OPINIE – De stelling was: D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren zullen hecht moeten gaan samenwerken om een kans te maken om in de toekomst nog mee te tellen. In een paar stukken behandelt Klokwerk het waarom, het hoe en het waartoe daarvan. In dit stuk een analyse van de koers van de drie partijen tot nu toe.
Tsja, zo’n oproep voor drie partijen om samen te gaan werken roept veel op! Lenen de programma’s van GroenLinks, D66 en de Partij voor de Dieren zich wel zo goed voor samenwerking? Wat zou zo’n strategie moeten inhouden? En is het wel zo verstandig?
Komen we nog op. Eerst even een samenvatting van de problemen van dit drietal partijen tot nu toe.
Partij voor de Dieren
De Partij voor de Dieren wordt door veel mensen niet serieus genomen. Veel van de kiezers die redelijk positief staan tegenover hun standpunten vinden hun dierengeknuffel nogal overdreven.
Maar met twee en potentieel drie zetels roeptoeteren ze al een tijdje stabiel mee. De partij van Marianne claimt daarbij dat ze erin geslaagd is om de Nederlandse politieke partijen diervriendelijker te maken, en dat lijkt wel te kloppen.
Maar er is ook een negatief effect. De partij is er net zo goed in geslaagd om de groenste partij, GroenLinks, wiens partijprogramma ze voor 99% overgeschreven lijkt te hebben, te verkleinen, terwijl de Dierenpartij zelf waarschijnlijk nooit zal regeren.
GroenLinks
GroenLinks dan. Deze partij heeft van heel wat meer dingen last dan alleen de Partij voor de Dieren. Met name van het talent zichzelf klein te houden. De afgelopen tijd hebben de GroenLinksers het helemaal bont gemaakt. Incompetente politici en bestuurders speelden rare machtsspelletjes onderling, terwijl ze politiek maakten met fatale compromissen en onzinnige standpunten, zoals en met name een bij voorbaat mislukte Kunduzmissie en het betuttelende verzinseltje om gratis glaasjes water verplicht te stellen in de horeca. Als je zo je politiek bedrijft, ga je terecht naar vier zetels.
Toch zal dit laagterecord tijdelijk zijn. GroenLinks is een partij met een behoorlijke basis, en die is echt niet zomaar weg.
Maar het probleem is groter. GroenLinks blijft voor veel mensen het imago houden van het naïeve hippiepartijtje. Ook legt GroenLinks het graag aan met de PvdA, terwijl de PvdA er met de SP juist een hobby van maakt om de groene partij als het even zo uitkomt uit te maken voor “asociaal”. Omdat GroenLinks het waagt om sociale hervormingen voor te staan.
Kijk, op die manier blijven mensen GroenLinks zien als het gekke kleine zusje van de PvdA, dat alleen mee mag spelen bij gratie van die partij. Meer dan een exotische bijschotel van de sociaaldemocraten zal GroenLinks op die manier niet worden.
Maar kiest GroenLinks niet voor de PvdA dan wordt het nog erger. Dan zien mensen GroenLinks als “verraders van links” die graag in de ruil voor macht zaken doen met het CDA en de VVD.
Zo blijf je dus die partij die in de peilingen en bij verkiezingen nooit veel meer dan tien zetels zal halen.
D66
Nou nou nou, wat stond dat kereltje Pechtold te glunderen na de verkiezingen, met zijn twee zetels winst! Toch voelde het als een teleurstelling, want de peilingen hadden tot kort daarvoor toch wat meer beloofd.
Maar laten we het eerlijk toegeven: D66 weet maar niet door te breken tot de top drie of vier, zoals de SP en de PVV dat wel hebben gedaan. Toch heeft D66 al een aantal keer geprobeerd te regeren. Helaas voor hen werden ze tijdens die pogingen steevast als een citroen uitgeknepen: ze zagen maar weinig punten uit het eigen programma gerealiseerd en hadden na het avontuur jarenlang nodig om het vertrouwen van de kiezer terug te winnen. Eigenlijk is het enige beetje-succes Paars I, maar ook dat kabinet kostte de partij al tien zetels.
D66 ontpopte zich in de afgelopen campagne weer als allemansvriendje. Met name het geslijm naar Rutte was niet om aan te zien. Vooral omdat de VVD helemaal niets van D66 moet hebben en liever voor het CDA kiest. Logisch ook, want hoewel de VVD zichzelf wel liberaal blijft noemen, zijn ze dat absoluut niet. Het verschil met de echte liberalen is goed te zien op de humanistische meetlat.
Maar toch, vrindje Pechtold mijmerde vol heimwee over Balkenende-II. Reminder: Dat was dat kabinet waarin D66 zo stelselmatig door de coalitiepartners genaaid werd dat er van de partij na de verkiezingen nog maar drie zetels overbleef. Pechtold is het kennelijk zelf alweer vergeten. Wellicht de kiezer niet?
Herkenbaarheid
Alle drie de partijen hebben moeite om herkenbaar te zijn voor de kiezer. D66 probeert het met leuzen die eigenlijk vrij inhoudsloos zijn als “anders: Ja” en “onderwijs, onderwijs, onderwijs”. GroenLinks heeft nog het naïeve geloof dat het veel kiezers trekt als je in iedere zin het woord “groen” gebruikt, en heeft grote moeite met het verdedigen van haar sociale agenda tegen linkse criticasters die denken het patent op het woord “sociaal” te hebben. De Partij voor de Dieren lijkt verder heel herkenbaar, maar haar standpunten die niet over dieren gaan kent niemand.
Verder willen die partijen zich natuurlijk ook graag onderscheiden van elkaar. Maar omdat de algemene richting die deze partijen voorstaan zo overeen komt en de verschillen tussen de programma’s met name accentverschillen zijn, krijgt de kiezer dus in een debat met name de details te zien. Dat werkt natuurlijk ook niet echt.
Wat gaan we daaraan doen, en hoe? Daarover een volgende keer.