COLUMN – Mensen proberen te dwingen, dat is vragen om moeilijkheden.
Met hand en tand verzet de Amsterdamse wethouder Andrée van Es zich tegen de plannen van Jetta Klijnsma om uitkeringsgerechtigden te verplichten vrijwilligerswerk te doen. Vrijwilligerswerk is… vrijwillig, stelt zij terecht. Het beleid van Klijnsma noemt ze kleinerend. Daarbij leidt zulk beleid tot verdringing van echte banen, met meer werkeloosheid als gevolg.
Prima. Maar onlangs bleek uit een artikel in de Volkskrant dat ook aan de behandeling van werklozen in Amsterdam het nodige schort. Mensen worden verplicht deel te nemen aan re-integratietrajecten waarin ze met name zinloosheid ervaren… en zich gekleineerd voelen.
Van Es verdedigt haar beleid door te stellen dat de trajecten geen tegenprestatie vormen, maar in het belang zijn van de personen zelf. Ze zijn gericht op het vinden van een baan. Veel mensen die ver van het arbeidsproces af staan zijn volgens haar gebaat bij het leren van ‘werknemersvaardigheden’. Daarbij hoort dat je ook dingen doet die niet leuk zijn, zoals op tijd je bed uitkomen. Zo wordt bovendien het afglijden naar een isolement voorkomen. Mensen thuis laten zitten is niet sociaal.
Prima. Maar wat zijn de ‘werknemersvaardigheden’ anno 2014 nu eigenlijk? Lees de vacaturesites er maar op na. We moeten dan met name denken aan vaardigheden als zelfstandig kunnen werken, verantwoordelijkheid nemen en pro-actief zijn.
Hoe kan dit bereikt worden onder dwang? In het dagelijkse leven mogen werkgevers hun werknemers absoluut niet zomaar korten op hun loon bij wijze van disciplinemaatregel. En gelukkig maar.
De gemeente Amsterdam dreigt echter met financiële sancties als mensen zich niet volgens de voorschriften gedragen. Burgemeester van der Laan pleitte dit weekend in Buitenhof ervoor de trajecten te verbeteren door mensen ook nuttig werk te laten doen.
Maar als dat gebeurt, wat is dan nog het verschil tussen de Amsterdamse aanpak en de aanpak van Klijnsma?
Het probleem is het dwangmatige karakter van de trajecten. Er is niets mis met het aanbieden van re-integratietrajecten aan werklozen. Ook al is er een groot gebrek aan werk, dan nog is het nuttig je tijd te besteden aan je ontwikkeling. Een opleiding dien je echter te volgen uit eigen motivatie, eventueel omwille van een beloning, maar nooit uit angst voor straf.
Iedere psycholoog kan vertellen wat de gevaren zijn van al te scheve machtsverhoudingen. Zeker wanneer voor het re-integratiewerk een stichting wordt aangesteld die daarvoor met criminelen werkte, liggen die gevaren op de loer. Bovendien wordt voorbij gegaan aan de wijze les dat aan mensen blijven sleuren de beste manier is om ze slechter te laten presteren. Het is naïef te denken dat deze psychologische wetten voor bijstandsgerechtigden niet gelden.
Mensen die vrijwillig een opleiding volgen, durven kritisch te zijn naar hun docenten. Mensen die op straffe van financiële sancties worden gedwongen een opleiding te volgen, durven dat niet. Verplichtingen en sancties maken van mensen geen kritische en leergierige leerlingen, maar willoze en bange slaven. In plaats van dat mensen geleerd wordt hun eigenwaarde terug te vinden, wordt deze hen door een dreigregime juist ontnomen.
Van Es verkoopt haar beleid met mooie motieven. Helaas maakt zij de fout de illusie te koesteren dat niet de mensen zelf, maar de overheid het best kan bepalen wat goed voor hen is.
Dat dit zou leiden tot de door de Volkskrant beschreven misstanden, daar konden we op wachten.