die waarheid niet bestaat. Bestaan er daarmee ook geen gekken meer? Dat is natuurlijk onzin. Ook in een wereld zonder absolute waarheid zijn er gekken. Alleen het criterium is wat veranderd. Mensen noemen iemand “gek” als hij de capaciteiten mist om zich verstaanbaar te maken. De kern van het probleem van de gek is dus niet dat hij dingen anders ziet dan ze zijn, zijn probleem is dat zijn werkelijkheid de onze niet is.
De waarheid is daarmee nog steeds niet absoluut. Maar ze is er nog wel, als iets tussen de mensen in ligt. Er is dus geen absolute, maar een sociale waarheid.
De consequenties
In de vorige aflevering van deze serie zagen we al dat de waarheid niet los van de mens kan bestaan. Nu weten we dus dat de waarheid ook niet in onszelf kan liggen. De waarheid is immers geen ding meer van ons alleen, maar een consensus. Daarmee is de waarheid niet zozeer slechts een product van onze ervaring geworden, wat we vorige week nog konden denken, maar iets dat afhankelijk is van onze taal en onze interactie.
En deze component blijkt telkens groter dan wij denken. Uit de sociale psychologie blijkt keer op keer weer hoezeer onze ervaring van de werkelijkheid wordt beïnvloed door sociale druk en de begrippenschema’s die we hanteren, begrippenschema’s die worden vormgegeven door de taal die we spreken. Daarmee scheppen we de werkelijkheid, die gedeeld is.
Zwart gat
Tot zover deze week. Voor wie graag wat achtergrond wil weten: grofweg heb ik hier in dit stuk enkele gedachten van het postmoderne denken uiteen gezet. Heeft u het allemaal kunnen volgen? Dan moet ik u en mezelf feliciteren. Postmoderne filosofie wordt niet als erg makkelijk beschouwd. En erg lonend lijken deze inzichten voor de mensen die snel moedeloos worden nog steeds niet. Velen die hier komen hebben nog steeds eerder het idee in een diep zwart gat van onzekerheden te vallen in plaats van een helverlichte ruimte van wijsheid te betreden.
Toch is er naar Klokwerks overtuiging juist vanaf hier wel degelijk veel houvast te vinden voor een moraal. Hoe, daar komen we de volgende keer op.