COLUMN – Deze week keert ook Klokwerk zich tegen het idee van de supergemeenten.
Als er toch één minister is met een hoofdpijndossier, dan is het Ronald Plasterk wel. In een jaar tijd heel Nederland opnieuw inrichten: Ronald mag het doen. En een mooie start maakt hij daarbij niet. Vooral toen het kabinet aankondigde dat de ideale gemeente niet kleiner zou moeten zijn dan 100.000 mensen bleek het huis te klein – in plaats van dus de gemeenten.
Op zich heeft die massale verontwaardiging wel iets vreemds. Onlangs werden onder vol gejuich immers de deelraden nog weggestemd. Breed was men het erover eens dat zo’n bestuurlijke laag maar onnodig is. Maar de deelraden van Amsterdam gaan over gemiddeld 160.000 mensen. Dat is vier keer zoveel inwoners als in de gemiddelde Nederlandse gemeente nu.
Hypocriet als de verontwaardiging dus mag zijn, op gemeenten van honderdduizend tot een miljoen inwoners zitten er niet veel te wachten. Logisch, in de gemeenten spelen namelijk ook discussies over bijvoorbeeld de inrichting van een straat. Als dit soort discussies voortaan door grote superorganen moeten worden afgehamerd zie ik de politiek er niet beter op functioneren. Dichterbij de burger komt de politiek daarmee niet. Integendeel. En paradoxaal genoeg was dat juist de reden voor de herindeling.
Maar het belangrijkste doel van de beoogde reorganisaties was bezuinigen. Of dat op deze manier gaat lukken? Hoogst twijfelachtig. Reorganisaties kosten in eerste instantie alleen maar geld. Daarna is het maar afwachten of het inderdaad zoveel efficiënter werkt. De winst dreigt in dit geval teniet te worden gedaan door de extra kosten aan bureaucratie die een grotere organisatie nu eenmaal met zich meebrengt. Onderzoek wijst dan ook uit dat gemeenten na een fusie eerder meer dan minder gingen kosten.
Ook is er het gevaar dat de supergemeenten het Amsterdamse model gaan volgen. Momenteel zijn in de hoofdstad namelijk doodleuk zeven “bestuurlijke commissies” in de maak, die in veel zaken verdacht veel op de deelraden lijken. Het lijkt dus alsof er heel wat gebeurt, maar in praktijk verandert er bijna niets.
Hervormen van bovenaf, het blijft een moeilijke opgave. Dat lijkt Plasterk inmiddels ook te beseffen. Hij begint dan ook langzaam van strategie te veranderen. Hervormen gaat het best van onderaf, stelt hij nu. Het is niet zo heel erg als een gemeente die 100.000 inwoners uiteindelijk niet haalt, over het geld valt te praten, en het rijk gaat niet voor de gemeenten bepalen hoe ze moeten werken.
Prima beloftes, maar nu doorpakken, ome Roon. Haal een definitieve streep door dat domme idee van die onzalige supergemeenten. Tenslotte heb je al je energie nodig voor het gelazer met de provincies. Maak het jezelf daarom gemakkelijk, geef de huidige gemeenten gewoon die extra taken erbij die je ze had toebedacht en reken de bezuiniging door. Hoe de gemeenten daar vervolgens mee omgaan is helemaal aan hen zelf: door te fuseren, door op punten gewoon samen te werken, of door het toch op kleine schaal aan te blijven pakken, dat mogen ze dan helemaal zelf bepalen daar onderop.
En dan maar hopen dat die kleine gemeenten die taken inderdaad zoveel beter oppakken dan de provincie. Natuurlijk, er zullen dingen misgaan. Maar dat gebeurt dan tenminste maar in één kleine gemeente, in plaats van dat door middel van dwaze superplannen de organisatie van heel Nederland de soep in wordt gedraaid.