Het motorblok uit elkaar

Het is geen dogma dat het zogenaamde ‘motorblok’, VVD, CDA en D66, gaat regeren met een bereidwillige vierde partner. Er zijn echter twee alternatieven die zeker na het mislukken van de vorige poging minstens zo geloofwaardig zijn.

Motorblok op zoek

Het zogenaamde ‘motorblok’ is op zoek naar een partner. De combinatie van VVD, D66, CDA en een vierde partner, de wens van vooral Rutte, lijkt in de media zo vanzelfsprekend, dat andere combinaties eigenlijk niet serieus genoemd worden.

De combinatie van dit drietal met GroenLinks is nu reeds onderzocht. Dat bleek één brug te ver. Natuurlijk is D66 de partij die dit het meest betreurt. In een kabinet met VVD en CDA is het voor D66 namelijk uitkijken. Het vorige kabinet met die twee partijen was voor D66 geen succesnummer: alle D66 punten werden als het puntje bij paaltje kwam genegeerd, en D66 kreeg de schuld van guur rechts beleid waar de achterban zich onvoldoende in herkende. Na Balkenende II hield D66 3 zetels over.

Een herhaling daarvan is te vermijden door een linksere partner het kabinet in te trekken, die D66 enerzijds kan helpen met het afdwingen van nog enigszins progressief beleid, en verder als bliksemafleider kan functioneren. Niet voor niets doet Pechtold nadat Klaver zijn hielen lichtte nu een beroep op Roemer.

Verder lezen Het motorblok uit elkaar

Sjoerdsma, Karabulut, Westerveld

Vlak voor de verkiezingen licht Klokwerk graag 3 kandidaten van 3 partijen uit, en zet ze in het zonnetje.

Strategisch stemmen?

In mijn voorlaatste column gaf ik een overzicht van het politieke spectrum, en betoogde ik dat wie echt snakt naar verandering in de politiek, het best strategisch kan stemmen op GroenLinks of de SP.

Veel mensen reageerden daarop helemaal niet strategisch te willen stemmen. Strategisch stemmen lijkt deze verkiezingen een beetje ‘uit’. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de vorige verkiezingen, waar veel mensen strategisch op de VVD en de PvdA stemden, om respectievelijk links en rechts uit de regering te houden. Daags na de verkiezingen bleek de rivaliteit tussen de beide partijen verdwenen als sneeuw voor de zon, en er volgde een kabinet waardoor naar mijn analyse vooral de linkse strategische stemmer het hardst genaaid werd. En dat terwijl een alternatief op links zeer goed mogelijk was geweest. Verder lezen Sjoerdsma, Karabulut, Westerveld

Angst voor Islamisering

Islamisering is veruit het beste te bestrijden met een linkse agenda.

Ervaring met de islam

Mijn laatste artikel begon ik met een omschrijving van de woede van veel kiezers. Van sommige lezers kreeg ik de reactie: je bent in je omschrijving de angst voor de Islam vergeten. Dat was echter niet het geval. Ik wilde simpelweg omschrijven waar zowel linkse als rechtse kiezers zich het meest zorgen om maken. En dat is nu eenmaal niet de Islam.

Sommige lezers hebben mij toen, en ook eerder wel, toegebeten ‘een blinde vlek’ voor de problemen met de Islam te hebben. Dat verwijt werp ik verre van mij, en de mensen die mij kennen zullen weten waarom. In een opiniestuk in Trouw schrijft Jannah Loontjens:

“Sommigen zijn van mening dat linkse idealisten de problemen in migrantenwijken relativeren, omdat zijzelf toch nooit in die buurten komen. Maar ik heb de ervaring dat het omgekeerde waar is. Mensen die vreemdelingen vrezen, hebben vaak amper met immigranten te maken.”

Dit strookt ook vaak met mijn ervaring. Ik hang uit nieuwsgierigheid nogal vaak op PVV fora rond, daar krijg ik dan vaak te horen: je moet maar eens in Amsterdam West gaan kijken. Ik kan dan terugzeggen dat ik in de jaren 90 vijf jaar lang in Bos en Lommer gewoond, en tien jaar lang in de weekenden gewerkt heb tussen de gastarbeiders. Mijn discussiegenoten blijken dan vaak in een wit dorp te wonen, hun hele leven al.

Verder lezen Angst voor Islamisering

Stemmen voor verandering

Stemmen voor echte verandering in Den Haag: hoe dan?

Woede naar het establishment

Er heerst woede onder veel kiezers. Er is steeds minder baanzekerheid, verhuizen is voor veel mensen onbetaalbaar en de woningmarkt zit op slot. Op de handen aan het bed in de zorg wordt flink bezuinigd, terwijl bestuurders in de zorg steeds meer verdienen.

Er is ook angst voor de veranderingen op het wereldtoneel. Angst voor de harde woorden uit Washington, Moskou en Ankara. Angst voor de oorlogen om Europa heen, die alleen maar lijken te zijn begonnen voor geld en macht, en voor de vele vluchtelingen die deze opleveren.

Er is terechte woede naar de Europese Unie, die maar niet weet te reageren op de bedreigingen van vandaag de dag. De Europese Unie, die als een autist het vernietigende bezuingingsbeleid blijft opleggen aan de lidstaten, ook al wordt de economische misère daar alleen maar groter van.

Mensen voelen zich verraden door politici in Den Haag en Brussel, die hun oren liever laten hangen naar financiële instellingen dan naar werknemers, en mensen in een afhankelijke positie. Verraden door politici die meer aan de inhoud van hun eigen zakken en die van hun vriendjes in het bedrijfsleven denken dan aan het belang van burgers.

Het is tijd voor verandering, toch? Zeker. Maar hoe? En met wie? We gaan de partijen af.

Een kabinet met de PVV?

Wilders profiteert van de bovengeschetste woede. Veel mensen zien in de PVV de partij die radicaal breekt met de zittende politiek.

Er zijn dan ook maar weinig partijen die met Wilders willen regeren. Als Wilders wil regeren, dan kan dat waarschijnlijk alleen maar in een kabinet met de VVD, en eventueel de SGP en de Ouderenpartij. Ik denk zelf echter dat Geert Wilders geen regering gaat willen vormen. Wat Wilders in ieder geval wil is zo groot mogelijk worden, want groot zijn betekent geld en invloed. Maar laten we eens kijken wat er zal gebeuren als de PVV bovengenoemd kabinet zou vormen:

Er vanuit zo’n kabinet strenge taal komen naar asielzoekers, naar allochtonen, en naar Brussel. Tot wezenlijk ander beleid zal het echter niet komen. Want de strengheid die Wilders en ook Rutte voorstaan, is in realiteit ofwel al lang staand beleid, ofwel in praktijk niet mogelijk zonder internationale verdragen af te zeggen. En zover zullen de partners van de PVV het niet laten komen.

Dit rechtse kabinet zal op economisch vlak en op het dossier Europa verder de VVD-lijn gaan volgen: bezuinigen, en zoveel mogelijk dwarsliggen in Brussel, zodat er uiteindelijk zo min mogelijk verandert. Dit is met name goed voor de bestuurlijke en financiële elite die deze wereld bestuurt, de natuurlijke belangengroep achter de VVD. Het rechtse geluid is daarmee een bliksemafleider voor het huidige beleid, om de collectieve sector uit te kleden ten gunste van de internationale handel.

In het geval van een rechts kabinet gaat er naar ik vrees dus niet veel veranderen in dit land. Wat Trump in de VS doet is het voorland van wat in Nederland zal gebeuren onder Wilders: de sociale zekerheid wordt versneld afgebroken ten gunste van het wild om zich heen graaiende grootkapitaal, terwijl de aandacht afgeleid wordt door relletjes met de media en over de ruggen van vluchtelingen.

Verder met de VVD

Maar wat wil de VVD? Rutte wil doorregeren, en heeft daarvoor zoveel mogelijk partijen nodig die net links of net rechts van hem zitten. Dat rechtse kabinet zoals boven geschetst zal Rutte waarschijnlijk minder goed bevallen, omdat hij niet zoveel zin zal hebben in het oplossen van alle relletjes die dat met zich mee zal brengen. Liever gaat Rutte verder op de manier waarop hij nu bezig is.

In dat geval dumpt hij de PVV na de verkiezingen, en probeert hij met partners die zo dicht mogelijk bij hem liggen een meerderheid te vormen. Denk dan in ieder geval aan het CDA en D66. Die combineert hij desnoods met de grootste winnaar op links, welke hij zo van de andere linkse partijen zal willen isoleren. Rutte III zal op die manier niet veel verschillen van Rutte II.

Het verraad van de PvdA

Interessant is de rol van de PvdA. Vorige keer won Samsom de linkse kiezer te elfder ure voor zich, toen hij één maand voor de verkiezingen alle winst voor de neus van Roemer weg wist weg te kapen.

De PvdA bleek voor de linkse kiezer echter een slechte kaart om op te wedden. Samsom zelf was na de verkiezingen van de aardkloot verdwenen, en zijn PvdA heette niet meer dan een minimale correctie op het neoliberalisme van Rutte. In praktijk was het zelfs nog erger: de PvdA vormde geen correctie maar een katalysator van het afbraakbeleid van de VVD. Bewindslieden als Dijsselbloem, Asscher en Klijnsma betekenden voor de linkse kiezer een nog grotere ramp dan de VVD zelf. Dijsselbloem draaide de Grieken de nek om. Asscher en Klijnsma veranderden de sociale zekerheid verder in een vernietigende bureaucratische moloch van dwang en strafboetes, en verhoogden de drempel tot de uitkeringen.

Verwonderlijk? Nee. Dit had de kiezer kunnen verwachten. Dit is namelijk sinds de jaren 90 altijd al de lijn geweest van de PvdA: steeds verder bezuinigingen op zorg en sociale zekerheid, en slechts een correctie te willen zijn op een steeds voortdenderende neoliberale agenda van steeds verdere privatisering. Tijdens iedere regering met de PvdA is de bijstand strenger geworden, is het ontslagrecht verder uitgehold, is er meer geprivatiseerd, en meer bezuinigd op de zorg. Als de kiezer gedesillusioneerd is, en praat over ‘het verraad van links’, dan is dat de schuld van de PvdA.

Links wordt buiten de macht gehouden

Niet alleen op inhoudelijk vlak, ook op strategisch vlak is de PvdA buitengewoon schadelijk geweest voor linkse partijen. De PvdA heeft namelijk bewust altijd de andere linkse partijen van de macht weggehouden. Wouter Bos heeft in 2006 geen serieuze moeite gedaan een regering te vormen met de SP en andere partners: hij ging in een kabinet met het CDA en de ChristenUnie. Samsom heeft in 2012 een alternatief voor regeren met Rutte zelfs niet eens onderzocht, terwijl dat getalsmatig zeker mogelijk was, en een dergelijke coalitie wél had kunnen steunen op een meerderheid in de eerste kamer: het bleek het onderzoeken niet waard.

Het resultaat is dat GroenLinks en de SP de enige gevestigde partijen zijn die nooit hebben geregeerd. Alle andere gevestigde partijen hebben ooit op het pluche gezeten. Zelfs Wilders mocht een keer meedoen. Maar GroenLinks en de SP zijn altijd buiten de macht gehouden.

Een andere koers met de SP

Maar dat kan dit keer zomaar anders worden. De kans daarop is het grootst als de PvdA een nog hardere klap gaat krijgen dan nu wordt verwacht. Wanneer de PvdA zodoende geen rol van betekenis meer speelt, geeft dit kansen aan anderen. Dit kon wel eens de beslissende beweging worden tijdens deze verkiezingen: dat de twee grote outsiders in de politiek, de SP en GroenLinks, eindelijk de kans krijgen mee te regeren.

Wat willen de SP en GroenLinks? We kijken eerst naar Roemer. Zijn kansen op regeringsdeelname lijken nog klein. Maar hij heeft de troefkaart in handen dat hij zegt nooit zullen regeren met Rutte. Dit is voor hem een gerieflijke uitsluiting. Hij weet immers dat Rutte de SP zelf als laatste als partner zal uitkiezen om mee te regeren. Maar juist dat maakt dat een stem op Roemer de ultieme anti-Rutte stem, en dat kan voor veel kiezers uiteindelijk een aantrekkelijke optie blijken te zijn.

Klavers keuze

Maar om de SP te laten regeren in een kabinet zonder Rutte, is er voldoende ‘massa’ nodig om een centrum-linkse meerderheid te kunnen vormen. Het ziet er op dit moment naar uit dat een kabinet-met-Roemer alleen zou kunnen lukken met partners als GroenLinks, de PvdA (nog steeds), D66 en het CDA.

De vraag is of deze partijen na de verkiezingen liever zullen gaan regeren met Roemer (waarschijnlijk op de zijbank), of met Rutte (waarschijnlijk als premier). Jesse Klaver is de enige van de lijsttrekkers van die partijen die een coalitievoorkeur uitgesproken heeft. Hij wil na de verkiezingen met D66, de SP, en eventueel de restanten van de PvdA, een links blok vormen om daarmee te gaan onderhandelen met CDA en CU.

Dat gaat een harde kluif worden, want CDA en D66 zullen waarschijnlijk eerder kiezen voor Rutte dan voor de SP. Maar met voldoende stemmen zullen GroenLinks en de SP als blok het CDA en D66 kunnen dwingen een andere keuze te maken.

De sprong naar die positie is niet al te groot. Wanneer GroenLinks en de SP vanaf de huidige dertig zetels in de peilingen nog met tien zetels weten te groeien, vormen zij samen een blok waar voor een-meerderheid-zonder-Wilders niet omheen te werken is. Deze groei kan dan ten koste gaan van PvdA, en waar GroenLinks nog kan profiteren van de Partij voor de Dieren en Denk, profiteert de SP ten koste van 50+ en Wilders.

Een centrum-links kabinet

Wat voor beleid zal zo’n centrum links kabinet gaan voeren? Wat er uit zo’n mix van partijen gaat komen is altijd moeilijk te zeggen, maar laten we kijken naar waar de ambities van die partijen liggen.

GroenLinks en de SP zullen eisen dat het eigen risico in de zorg naar nul gaat, en de zorgpremie wordt gefiscaliseerd. Er komt geen nationaal zorgfonds, maar de marktwerking in de zorg wordt teruggedraaid en de macht van verzekeraars en bestuurders in de zorg wordt zwaar ingeperkt. Er komt een veel meer ontspannen beleid voor de bijstand, waarbij bezuinigd wordt op controleambtenaren, in plaats van op uitkeringsgerechtigden.

Daarbij zullen Klaver en Pechtold elkaar vinden als het gaat om belastinghervorming. Er komen hogere belastingen voor internationale ondernemingen, op vervuiling en voor grotere vermogens, en minder belasting op arbeid. Kolencentrales gaan sluiten, en de gaswinning gaat omlaag. Autorijden wordt duurder per kilometer, maar goedkoper in het bezit. Openbaar vervoer wordt gestimuleerd, en daardoor komen er minder files.

D66 zal daarbij haar winst willen pakken op de dossiers buitenland en Europa, maar daarin haar gemene deler moeten vinden met de SP. Het resultaat? In de EU zal eindelijk een heel ander geluid uit Nederland te horen zijn. In plaats van neoliberale hardliners die Nederland altijd naar Brussel stuurde, zal er een stem komen voor verregaande democratisering van de Europese Unie, en voor schuldensanering. Buitenlandse relaties worden met het oog op de mensenrechten opnieuw onder de loep genomen, en Nederland zal pleitbezorger worden voor het versneld van de olie en het gas afgaan van de EU, om meer onafhankelijk te worden van Rusland en het Midden Oosten.

Het CDA zal haar winst pakken in de vorm van douceurtjes voor gezinnen en de landbouw, en hervormingen van het softdrugsbeleid en het bijzonder onderwijs blokkeren. Feitelijk is zij de conservatieve rem op dit kabinet. Met de SP zal het CDA zich echter hard maken voor een beter armoedebeleid, met name voor ouderen. En alle partijen zullen de nadruk willen leggen op een inclusieve samenleving, als antwoord op het kabaal van Wilders. Dit kabinet zal dus waarschijnlijk ook duidelijk optreden tegen discriminatie.

Misschien ben ik wat rooskleurig nu, maar u begrijpt, na het hardvochtige beleid van steeds maar verder privatiseren en bezuinigen van het afgelopen kabinet, en eigenlijk alle kabinetten daarvoor sinds Paars, snak ik naar dit centrum-linkse en vooral progressieve kabinet. Het is tijd voor een nieuwe koers.

Strategisch stemmen voor verandering

De strategische kiezer die wil stemmen voor verandering, stemt dus niet op de PVV. Bent u economisch rechts, maar vindt u dat échte ondernemers en hardwerkende burgers beloond mogen worden in plaats van het luie grootkapitaal? Dan stemt u D66. De kans dat u daarmee een VVD regering steunt is dan weliswaar erg groot, maar dat wordt dan in ieder geval een regering zonder de PVV, en waarschijnlijk een stuk eerlijker dan de huidige regering. Want hoe economisch rechts D66 ook mag zijn, als het gaat om mensenrechten, justitie en eerlijke handel valt er op deze partij weinig aan te merken.

Voor de linkse kiezer is er meer keuze. Een stem op één van de vele kleintjes op links, op de Partij voor de Dieren, Artikel 1 of Denk, gaat echter helaas niets veranderen aan hoe dit land geregeerd wordt. En een stem op de PvdA was en is naar ik vrees een stem op het neoliberale beleid van de VVD. Deze verkiezingen zet ik daarom graag in op SP of GroenLinks. Want het is tijd voor een nieuwe koers.

Dit artikel verscheen eerder op Sargasso.nl en op Joop.nl.

SP: ga terug naar een eigen sociale agenda

Om te kunnen groeien moet de SP het luie populisme de rug toekeren

De deal van Rutte

Nu Rutte op het punt staat het verdrag met Oekraïne te ondertekenen ruikt de oppositie bloed. De PVV, GeenStijl, maar ook de SP spreken schande, en menen dat ‘de democratie wordt vermoord’. Op de fora roeren de boosburgers zich weer op gelijke wijze.

Rutte daarentegen vindt dat hij de Nee-stem wel degelijk serieus heeft genomen. Hij heeft naar eigen zeggen geluisterd naar de inhoudelijke argumenten van de Nee-campagne, en de volgende vijf zaken in een juridisch bindende verklaring bij de EU-partners afgedwongen:

– Geen EU-lidmaatschap voor Oekraïne
– Geen extra geld naar Oekraïne
– Geen plicht tot militaire samenwerking
– Controle over het toelaten van werknemers
– Blijvende aanpak van corruptie

Ik heb eerlijk gezegd nooit enige waardering voor Rutte zijn politiek op kunnen brengen, maar los van of we tevreden zijn met de resultaten, kan ik toch niets anders dan respect tonen voor de moeite. Inderdaad zijn dit de voornaamste redenen die telkens weer te horen waren in het Nee-kamp om tegen te stemmen. Dat hij dit door alle presidenten van de EU heeft kunnen laten ondertekenen verraadt toch in ieder geval diplomatiek talent.

Verder lezen SP: ga terug naar een eigen sociale agenda

Weg met de Zorgverzekeraars?

De SP en het comité Nationaal Zorgfonds koppelen een hele hoop punten aan hun voorstel die er feitelijk niet zoveel mee te maken hebben, en die ook zonder een reorganisatie te behalen zouden zijn. Makkelijker zelfs.

De SP en het comité Nationaal ZorgFonds pleiten voor het afschaffen van de zorgverzekeraars en het oprichten van een nationaal zorgfonds. Maar is zo een ingrijpende reorganisatie in het zorgstelsel wel nodig?

Geloof in marktwerking
Het blinde geloof in marktwerking, althans de altijd helende kracht daarvan, is een hardnekkige ziekte in de Nederlandse politiek. Met name voor de VVD en D66 is marktwerking nog steeds het toverwoord als oplossing voor alle kwalen.

De SP hangt echter de tegengestelde religie aan. Vandaar dat de SP al een tijdje terug voorstelde de zorgverzekeraars te collectiviseren, en onder te brengen onder één overheidsorgaan. De centrale gedachte hierachter is dat ‘de zorg geen markt’ is, en dat zorgverzekeraars niet op patiënten horen te verdienen.

Het plan krijgt steun van veel artsen, en het comité Nationaal Zorgfonds haalde inmiddels meer dan honderdduizend handtekeningen op. Volgens een enquête ziet 60 procent van de kiezers het idee wel zitten. Een reden te meer voor de SP om aan te kondigen hier de komende campagne flink op in te zetten, en het ook weer terug te laten keren tijdens de algemene beschouwingen. We zullen het idee de komende tijd dus zeker nog wel eens horen noemen.

De zorg is geen markt
Veel mensen zien het voorstel zitten, omdat zij menen dat er geen winst gemaakt mag worden op de Zorg. Zij zijn kwaad op het idee dat Zorgverzekeraars dividend uit zouden keren aan hun aandeelhouders, die rijk worden over de ruggen van zieke mensen. Wat zij echter niet weten, is dat Zorgverzekeraars nu al geen winst uitkeren aan aandeelhouders. Dat hebben zij onderling afgesproken, en bovendien heeft de politiek dat voor een aantal jaren ook afgedwongen. Er is bovendien een voorstel in de maak om dit permanent af te dwingen. Een goede zaak lijkt mij. Maar er was dus geen reorganisatie voor nodig om dit te regelen.

Verdienmodel
Misschien vragen lezers zich nu af: als een Zorgverzekeraar geen winst mag uitkeren, wat is dan het belang voor de zorgverzekeraar? Wat is het verdienmodel? Om dat de begrijpen moeten we iets meer weten van grote organisaties.

Grote organisaties bestaan voor een groot deel voor het salaris dat ze uitkeren. Op zich is dat niet verkeerd: werk mag beloond worden. Maar om het allemaal redelijk te houden moet er dan wel sprake zijn van een redelijk loongebouw. En daar valt nog veel op te winnen, want zorgverzekeraars kennen een waterhoofd aan management en keren astronomisch hoge salarissen uit aan de top.

Verder hebben de Zorgverzekeraars veel meer geld in kas dan wettelijk is vereist. Waarom is dit gunstig? Omdat de zorgverzekeraar meer winst genereert als speculatiemaatschappij dan als Zorgverzekeraar. Kapitaal rendeert, als het goed wordt belegd in ieder geval.

De zorgverzekeraar heeft dus een belang in de hoge salarissen aan vooral de top van het loongebouw, en het hoog houden van het rendement, ook als dat laatste wordt bereikt door het niet-spenderen van het geld aan zorg, maar het onderhouden van een hoge algemene reserve. En daar zit het probleem. En dit is wat de SP en het comité Nationaal Zorgfonds willen aanpakken door te collectiviseren.

Meer winstpunten
Daarnaast geven zij meerdere redenen aan. Volgens hen betekent het onderbrengen van de activiteiten van zorgverzekeraars bij een overheidskantoor een grote besparing op de bureaucratie. Artsen en andere zorgverleners krijgen de zeggenschap terug over wat voorgeschreven wordt, patiënten mogen niet meer worden geweigerd, er komt een breder basispakket, en wordt er bezuinigd op reclamekosten en verplichte reserves. Bovendien houdt het plan ook in dat het (verplicht) eigen risico wordt afgeschaft, waardoor mensen minder zorg gaan mijden. De patiënt mag geen boete krijgen op ziek zijn, en de volksgezondheid wordt hierdoor sterk verbeterd. Doordat mensen eerder behandeld worden, vallen de totale behandelkosten wellicht zelfs eerder lager uit dan hoger zonder eigen risico.

Met dit voorstel wordt de zorg kortom toegankelijker, breder en goedkoper. Dat klinkt goed. Maar moeten we daarvoor een Nationaal Zorgfonds oprichten, en is een Nationaal Zorgfonds ook een garantie dat al die bovenstaande winstpunten behaald worden?

De macht van de arts
Laten we eens beginnen met het punt dat artsen en andere zorgverleners de zeggenschap zouden “terugkrijgen”. Het probleem is: die zeggenschap hebben zij nu al in hoge mate. Dit kan verbeterd worden, maar daarvoor hoeven de commerciële zorgbedrijven per se niet samengevoegd en onder de overheidsparaplu geparkeerd te worden. Want andersom is het zo, dat ook een nationaal zorgfonds net zo goed de fout kan maken om teveel op de stoel van de arts te gaan zitten.

Het geven van meer macht aan de arts kan dus wetmatig geregeld worden, zonder dat daar een grote reorganisatie als een collectivisering voor nodig is. Misschien is het zelfs wel veiliger de macht bij de arts terug te leggen zonder Nationaal Zorgfonds, zodat de overheid ook niet in de verleiding komt die macht weer terug te nemen in tijden van bezuinigingen.

Keuze, bureaucratie en het eigen risico
En dit geldt ook voor vrije keuze voor zorgverleners en een verbreding van het basispakket. Dit zijn dingen die prima en vrij simpel wetmatig te regelen zijn. Het verbod voor zorgverzekeraars om mensen te weigeren op basis van leeftijd of zorgverleden, is bijvoorbeeld nu al van kracht. En het basispakket is de afgelopen jaren alleen maar uitgekleed, maar het kan ook verbreed worden. De politiek kan al deze zaken kortom zonder problemen wetmatig regelen, zonder daarvoor grote reorganisatie van het hele zorgstelsel te beginnen.

En dat geldt ook voor het afschaffen van het verplichte eigen risico. Dat verplichte eigen risico is de afgelopen jaren steeds weer omhoog gegaan. Maar dat is een politieke keuze, en heeft met de vraag wie administreert, zorgverzekeraars of een zorgfonds, niet zoveel te maken.

En dan verder de bureaucratie: zorgverzekeraars vragen steeds meer te administreren en vooral uren te verantwoorden. Maar dat is een fout die een Nationaal Zorgfonds ook kan maken. Kijk maar naar het UWV en de sociale diensten: die overheidsdiensten zijn bepaald niet gespeend van de administratieziekte, integendeel.
De SP en het comité Nationaal Zorgfonds koppelen kortom dus een hele hoop punten aan hun voorstel die er feitelijk niet zoveel mee te maken hebben, en die ook zonder een reorganisatie te behalen zouden zijn. En makkelijker.

Het UWV van de Zorg?
Het enige échte voordeel van het SP-voorstel dat ik zie, is dat er geen geld meer verspild zou hoeven worden aan reclame voor zorgverzekeraars. Maar hier komt gelijk ook hét grote gevaar van het SP-voorstel om de hoek kijken: de keuzevrijheid voor de zorgverzekeraar wordt opgegeven. En dat kan met een disfunctionerend en arrogant overheidsorgaan uiteindelijk verdomd vervelend worden. Volgens mij zit namelijk niemand te wachten op een ‘UWV van de Zorg’, met een site die net zo goed werkt als werk.nl.

Naar mijn idee is ook dit voordeel veel simpeler te bereiken, zonder daarvoor heel zorgland overhoop te trekken: de overheid zou kunnen bepalen dat zorgverzekeraars geen reclame meer mogen maken, en dat klanten alleen nog maar kunnen kiezen via onafhankelijke vergelijkingssites, die ook maar een beperkte vaste marge per overstapper zouden mogen maken.

Een dure grap?
Maar belangrijker is de besparing die de SP voorziet. Rekent de partij zich niet onterecht rijk? Er zijn in Nederland vier zorgverzekeraars die samen vrijwel de hele markt in handen hebben. Het schaalvoordeel waar de SP het over heeft is daarmee gering.

De SP wil de collectivisering aangrijpen om de Europese eisen aan reserves van zorgverzekeraars te omzeilen, en deze inboeken als eenmalige meevaller. Dat is natuurlijk echter eenmalig, en mij lijkt het dat deze meevaller hard nodig is, want een ingrijpende reorganisatie van het zorgstelsel zal naast chaos zeer hoge kosten met zich meebrengen. En waarvoor? Heel veel van de zaken die de SP bepleit zijn werkelijk prachtig, en zouden wat mij betreft meteen wettelijk geregeld mogen worden. Maar daar is zoals gezegd geen reorganisatie voor nodig.

Veel makkelijker
Het voorstel van de SP en het comité Nationaal Zorgfonds is kortom sympathiek, maar de voordelen van dit voorstel zijn naar ik meen veel simpeler zeker te stellen, met veel minder risico, en veel goedkoper. Ik denk dan aan de volgende maatregelen:

1. Afschaffen van het eigen risico: niet de patiënt maar de arts en de financier houden de kosten in de gaten (dit punt wordt door meerdere partijen in de verkiezingsprogramma’s voorgesteld).
2. Een sterke verbreding van het basispakket, waarmee de solidariteit weer meer in het stelsel komt.
3. Een salarisplafond voor zorgverzekeraars, en een afgedwongen eerlijke verdeling in het loongebouw (geen management-waterhoofd).
4. Naast een minimale reserve komt er ook een maximale reserve voor zorgverzekeraars, zodat premies ook echt voor de Zorg worden aangewend, en de zorgverzekeraars niet voor speculatiemaatschappij gaan spelen.
5. Een verbod op het maken van reclame door een zorgverzekeraar. Klanten mogen enkel kiezen via vergelijkingssites, die verplicht zijn informatie over alle zorgverzekeraars op te nemen, en neutraal te presenteren.

Dit zijn allemaal voorstellen die een volgend kabinet binnen een jaar kan realiseren, op voorwaarde dat de VVD dan niet in het kabinet zit, want met name deze partij streeft al jaren precies het tegengestelde na. Er is voor bovenstaande maatregelen echter enorme reorganisatie nodig, terwijl alle wensen van de SP worden ingewilligd. En bovendien is het veel makkelijker om voor dit lijstje politiek draagvlak te kweken.

Fiscaliseren
Daarbij zou ik nog een zesde punt willen voorstellen, dat in de vergezichten van de SP en het comité Nationaal Zorgfonds helaas (nog) niet voorkomt: de zorgpremie zou geheel of in ieder geval voor een veel groter gedeelte dan nu via de belastingen opgebracht moeten worden (nu is dat gedeeltelijk het geval). GroenLinks doet in haar verkiezingsprogramma en eerder wel voorstellen daartoe.

De zorgtoeslag kan met zo’n forse verlaging verdwijnen, en zo verdwijnt ook een enorme hoop bureaucratie van overheidswege, waardoor nu heel veel mensen in de problemen komen. Het aantal mensen dat ondanks de zorgtoeslag de zorgpremie niet kan betalen (of gewoon domweg niet betaalt) is de afgelopen jaren namelijk dramatisch gestegen, en dit draagt bij aan de toch al volledig uit de klauwen lopende schuldenproblematiek in dit land. Daarbij is het niets dan zinloos rondpompen van geld. Als de overheid de zorg uit belastinggeld financiert, is die administratieve draak in één keer verdwenen.

Idealen en praktijk
Laat ik helder zijn: als de zorg momenteel via een Zorgfonds geregeld zou zijn, zou ik ook zeker geen privatisering bepleiten. Het SP-geloof achter dit voorstel: de overheid doet het altijd beter dan de markt, is uiteindelijk net zo onzinnig als de omgekeerde stelling. Dergelijke reorganisaties zijn ideologisch ingegeven, terwijl de winstpunten veel makkelijker te organiseren zijn. Overheidsorganen zijn niet per se beter dan commerciële organen en vice versa. Het zit hem in de regels en beperkingen die beide krijgen opgelegd.

Het voorstel van de SP is zeker sympathiek, maar andere partijen zullen zich hier niet aan willen branden. En of de SP zelf ook daadwerkelijk de verantwoordelijkheid voor een dergelijke reorganisatie aan zou durven in een eventueel eerste SP-kabinet, vraag ik mij eerlijk gezegd sterk af. Het zou mij dan ook niets verbazen als de SP al lang heeft ingecalculeerd dat dit voorstel de onderhandelingen voor een SP-kabinet sowieso niet zullen overleven. Laten we dan maar hopen dat de SP en andere partijen de goede punten van dit voorstel niet zullen vergeten, en begrijpen dat die winstpunten ook veel eenvoudiger gerealiseerd kunnen worden. Want het zorgstelsel kan inderdaad veel en veel beter.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Etnisch profileren: een groot probleem

Etnisch profileren door politieagenten is nog veel structureler dan gedacht. Dat blijkt uit een onderzoek van Brandpunt naar interne politierapporten. De korpsen hebben grote moeite het probleem aan te pakken: de agenten zelf willen niet. Toch is het ondanks de weerstand heel belangrijk dat dit voortvarend wordt aangepakt.

Verder lezen Etnisch profileren: een groot probleem

De VVD als schulden-koning

De pavlovreactie van de VVD inzake schulden legt haar eigen kortzichtigheid en inconsequentie pijnlijk bloot. Iedereen in de schulden, lijkt haar doel te zijn.

Vliegentharts idee

De Amsterdamse SP-wethouder Arjan Vliegenthart komt met het volgende idee: laat de gemeente de schulden van mensen in de financiële problemen overnemen van overheidsdiensten. De schuldenaar heeft vervolgens aan de gemeente de schulden af te betalen in plaats van aan de andere (verschillende) overheidsdiensten, zoals het Centraal Justitieel Incassobureua, DUO, het UWV en de belastingdienst.

Waarom? Volgens Vliegenthart kan de gemeente de schuldenaar veel meer maatwerk bieden. Er is dan sprake van één schuldeiser, één loket, en daarmee kan ze het geld beter terugvorderen, waarbij ook beter rekening gehouden wordt met de positie van de schuldenaar.

Vliegenthart in NRC: “Wij bieden ze één loket: voor de incasso’s, de hulpverlening en om mensen aan het werk te helpen. Als het nodig is, kunnen ze bijvoorbeeld een tijdje uitstel van betaling krijgen. Het wordt menselijker en je biedt perspectief. Daar krijg je minder huisuitzettingen van en minder kosten voor de maatschappelijke opvang.”

De VVD zegt Nee

Dit lijkt mij, in een samenleving waarin door overheidsbeleid het aantal huishoudens in de problematische schulden stijgt naar een miljoen, een briljante maatregel. Minder mensen komen in de problemen, en uiteindelijk is er zelfs meer kans dat het geld terugkomt. Maar de VVD is tegen. Waarom? Verder lezen De VVD als schulden-koning

Laffe paniekzaaierij over pensioenen

“Klijnsma heeft onze pensioenpotten aan Europa verraden! Al ons spaargeld verdwijnt binnenkort naar het buitenland, en dat in een proces van één dag!”

Met dit soort gejank wierpen de bloedhonden van GeenStijl zich daags na de Brexit op de voor hen kennelijk onbegrijpelijke Europese pensioenrchtlijn. Vele rechtse blogjes volgden. Maar ook het CDA voert een soortgelijke campagne, en de SP doet vrolijk mee. Veel van mijn linkse vrienden trappen erin en delen de klacht op de sociale media. Maar wat is er aan de hand?

De klachten

De klachten zijn helder. Onze pensioenen worden aan Europa verkocht. In een dreigende richtlijn wordt bepaald dat onze pensioenen de markt opgegooid worden. Deze richtlijn, die zonder enige aankondiging uit de donkerste krochten van de EU werd opgeboerd, werd slinks op de dag dat iedereen vol was van Brexit naar de kamer gestuurd: binnen één dag beslissen aub, tekenen bij het kruisje.

De eurofiele makke schapen van VVD, PvdA, GroenLinks en D66, die stemden natuurlijk weer braaf voor. Maar CDA, PVV en SP komen als vanouds weer op voor uw belangen, en voeren nu campagne op de sociale media. Te laat natuurlijk, maar het is belangrijk dat u weet door wie u verraden wordt: er komen immers verkiezingen aan volgend jaar.

Verder lezen Laffe paniekzaaierij over pensioenen

De bezem door alle woonsubsidies: Meer woningbouw en eerlijke woonlasten voor iedereen

Het plan van de PvdA voor de sociale woningbouw is een typisch staaltje ‘too little too late’. Dit plan kan zoveel beter. Een analyse van de problemen op de Nederlandse huizenmarkt, en wat hieraan te doen.  

Woonakkoord

De verkiezingen komen er weer aan, en afgelopen week kwam de PvdA met een plan om de kiezer te paaien als de partij die out of the blue het hele huurwoningenstelsel wil veranderen.

Ik waardeer de poging, maar enig cynisme is hier wel op zijn plaats. Door het drie jaar terug gesloten woonakkoord tussen PvdA, VVD, D66, ChristenUnie en SGP werd immers de situatie op de markt voor sociale huurwoningen ernstig verslechterd. Woningcorperaties werden gedwongen hun woningen te verkopen, te bezuinigen op het bouwen van woningen, of de huur te verhogen – en dat laatste mocht dan alleen op zo’n manier dat de toch al zo geringe doorstroming op de markt van sociale huurwoningen verder geblokkeerd werd.

Verder lezen De bezem door alle woonsubsidies: Meer woningbouw en eerlijke woonlasten voor iedereen

Negatieve inkomstenbelasting: beter dan een basisinkomen?

Een negatieve inkomensbelasting kan voordelen van een basisinkomen combineren met voordelen van ons huidige sociale stelsel

Ieder mens heeft recht op het bestaansminimum. Geen enkel mens zou honger moeten lijden, zich zorgen moeten maken om onderdak, of met onbetaalde rekeningen moeten zitten omdat het geld er gewoon niet is. Als dit niet goed geregeld is, dan is dat niet alleen slecht voor deze mensen zelf, het jaagt ook de samenleving op kosten. Want armoede kost geld. Daar zal in Nederland anno nu misschien niet iedereen het mee eens zijn, maar de overgrote meerderheid wel. En toch krijgen we het in onze welvaartsstaat niet voor elkaar.

Verder lezen Negatieve inkomstenbelasting: beter dan een basisinkomen?

Politiek Kwartier | Rutte op ramkoers

Rutte heeft geen tijd voor experimenten. Hij ligt op ramkoers om met zijn marktwerking de kredietmaatschappij te laten groeien. Alternatieven lijken er nauwelijks te zijn.

Begrip voor de Grieken valt nog ver te zoeken. Terwijl hen door de EU wars van ieder democratisch proces een programma door de strot wordt gedouwd dat heel de Griekse samenleving down the drain jaagt, worden zij door het NOS Journaal afgeschilderd als onrealistische gekkies die eindelijk een keer normaal moeten gaan doen.

Wie echter naar het programma van Syriza kijkt ziet een partij die niets anders voorstaat dan de sociale voorzieningen zoals die hier in West Europa al decennialang geregeld zijn, met een gezond pacifistisch randje.

Het Spaanse “Podemos” wordt in de media afgeschilderd als Syriza II. Het is een mooie tweede editie. Waar Syriza nog haar basis heeft in de oude communistische beweging en zich gedraagt als klassieke sociaal-democraten, pleit de in het sociale verzet en de universitaire wereld gewortelde Podemos voor een nieuwe verzorgingsstaat, en schuwt niet een term als het basisinkomen te gebruiken.

Beide partijen stellen een ander economisch beleid van de EU voor, waarbij opvallend is dat ze beide wel uitgesproken voor de EU zijn. Zij willen dat in Brussel democratischer wordt, zodat politici gedwongen worden eerst te denken aan de bevolking, en daarna pas aan de banken. Dat spreekt die lui daar in het Zuiden klaarblijkelijk aan.

Waarom hebben wij eigenlijk niet zo een partij? Verder lezen Politiek Kwartier | Rutte op ramkoers

Van Marx naar een basisinkomen

Het denken van Marx verschilt op een paar punten essentieel van het latere socialisme. Dit verschil biedt bij uitstek aanknopingspunten voor de discussie over het basisinkomen.

Waar de naam van Marx valt, moeten veel mensen meteen denken aan het communisme: het systeem van een overheid met ijzeren greep waarin het individu vermorzeld wordt. Er is in Nederland dan ook geen enkele partij van belang waarvan het kader zich graag met Marx associeert.

Behalve één: de SP. Binnen deze partij wordt Marx nog vaak geciteerd, en veel analyses van de partij baseren zich op klassiek-socialistische uitgangspunten zoals de klassenstrijd. Deze uitgangspunten worden ook gebruikt bij het recente verzet van de SP tegen het idee van een basisinkomen.

Basisinkomen

Nu de huidige sociale stelsels aan alle kanten onder druk staan is de discussie over het basisinkomen in Europa en Nederland weer helemaal terug. Aangejaagd door blogs als eerst Sargasso en daarna de Correspondent nemen inmiddels gevestigde politieke partijen het geluid over, meestal via de achterban.

De congressen van D66 en de PvdA hebben ondertussen opgeroepen tot het nemen van proeven met een basisinkomen. Bij GroenLinks zijn het lokale afdelingen die dit punt agenderen, uit onvrede met de huidige ingewikkelde en improductieve bijstandsregelingen. In Groningen en Nijmegen roepen de fracties op tot het doen van experimenten met een basisinkomen. Bij de achterban van GroenLinks leeft dan ook van oudsher veel sympathie voor dit idee.

Reactie van de SP

De SP reageert hier echter volkomen anders op. In het kaderblad ‘de Spanning’ noemt het Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt het basisinkomen een verwerpelijk voorstel. Zijn belangrijkste argumenten ontleent hij aan het marxisme: het basisinkomen ondermijnt volgens hem de arbeidersstrijd, en het zou de vakbeweging bedreigen.

Ulenbelt schetst vervolgens een schrikbeeld van een basisinkomen dat te laag zou zijn om van rond te komen. Hij bespreekt daarbij alleen het meest rechtse model van een basisinkomen: één waarbij alle aanvullende loondoorbetalingsverzekeringen worden afgeschaft.

Maar wat als het basisinkomen nu wél hoog genoeg is om van rond te komen? En wat als het basisinkomen wél aangevuld wordt met andere verzekeringen? Het zou consequent zijn als Ulenbelt dit idee zou omarmen. In plaats daarvan maakt hij in zijn artikel echter een ideologische ommezwaai van 180 graden. In dat geval, stelt het Tweede Kamerlid, komen mensen hun bed niet meer uit. Kortom: mensen zijn volgens Ulenbelt alleen maar te motiveren door geld. Ze moeten dus geprikkeld worden door de angst voor deprivatie.

Met socialisme heeft dit denkbeeld niets meer te maken. Feitelijk komt dit van een heel andere ideologie, een die juist binnen de SP het meest verfoeid wordt: de ideologie van de vrije markt. En niet alleen is dit een rare ideologische draai, het gaat ook tegen de bestaande wetenschappelijke kennis in.

Proeven met vormen van een basisinkomen wijzen juist uit dat een gegarandeerd inkomen op het bestaansminimum zonder voorwaarden mensen eerder prikkelt dan demotiveert. Waarom dit zo is, zou voor iemand met enig psychologisch inzicht overigens niet zo moeilijk zijn om na te gaan. De mens is immers eerder gulzig dan lui. Maar zeer weinig mensen nemen genoegen met een leven in extreme soberheid.

De SP gaat echter verder, en daar toont ze zich wel weer klassiek-socialistisch. Impliciet noemt Ulenbelt de mensen naast lui ook nog eens incompetent. Hij interpreteert het basisinkomen als ‘mensen genadeloos aan de kant zetten’. Met andere woorden: als er geen overheid is om mensen verplichte trajecten op te leggen, dan wordt het nooit wat met ze. Dit is precies het uitgangspunt van ons huidige sociale stelsel.

Problemen met sociale zekerheid

Met dit sociale stelsel, daar zijn alleen nogal wat problemen mee. Het systeem dwingt mensen zonder werk tot het schrijven van nutteloze sollicitaties voor banen die er niet zijn, dwingt ze in trajecten die hun effectiviteit nooit hebbenkunnen bewijzen, en laat ze tegenwoordig zelfs onder dwang werk opknappen onder het minimumloon, waardoor de werkloosheid weer verderstijgt. Het steeds uitbreidende bureaucratische systeem deelt willekeurig strafkortingen uit, bijvoorbeeld aan wie zich niet als een zogenaamde modelburger kleedt, terwijl eigen initiatief wordt afgestraft.

Een en ander begint al bijzonder veel kenmerken te vertonen van het schrikbeeld van het communisme. Uiteraard ziet de SP die problemen ook wel. Als oplossing komt Ulenbelt in zijn artikel echter met voorstellen die zo mogelijk nog ‘communistischer’ aandoen: laat de belastingdienst alle gegevens koppelen en zo de uitkeringen en toeslagen automatisch berekenen en uitbetalen. Daarnaast moet de overheid banen regelen en mensen tewerkstellen en moeten de uitkeringen omhoog. Conclusie: privacy en eigen initiatief zijn niet belangrijk. Verder heeft de SP geen antwoord op het probleem van de armoedeval.

Alternatieven

Hier dient GroenLinks zich als vrijzinnige partij mijns inziens te onderscheiden van de SP, door te kiezen voor meer fundamentele alternatieven. Daarbij kan de filosofie van Marx verrassend genoeg steun bieden.

Op deze site is al uitgebreid aangestipt dat de filosofie van Marx meer inhoudt dan alleen een oproep tot klassenstrijd. Marx geeft een messcherpe analyse van de verhouding tussen arbeid en kapitaal, en weet de vinger precies op de zere plek te leggen van het uitgangspunt van een eeuwig doorgroeiende economie die drijft op speculatie.

Maar er is meer. Marx verschilt ook wezenlijk van zijn socialistische volgelingen. Over de concrete inrichting van zijn ideale maatschappij zegt Marx niet zoveel, maar in tegenstelling tot de communisten en de sociaaldemocratie geloofde Marx heilig in eigen initiatief. Marx meende dat het volk zichzelf moet verheffen. Het idee van een overheid die individuen disciplineert en activeert komt dan wel voor in het communisme, Marx zou het een gruwel zijn geweest.

Dialectiek

Daarnaast was Marx een leerling van de filosoof Hegel, die het dialectische model van these-antithese-synthese in de filosofie introduceerde. Hegel paste dit model toe bij zijn analyse van de historische ontwikkeling van de geest, Marx paste dit vervolgens toe op zijn analyse van de economie. Misschien kunnen we die analyse met de kennis van nu nog verder extrapoleren.

Na het leven van Marx mondde de strijd tussen het klassieke kapitalisme (these) en socialisme (antithese) uit in de sociaal-democratie (synthese). De zogenaamde Verelendung werd geremd, maar crises bleven bestaan. De synthese bracht daarbij weer nieuwe problemen met zich mee: een betuttelend en bureaucratisch systeem dat mensen beknot en beperkt.

Een systeem dat bovendien een groot deel van de sociale zekerheid laat lopen via de werkgever, waardoor werknemers alsnog van die werkgevers afhankelijk blijven en mensen zonder vast contract minder sociale rechten hebben. Een systeem dat met name werkverschaffing betekent voor juristen, en waarin het vinden van werk vanuit een uitkering financieel wordt afgestraft middels het stopzetten van die uitkering. Een systeem dat er bovendien niet in slaagt om economische zelfstandigheid te bevechten voor mensen die geen kostwinner zijn.

Daarop ontstaat nu gelukkig een nieuwe antithese: de roep om een ander systeem, dat simpeler is, helder, transparant, mensen in hun waarde laat en maximale vrijheid geeft voor eigen initiatief. Een systeem dat deze verbeteringen combineert met gelijke basisrechten en financiële autonomie voor iedereen. Een sociaal systeem waar kortom een vorm van een basisinkomen onderdeel van is.

Volgens mij draait Marx zich om in zijn graf wanneer zelfverklaarde socialisten een dergelijk systeem afwijzen. Het wordt tijd dat GroenLinks het voortouw neemt en alternatieven formuleert voor huidige regelingen van de sociale zekerheid. Een gegarandeerd basisinkomen met zo weinig mogelijk voorwaarden kan hierbij het uitgangspunt zijn.

(Dit artikel verscheen in januari 2015 voor De Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks.)

Politiek Kwartier | Weg met de zorgverzekeraars?

COLUMV – Voor de verbetering van de zorg is een ingrijpende reorganisatie zoals de SP bepleit niet nodig.

Het blinde geloof in marktwerking is een hardnekkige ziekte in de Nederlandse politiek. Met name voor de VVD en D66 is marktwerking nog steeds het toverwoord als oplossing voor alle kwalen.

De SP hangt echter de tegengestelde religie aan. Vandaar dat het SP kamerlid Renske Leijten deze week voorstelde de zorgverzekeraars te collectiviseren en onder te brengen onder één overheidsorgaan.

Volgens Leijten betekent dit een grote besparing op de bureaucratie, krijgen artsen en andere zorgverleners de zeggenschap terug over wat voorgeschreven wordt, mogen patiënten niet meer worden geweigerd, komt er een breder basispakket, en wordt er bezuinigd op reclamekosten en verplichte reserves.

Klinkt goed. Maar is dat wel zo? Verder lezen Politiek Kwartier | Weg met de zorgverzekeraars?

Politiek Kwartier | Ulenbelt en de socialistische strijd van gisteren

Hoe de SP blijft strijden met de socialistische agenda van gisteren. 

Het idee van het basisinkomen is in Nederland en Europa sterk aan populariteit aan het winnen. Zo niet bij de SP. In het kaderblad voor SP’ers noemt SP’er Paul Ulenbelt het zelfs een verwerpelijk voorstel, of in SP-termen: een ‘neoliberaal idee’.

Ulenbelts belangrijkste argument: het basisinkomen ondermijnt de klassenstrijd en zou de vakbeweging bedreigen. Hiermee toont Ulenbelt zich een Marxistisch denker. En in zekere zin klopt het wat hij zegt. Niets is slechter voor de revolutie dan tevreden mensen. In een samenleving waarin basisrechten gegarandeerd zijn en de sociale zekerheid laagdrempelig en toegankelijk is, is geen klassenstrijd meer nodig, en ook geen duur betaalde juristen van de vakbeweging meer.

Ulenbelt schetst vervolgens in zijn artikel een schrikbeeld van een basisinkomen dat te laag zou zijn om van rond te komen. Verder bespreekt hij alleen het meest ‘rechtse’ model van een basisinkomen: één waarbij alle aanvullende loondoorbetalingsverzekeringen worden afgeschaft. Verder lezen Politiek Kwartier | Ulenbelt en de socialistische strijd van gisteren

Politiek Kwartier | Een nieuwe sociale zekerheid

Het voorstel van de werkgevers voor de sociale zekerheid afgelopen maandag was behoorlijk revolutionair, maar heeft vrij weinig aandacht gekregen. Nederland is duidelijk nog niet klaar om na te denken over een nieuw systeem van sociale zekerheid. Helaas.

Afgelopen maandag stelde werkgeversvereniging AWVN voor om verzekeringen tegen werkloosheid en pensioensparen verplicht te stellen voor alle werkenden> Dus ook voor flexwerkers en zzp’ers.

Een bijzonder revolutionair voorstel. De hele sociale zekerheid zal hiervoor hervormd moeten worden. Het huidige sociale stelsel voor loondoorbetaling bij ontslag, ouderdom en ziekte is namelijk geregeld via de ontslagbescherming en het contractloon. Voor flexwerkers en vooral zzp’ers gaat dit in praktijk niet werken, want die hebben geen contract.

Om dit voorstel te laten werken zullen de WW en het pensioen voor alle werknemers veranderd moeten worden, of liever gezegd: plaats moeten maken voor andere regelingen, die qua premie en uitbetaling niet kijken naar het contract en de ontslagprocedure, maar naar – bijvoorbeeld – schommelingen in het jaarloon.

En dat lijkt mij een veel eerlijkere regelingen, omdat gelijke behandeling veel meer centraal staat. Bovendien zal het tot een grote versimpeling van de WW kunnen leiden. Een transparanter en toegankelijker systeem, met veel lagere juridische kosten en uitvoeringskosten.

Een uitdagende gedachte dus. Zeker gezien de ideeënarmoede bij politieke partijen op dit vlak. De tweedeling op de arbeidsmarkt baart de politiek wel zorgen, maar het enige antwoord dat in Den Haag op links en rechts wordt verzonnen is pogingen doen om mensen weer terug in een vaste baan te drukken. Wie dan toch nog buiten de boot valt, en uit eigen keuze of gedwongen voor een flexbaan kiest, kan bij de politiek op weinig medelijden rekenen. Integendeel, hij kan rekenen op een overheid die vooral barrières opwerpt.

Cynisch genoeg komt dit beleid juist vooral bij linkse partijen vandaan. De SP en de PvdA concentreren zich in het sociale zekerheidsdebat volledig op het verdedigen van de rechten van de ‘haves‘ op de arbeidsmarkt: het vaste contract en de WW. D66 en Groenlinks zeggen meer op te komen voor flexwerkers, maar D66 heeft het te druk met haar samenwerking met eng-christelijk en het kabinet om zich nog druk te maken over hun rechten, en GroenLinks is duidelijk nog niet uit haar identiteitscrisis, gezien ook haar steun aan Asschers wetgeving tegen zzp’ers.

Daarnaast zijn de vakbeweging en zzp-organisaties duidelijk de weg kwijt. Zij reageren aarzelend op de plannen van de werkgevers. ‘Werkloosheid en kortdurende ziekte horen wel bij het ondernemersrisico’, meent FNV Zelfstandig. ZZP Nederland echo’t dat er nog wel ‘ruimte voor het ondernemerschap’ moet blijven.

Hoe krijg je het je strot uit. Alsof zzp’en alleen aantrekkelijk zou zijn voor mensen die zo graag de ondernemer uithangen: grote onzin. En alsof iemand alleen zou kunnen ondernemen als hij onverantwoordelijke risico’s met zijn eigen sociale zekerheid neemt. Ronduit bizar dat deze neoliberale onzin door werknemersorganisaties klakkeloos wordt nagepapegaaid.

Werkgevers komen met dit plan, omdat ze beseffen dat armoede de consumptie remt en dus ook hen treft. Waarom zijn linkse groeperingen en vakbonden dan zo weerspannig tegen dit pleidooi tegen armoede? Omdat ze begrijpen dat ze met een simpeler sociaal stelsel zelf minder functie en dus bestaansrecht hebben? Geen idee. Maar het blijft opmerkelijk dat we voor een progressief links geluid ter verbetering van de sociale zekerheid tegenwoordig kennelijk bij de werkgeversorganisaties moeten zijn.

Politiek Kwartier | Dwangarbeid is dwangarbeid

COLUMN – De verontwaardiging van Dennis Boutkan bij het woord dwangarbeid laat precies zien hoe de PvdA haar begrip van arbeidsverhoudingen verloren heeft.

‘Schandig en verwerpelijk’. Zo typeert de Amsterdamse PvdA’er Dennis Boutkan in het Parool de gewoonte van de SP om verplicht werken voor een uitkering te betitelen als ‘dwangarbeid’.

Het antwoord volgde enkele dagen later. Volgens de SP en de FNV is ‘dwangarbeid’ precies het goede woord. Dwangarbeid is arbeid tegen iemands wil, onder dreiging van straf. En het gaat hier om gedwongen werk onder dreiging van het wegtrekken van het laatste vangnet. Duidelijk toch?

Maar… met de term dwangarbeid verwijst de SP naar de tweede wereldoorlog, huilt Dennis. Die associatie lijkt mij echter vooral voor rekening van Dennis. Ga niet je tegenstander een tekort aan ‘historische verantwoordelijkheid’ verwijten als je zelf met de Godwin in de discussie komt, Dennis.

Vervolgens begin Dennis in zijn stuk te zwammen over zijn eigen vakantiebaantjes. Dat was ook niet-leuk werk! Dennis meent dat hij daardoor juist veel geleerd heeft over werkverhoudingen.

Deze Arbeids- en Organisatiepsycholoog moet misschien dan maar weer even terug naar de schoolbanken. De werkverhoudingen van de re-integratietrajecten zijn immers fundamenteel anders dan die bij betaald werk. Dat is nu juist het probleem.

Ten eerste is er het verschil in loon. Van het minimumloon krijgt de ‘re-integrerende’ maar de helft zien. Ten tweede is er een groot verschil in machtsverhoudingen. Of dacht Boutkan nu werkelijk dat een baas in Nederland het recht heeft zijn personeel willekeurig tot 30% op het loon te korten bij wijze van disciplineringsmaatregel? Kom nou. We leven niet meer in de 19e eeuw.

Trots kraait Dennis dat het Amsterdamse beleid er wél voor gezorgd heeft dat 4150 mensen zijn uitgestroomd uit de bijstand. Een claim die hij onmogelijk hard kan maken. Aan te vechten valt hij wel. Het is echt niet aan te tonen dat die mensen zonder die trajecten niet waren uitgestroomd. Tien procent uitstroom is daarbij nou ook niet echt een enorm aantal.

Daarbij komt dat gedwongen werkzaamheden óf verdringing van echte banen inhouden, óf nutteloos zijn. Die verdringing zal Dennis vast ontkennen – heel toevallig dat werklozen vaak werkzaamheden uitvoeren die net een paar jaar terug zijn wegbezuinigd – het nutteloze zal hij verdedigen door te stellen dat de re-integratietrajecten wél leerzaam zijn. Maar uit onderzoek van een onafhankelijke partij blijkt dat de betrokkenen daar zelf een hele andere mening over hebben.

“Het is belangrijk dat mensen weer arbeidsfit worden”, beweert Dennis, hiermee meegaand in de idiote gedachte dat werkloosheid een soort ziekte is. En de sociale dienst is dan een soort dokter, ziet u.

Hier klinkt het geloof in door dat werklozen hun werkloosheid vooral aan zichzelf te wijten zouden hebben. Zeker waar de overheid zelf door bezuinigingen en ‘gratis’ arbeid de werkloosheid doet oplopen is deze stelling gewoon onbeschoft.

Dat er slechts één partij is die niet mee wil gaan in de hedendaagse Newspeak en het beestje gewoon bij naam noemt is de échte schande. De brief van Boutkan is hét bewijs dat het helemaal zo gek nog niet is dat de PvdA in Amsterdam even aan de kant gaat staan. Laat die partij vooral even herbronnen op de betekenis van het woord arbeid, en het werk vooralsnog overlaten aan haar gekke socialistische zusje. En dat dan het liefst zeer binnenkort ook landelijk, a.u.b.

Politiek Kwartier | Het sociaal liberale midden

De combinatie van D66 en de SP levert precies die standpunten op die GroenLinks en de PvdA continu verraden.

Ik moest even twee keer in mijn ogen wrijven bij het uitkomen van het Amsterdamse regeerakkoord. Vooraf had ik geen enkel vertrouwen in de combinatie van de partijen D66, SP en VVD. Wat schetst echter mijn verbazing toen Jan Paternotte van D66 een college presenteerde met bijzonder sociaal-liberaal akkoord.

De SP bleek het onderste uit de kan te hebben gehaald bij zorg en zekerheid. Steun aan uitgeprocedureerde illegalen, meer geld voor armoede en thuiszorg, en het onzalige idee voor nog meer marktwerking in de zorg wordt verlaten. Amsterdam is van iedereen, maar op het sociale vlak nog het meest van de SP.

D66 wint ondertussen doordat de bezuinigingen op cultuur worden teruggedraaid, er komt meer vrijheid in het onderwijs, er wordt fors geïnvesteerd in het OV, de 24-uurseconomie wordt gestimuleerd en de gemeente gaat nog weed verbouwen ook.

Het meest positieve en onverwachte is echter dat onder dit college een einde komt aan de dwangtrajecten voor uitkeringsgerechtigden zoals die opgelegd werden door de Amsterdamse voormalige wethouder van Es van GroenLinks.

Van Es zette zich linksom af tegen het landelijke beleid van tegenprestaties voor een uitkering, rechtsom kwam haar beleid op bijna hetzelfde neer: onder dwang werden werklozen verplicht te werken. Het verschil was dat enerzijds geen verdringing van echte banen plaatsvond, anderzijds leidde de illusie dat de overheid werklozen zou moeten opvoeden tot volstrekt zinloos werk, waarmee de mensen zich niet geholpen maar gekleineerd voelden.

Waar GroenLinks zich landelijk afzet tegen betutteling van werklozen, kon ze kortom lokaal niet verzinnen hoe het beter moet. Maar daar hebben we dan de SP voor. In Amsterdam worden mensen vanaf nu alleen maar nog aan het werk gezet tegen minimumloon. En het gaat dan niet om ziekte cursusjes, maar om het uitvoeren van gemeentelijke taken.

Het is zo simpel om te bedenken. Wat doe je tegen werkloosheid? Geef de mensen een baan! 

Ondertussen raakt van Es in paniek, en pleit voor een fusie tussen GroenLinks en de PvdA. Geen wonder. Met haar visie op werkloosheid als ziekte past zij prima bij die club van socialistische betutteling.

Maar ook landelijk is GroenLinks opnieuw de weg kwijt. Na de historische Nederlaag in 2012 was van Ojik lang op zoek naar het sociale gezicht van GroenLinks. Bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees parlement was het vertrouwen in de partij dan ook duidelijk weer gegroeid.

Helaas bleek GroenLinks daags na die laatste verkiezingen weinig te hebben geleerd, en steunde zij de afbraak van het onderwijs door middel van een schuldenstelsel voor studenten, alsof lenen de nieuwe norm moet zijn. Een paar weken later gaf ze in de eerste kamer steun voor wetgeving waarmee flexwerkers bestreden worden, in plaats van geholpen.

Zo komen we er natuurlijk niet.

Maar het is niet erg. Laat GroenLinks en de PvdA hun eigen graf maar graven. Pechtold en Roemer verkneukelen zich ondertussen bij het wonder van Amsterdam. Laat ze dat landelijk dan nog maar eens overdoen. Als de conservatieve socialisten van de SP en de vrije marktgekkies van D66 in een innige omhelzing dat beleid uitvinden dat sociaal liberalen zouden moeten voorstaan, hebben we die clubs van betuttelende beunhazen daartussenin nergens meer voor nodig.

Politiek Kwartier – Neoliberale Cookiecommunisten

COLUMN – Klokwerk verbaast zich over de insteek van de VVD bij de cookiewet.

Politici en computers, dat blijft ellende. Twittertijdlijnen volplempen, dat kunnen ze… maar daar houdt het dan ook op. Dat blijkt wel weer uit het gesteggel rond de nieuwe cookiewetgeving.

De cookiewet. Op zich aardig bedoeld. We gaan de burgers beschermen tegen het ongevraagd doorgeven van hun surfgegevens. Wie kan daar nu tegen zijn?

Het gevolg van die wet blijkt echter dat de meeste sites hun bezoekers simpelweg dwingen cookies te accepteren, door uit de lucht te gaan als de gebruiker ze weigert.

Er worden dus niet minder cookies geplaatst, maar de websurfer wordt daar nu wel bewust van gemaakt. En dat bleek dus niet de bedoeling. Pop-ups worden als irritant ervaren. Vandaar dat de SP nu voorstelt iedereen met een site te verplichten een cookievrije versie te maken.

OK, voor sites die gefinancierd worden met publiek geld lijkt me dat een heel goed idee. Maar private partijen mogen toch hopelijk zelf bepalen wat ze aanbieden en tegen welke voorwaarden? Typisch die ex-communisten weer die alles willen laten regelen door de overheid!

Tot mijn verbazing gaat de VVD echter nog verder. De neoliberale partij heeft al helemaal in haar hoofd hoe de verplichte cookiebanner eruit moet zien. Een staatsdesign voor websites: van de SP verwacht je het misschien nog, maar toch niet van de partij die ons en de EU de crisis instortte door alles wat riekt naar overheidscontrole op de markt te blokkeren?

Terwijl het toch veel simpeler kan. Even in Jip-en-Janneke-taal. Voor het functioneren van sites is het belangrijk om bezoekers op een of andere manier te herkennen. Om te kijken of iemand ingelogd is bijvoorbeeld, een account heeft, of überhaupt cookies accepteert. Ook willen sites het surfgedrag van mensen volgen om de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren. En daarnaast is het natuurlijk leuk om snel en gemakkelijk artikelen te kunnen delen via de sociale media.

So far so good. Het probleem is echter dat dit volgen van mensen vaak wordt gedaan door middel van software van een derde partij (lees: Google), die de informatie vervolgens gebruikt om adverteerders binnen te halen. Verder geven de standaard sociale-mediaknoppen de gegevens van alle bezoekers door aan de thuisbasis… ook als die nooit op die knop hebben gedrukt.

Tegen die verschijnselen is de Europese cookiewet bedoeld.

Kunnen die banners dan echt niet omzeild worden? Natuurlijk wel. Het is vloeken in de internetkerk, maar er is meer op de wereld dan Google. Trackingprogramma’s  die bezoekersgegevens coderen en niet doorgeven aan een grote centrale bijvoorbeeld. Verder kunnen sitebouwers ook sociale mediabuttons maken die “dood” zijn voordat een bezoeker er zelf op drukt.

Gebruik je dat als site-eigenaar niet, dan zit je aan die banners vast en dat lijkt me volkomen terecht. De overheid zou sites die met publiek geld gefinancierd worden mogen verplichten om de eerste oplossing te kiezen, maar voor overige sites lijkt het me het best gewoon de cookiewet te handhaven. De bezoeker die blind op “ja” drukt hoeft verder niet beschermd te worden, en de rest gaat vanzelf wel op zoek naar bannerloze sites.

En die zijn er genoeg. Bijvoorbeeld de site die u nu leest.

De Tweede Kamer je webdesign toevertrouwen lijkt me in ieder geval niet zo een goed idee. Er is al bemoeienis genoeg.

Politiek Kwartier – Sociaal Wisselgeld

COLUMN – Deze week roept Klokwerk de SP en de FNV op om nu hun kans te grijpen met het ontslagrecht en de WW – voordat het straks voorgoed te laat is.

Goed. We hebben dus een regering die overal steun zoekt en daarbij bereid is concessies te doen. Hierop zetten de SP en de FNV de hakken in het zand. Een volkomen verkeerde reactie. Ze dienen nu juist hun kans te grijpen, voordat het te laat is. 

Want welke waarde heeft de WW nog?

De WW is eerder al teruggegaan van maximaal vijf jaar naar maximaal 38 maanden. Bovendien moeten WW’ers tegenwoordig na een jaar reeds ieder werk accepteren, ook onder het eigen niveau. Belangrijker: het merendeel van de WW’ers heeft helemaal geen recht op de langste termijn, omdat ze de bijbehorende diensttijd missen. De gemiddelde werkloze zit dus nu al een stuk eerder in de bijstand.

En welke waarde heeft het ontslagrecht nog?

Het ontslagrecht wordt van twee kanten uitgehold. Enerzijds is de hoogte van de ontslagvergoeding eerder al sterk ingeperkt, voor velen zelfs gehalveerd. Anderzijds is een snel groeiend deel van de beroepsbevolking flexwerker, inmiddels al dertig procent, en heeft dus helemaal geen ontslagbescherming. Bovendien is het krijgen van je recht als ontslagen werknemer niet zelden een tijdrovend en psychisch zeer belastend proces.

Conclusie: De FNV en de SP vechten voor twee al bijna leeggelopen luchtballonnen. Hoe nuttig is dat?

Het levert misschien leden en virtuele zetels op, maar feitelijk staan beide bewegingen momenteel in een slachtofferrol aan de kant te kijken hoe de sociale zekerheid om zeep wordt geholpen. Want ook zonder hen komt er uiteindelijk wel weer een rommelcoalitietje in de Eerste Kamer met een volgend afbraakakkoord.

Het is daarom hoog tijd dat zij van strategie veranderen, voordat werkend Nederland morgen definitief met lege handen staat. Stop met klagen en begin met eisen, zolang het nog kan. Zolang de WW en het ontslagrecht nog wat waard zijn heb je nog wisselgeld in je rode knuisten. Koop er iets sociaals voor. Bijvoorbeeld:

1. Ga akkoord met het definitief vervallen van de ontslagvergoeding, maar eis in ruil daarvoor dat de WW in het eerste half jaar wordt aangevuld tot 100 procent. En eis daarbij dat iedere werknemer die langer werkloos is een scholingsbudget van zeg 5000 euro krijgt. De premies daarvoor betalen de werkgevers als dank voor het wegnemen van de last van de ontslagvergoedingen en de daarbij horende juridische rompslomp.

2. Accepteer dat de maximale WW-duur teruggaat naar twee jaar, maar alleen met een socialere bijstand, dus op voorwaarde dat mensen in de bijstand onder geen enkele voorwaarde meer gedwongen mogen worden onder het minimumloon te werken, zoals dat nu gebeurt. Dit betaalt zichzelf, want deze work-first strategie kost uiteindelijk werkgelegenheid. Een terecht punt van SP en FNV, waar ze tot nu toe niets mee konden doen.

Het resultaat van zo een gouden ruil zou zijn: flexibilisering, maar dan wel op een sociale manier. Met een veel beter vangnet dan we nu hebben. Het is beter toegankelijk, meer transparant en bovenal eerlijker, want er kunnen veel meer mensen gebruik van maken dan nu. En het levert naast meer zekerheid voor werknemers ook economische stabiliteit op.

Wie het woord sociaal op zijn voorhoofd getatoeëerd heeft staan en op wil komen voor werknemers kiest daarvoor. Hij eist het. Nu. Want straks is het te laat.

Eurokritisch of Euro-apathisch?

Wat wil de SP nu eigenlijk veranderen aan Europa? Uiteindelijk helaas maar heel weinig.

De SP heeft haar mond vol over dit neoliberale en ondemocratische Europa, en eist “een ander Europa “. Maar veel alternatieven biedt zij niet.

Economie

Stop het neoliberale Europa, zegt de SP: we willen een sociaal Europa! En dat klinkt goed. Het huidige Europa bestaat uit landen die elkaar zure leningen toeschuiven met het vriendelijke doch dringende verzoek “de economie kapot te bezuinigen “. Een mentaliteit die de financiële markten de stuipen op het lijf jaagt overigens.

Als er één partij is die recht van spreken heeft hierin dan is dat de SP, nietwaar? De partij waarschuwde immers in de jaren 90 al tegen een al te vrije markt. De partij pleit in haar verkiezingsprogramma dan ook voor een plan waarbij Noord-Europa de economie gaat stimuleren en de werkloosheid aan gaat pakken. Mooi gezegd, maar het rijmt niet met de veel krachtiger geuite wens voor minder afdrachten naar Brussel. En toen er daadwerkelijk een noodfonds werd voorgesteld stemde de SP dan ook tegen. Tot zover de solidariteit en het maken van een vuist tegen de macht van financiële markten. Want een noodfonds heet tegenwoordig aantasting van onze “soevereiniteit “.

Democratie

Soevereiniteit. Plotseling blijkt zo een onmogelijk woord dan populair te worden. De EU: alles prima, maar kom niet aan onze soevereiniteit! Ook de SP vindt dat.

Maar helaas, dat behoud van soevereiniteit betekent in praktijk één ding: namelijk dat de regeringsleiders het in de EU voor het zeggen blijven hebben. En dat betekent een zwak Europa, dat vanuit de achterkamertjes geregeerd wordt door een stroperig circus waarin Duitsland en Frankrijk in praktijk uiteindelijk de dienst uit blijven maken.

Goed, de SP stelt voor dat die regeringsleiders gecontroleerd gaan worden door de nationale parlementen. Maar dat is nu juist in iedere lidstaat al lang het geval. Waar het mis gaat, is dat de nationale parlementen wel invloed hebben op de inzet tijdens onderhandelingen, maar niet op het resultaat. Dan kan je er wel een nationaal referendum tegenaan gooien zoals de SP wil, meer zeggenschap over de koers van Europa gaat dat de Nederlandse burger echt niet geven.

Daarnaast wil de SP “de lobbyisten naar huis sturen “. Hoe dan? Door het ze lief te vragen zeker? De democratiseringsvoorstellen van de SP klinken kortom stoer, maar als het puntje bij paaltje komt wil de partij aan de zeggenschapsstructuur van de EU uiteindelijk niets veranderen.

Een sociaal Europa

Verder wil de SP een sociaal Europa. Maar hoe ziet dat er dan uit? Door de invoering van een Europees minimumloon, en de bepaling dat lokale CAO’s leidend behoren te zijn. OK. Maar hoe rijmt dat zich dan weer met de eis van minder bemoeienis uit Brussel? De EU mag zich van de SP toch helemaal niet bemoeien met sociale zekerheid?

En ook niet met onderwijs, gezondheidszorg, volkshuisvesting, en openbaar vervoer. Alsof de lokale overheden het op die gebieden altijd zo goed doen! Juist op die terreinen zou Europa toch een stuk socialer mogen, toch? Je zou zeggen dat een socialer Europa een Europa mag zijn dat op zijn minst van zijn lidstaten een normaal sociaal vangnet eist.

De grote veranderingen die de SP voorstelt inzake de EU bestaan echter met name uit het verlagen van de afdracht aan de Europese Unie en daarmee het beperken van Europese subsidies. Kortom, de SP wil helemaal geen sociaal Europa. De SP wil alleen maar minder Europa.

Is dat erg? Ja. Want wat we collectief vergeten lijken te zijn, is dat Europa een paar decennia geleden nog bestond uit communistische dictaturen in het oosten en fascistische dictaturen in het zuiden. We zijn vergeten dat de eisen die de EU stelt aan mensenrechten, aan democratie en aan de rechtsstaat essentieel zijn geweest voor het verspreiden van die waarden op ons continent, en dat nog steeds zijn.

Europa wordt verkocht als “een garantie tegen oorlog “. Maar de EU gaat gelukkig wel een paar stappen verder dan alleen maar het garanderen van de vrede. Of je nu homo bent in Litouwen, Roma in Frankrijk, of asielzoeker in Nederland: je hoop op gelijke behandeling en gerechtigheid ligt in Brussel. Zo een SP-er die in eigen land met een demonstratiebordje voor zijn kop staat is lief, maar daar heb je in praktijk toch niet veel aan.

Het is daarom zo ergerlijk dat een partij die zich socialistisch noemt bij de standpunten op haar site vergeet om ook maar iets te zeggen over de EU en sociale rechten. Alsof het ze niets kan schelen. Zeker, in het concept-verkiezingsprogramma wordt wel braaf in één punt gerefereerd naar de mensenrechten, maar dit punt steekt in het geheel akelig schraal af tegen het krachtige pleidooi voor minder bemoeienis van Brussel.

De SP vergeet dat sociale rechten niet vanzelf lokaal zijn ontstaan, maar vanuit parlementen afgedwongen zijn door socialistische, sociaal democratische en sociaal liberale partijen. Ze begrijpt niet dat een werkelijk sociaal en evenwichtig Europa alleen maar kan ontstaan door gelijkheid in sociale wetgeving, en niet ontstaat door mensen te verbieden over de grens te komen werken.

Euro-apathisch

Het nieuwe partijkantoor van de SP heeft de naam “de moed ” gekregen. Moed is echter iets anders dan het nabouwen van het publiek in zijn euro-scepticisme. Het zou een socialistische of sociale partij als de SP passen de moed te hebben om te pleiten voor een écht sociaal Europa. Te pleiten voor een Europa dat zijn handen ineen slaat. Een democratisch Europa dat zich juist wel bemoeit met onderwijs, gezondheidszorg, volkshuisvesting, sociale zekerheid en openbaar vervoer. Maar dan op een sociale manier. Een Europa dat een goede basis voor de sociale zekerheid legt en daarmee stabiliteit brengt en de financiële markten in hun hok duwt.

Helaas, eurokritisch blijkt in de praktijk nogal euro-apathisch te zijn. De EU blijft ook als het aan de SP ligt rustig op dezelfde voet doormodderen in zijn eigen (on)democratische en economische crisis. Terwijl Brussel verder gaat in zijn achterkamertjes onder leiding van Duitsland en Frankrijk gaat de geldkraan dicht, en gaat ieder land verder met zijn eigen versie van de afbraak van de sociale zekerheid, voor zover die al bestond.

En dat terwijl we land voor land door de financiële markten tegen elkaar kapot gespeculeerd worden. Machteloos, omdat de socialisten zijn vergeten wat de macht van solidariteit is.

Het vangnet volgens D66

Met D66 kan je alle kanten uit. Hoe het programma voor de sociale zekerheid er onder D66 uit zal zien hangt met name af van de coalitiepartner die ze krijgen. En zo verstrekkend zijn de voorstellen van D66 nu ook weer niet.

Ontslagrecht

Een berucht standpunt voor D66 is het vereenvoudigen van het ontslagrecht. Maar wat wil ze er eigenlijk aan veranderen? In praktijk maar weinig. D66 stelt als enige verandering voor dat de toetsing van het ontslag niet verplicht zal moeten zijn. De partij ziet daarin het voordeel voor werknemers dat de doorstroming op de arbeidsmarkt bevorderd wordt.

Dat is mooi voor mensen zonder baan. Maar voor mensen met een vast contract is het geen goed nieuws. Terecht wijst D66 dan op het verschil in rechtspositie tussen mensen met een vast contract enerzijds, en anderzijds de flexwerkers, freelancers en ZZPers. Maar in praktijk betekent het voorstel van D66 dat er aan het verschil in rechtspositie niets gedaan wordt. Het is voor de laatste alleen lastiger zijn recht te krijgen.

WW en bijstand

Wie ontslagen wordt, heeft recht op WW. Mij lijkt het logisch dat wanneer het ontslagrecht wordt ingeperkt, dit gecompenseerd wordt. Bijvoorbeeld via de WW. En D66 wil de WW dan ook verhogen. Daar profiteren niet alleen medewerkers met een vast contract van, maar ook mensen met een tijdelijk contract en uitzendkrachten.

Tot zover geen slechte ruil dus. Zeker niet omdat D66 op dit pakket ook nog het recht op bijscholing legt, wat normaal nu slechts uit de ontslagvergoeding komt of bij de werkgevers moet worden afgebedeld. De WW moet volgens D66 echter niet alleen hoger zijn, maar ook korter. Als iemand tegen zijn zin in langer werkloos is, krijgt hij van D66 de rekening dus keihard gepresenteerd. Dan kan hij versneld de bijstand in.

En die bijstand wordt er als het aan D66 ligt waarschijnlijk niet vrolijker op. D66 wil de Wajong, de WSW (sociale werkplaatsen) WWB (bijstandswet) in één wet onderbrengen. Vervolgens dienen alle mensen die daar gebruik van maken aan het werk te komen, bij reguliere werkgevers.

Een prachtig ideaal, iedereen aan het werk en nog voor een eerlijk loon ook. Maar dit zegt iedere partij voor de verkiezingen, en dat al meer dan tien jaar lang. Wat D66 nu eigenlijk anders wil doen in de bijstand wordt uit het verkiezingsprogramma niet duidelijk.

Werkgevers

Ook opvallend is dat de hervorming van het ontslagrecht zoals D66 dat voorstelt voor werkgevers helemaal niet zo gunstig is. Zeker, ontslag aanzeggen is makkelijker want met een redelijk voorstel (of een flinke bak bluf) kunnen werkgevers een rechtsgang voorkomen. Werkgevers moeten echter wel het eerste half jaar WW gaan betalen. Ik kan me niet voorstellen dat een werkgever daarop zit te wachten. Administratief wordt het er ook niet eenvoudiger op.

ZZPers

Toch zit er voor één groep mensen op de arbeidsmarkt wel een lichtpuntje in het programma van D66. D66 is namelijk verliefd op de ZZPer. D66 wil dat ZZP-ers gemakkelijker aan kunnen haken bij sociale voorzieningen. Zo kunnen ze toegang krijgen tot een vrijwillig pensioenfonds en de WIA om hun arbeidsongeschiktheidsrisico te verzekeren. Op een arbeidsmarkt waar steeds meer mensen vaak noodgedwongen als ZZPers werken is dat hoog nodig.

Alternatief

D66 wil het redelijke alternatief zijn voor liberalen die hun VVD hebben zien veranderen in een conservatieve PVV-light die ondanks de crisis nog dogmatisch vasthoudt aan haar neoliberale ideologie. D66 wil duidelijk een andere economie, duurzaam en innovatief. De VVD ziet het stimuleren van ondernemen daarbij met name als het verstrekken van subsidies en voordelen aan grote bedrijven. D66 daarentegen is hip en jong en investeert het liefst in het MKB en in ZZPers, en in omscholing en doorstroming op de arbeidsmarkt.

Voor wie ondanks zijn eigen inzet toch een langere tijd geen werk kan vinden, leveren beide partijen echter een mager sociaal vangnet op. Zowel D66 als de VVD zijn voor een hogere maar kortere WW en het samenvoegen van de WSW, Wajong en WWB. We zouden D66 daarmee de VVD-light kunnen noemen.

Conclusie

D66 heeft de mond vol van hervormen. Maar hoe ze de sociale zekerheid daarvoor wil hervormen wordt uit het verkiezingsprogramma niet altijd even duidelijk. Teleurstellend is daarbij dat het verschil in rechtspositie tussen mensen met verschillende soorten contracten, waar D66 samen met GroenLinks terecht de aandacht op vestigt, uiteindelijk niet fundamenteel wordt aangepakt. En waar er sprake is van een inperking van het ontslagrecht gaat dat niet gepaard met een erg ruimhartige compensatie via de algemene sociale voorzieningen.

Terwijl zo een uitruil van rechten zeer in het belang zou zijn van werknemers, want het huidige ontslagrecht is een zinkend schip dat steeds verder uitgehold wordt, en waar steeds minder mensen op de arbeidsmarkt gebruik van kunnen maken.

Het hangt er naar ik vrees maar net vanaf met welke coalitiepartner D66 zou gaan regeren hoe een en ander uit zal pakken. Met de SP in de coalitie kan D66 wel eens heel groen en sociaal worden. Maar met de VVD in één kabinet zou de VVD-light zomaar kunnen veranderen in de VVD-ultra-heavy.

De Rooien komen!

Premier Roemer ja. Het zou zomaar kunnen. Je ziet nu al mensen vol schrik reageren dat de communisten zouden zijn geland. Maar uiteindelijk heeft de SP met het socialisme nauwelijks wat uit te staan.

Die paar kaasschaafvoorstellen van de SP om “de rijken” wat meer te laten betalen zijn boterzacht, en verder lijkt de SP de kracht van solidariteit uit het oog verloren te zijn. Waar zijn de echte socialisten als je ze nodig hebt?

Maar ze komen met hun tengels aan mijn salaris!

Valt erg mee. Ja, de SP wil de Balkenendenorm invoeren, maar dat is alleen voor alle functies in de publieke en semi-publieke sector. Dus voor topfuncties in ziekenhuizen, in het onderwijs en bij woningbouwverenigingen.

Draconisch links? Mwah. Het blijft gemeenschapsgeld nietwaar? De Balkenendenorm is twee ton per jaar. Lijkt me zeker niet kinderachtig betaald.

Maar al het talent gaat dan naar het buitenland!

Zou het? Wie echt hart heeft voor zijn werk, die gaat toch niet naar het buitenland als hij minder verdient dan twee ton per jaar? Wie dat wel doet gaat voor de buit en niet voor de baan en kunnen we missen als kiespijn. In ieder geval in de publieke sector toch?

Maar ze willen belachelijke belastingtarieven introduceren!

De SP wil een belastingtarief van 65% voor inkomens boven de Balkenendenorm. Is dit nu zo een draconische maatregel? Dit tarief komt niet in de buurt van de hogere tarieven die in de jaren 70 werden gehanteerd, niet qua grens en niet qua percentage.

Niet alleen is die tien procent extra uiteindelijk niet veel op het totaal, ook kunnen zelfs mensen met een hoger middeninkomen er alleen maar van dromen ooit zoveel te verdienen: twee ton is nog altijd zes keer modaal.

Maar ze willen de hypotheekrente-aftrek ook afschaffen!

Welnee. Zelfs de SP durft nauwelijks aan de HRA te komen in praktijk. Volgens hen hoeft iedereen die een lening die lager is dan 350.000 euro sowieso niets te vrezen: daar verandert niets.

En als je meer dan 350.000 euro hebt geleend, dan mag je van de rente die je betaalt over die top alleen maar iets minder aftrekken dan nu van de SP. Dus niet eens je hele aftrek over die top verdwijnt, slechts een klein deel ervan.

Wie wordt hier nu door geraakt? Zeker niet de gewone middeninkomens. Mensen die minder verdienen dan twee keer modaal kunnen namelijk helemaal niet zoveel lenen. En het aantal huishoudens dat meer dan twee keer modaal verdient is niet meer dan 5%. Er verandert dus ook hier voor maar heel weinig mensen wat, en die verandering is minimaal.

Maar in een economische crisis moet iedereen gelijk inleveren!

Ja, die ken ik. Luister: Tijdens economische voorspoed zijn het de mensen met de hoogste inkomens die het meest profiteren van groei. Dan zou het logisch zijn dat bij economische tegenspoed deze groep dan ook het meest inlevert, nietwaar?

Dat is echter niet het geval. Bij economische tegenspoed hoort men vanuit rechtse partijen inderdaad de verhalen over dat iedereen gelijk moet inleveren. Pas klaar met een rechts kabinet echter kunnen we weer concluderen dat wanneer rechts zijn vingers af staat te likken juist de onderkant van de samenleving onevenredig hard getroffen wordt, terwijl de bovenkant van de samenleving volledig wordt ontzien.

Het is leuk geweest. Volgens mij zijn nu de mensen met een hoog inkomen eindelijk eens aan de beurt. Niet alleen omwille van de rechtvaardigheid, maar ook om onze samenleving weer een beetje gezond te maken.

Maar links aan de macht is slecht voor ondernemers!

Luister, ik heb niets tegen een eigen ondernemer met een florerende zaak. Ik ben het er helemaal mee eens dat hij beloond mag worden voor zijn harde werk en/of ondernemerslef. Dat wordt volgens mij ook door geen enkele linkse partij bestraft.

Ik heb er echter wél moeite mee als iemand onderneemt ten koste van ons milieu en de mensenrechten, ten koste van onze werkgelegenheid, ten koste van onze economie. Ik heb er moeite mee als die maatschappelijke kosten niet op zijn minst worden doorberekend in het product dat hij aanbiedt, laat staan zijn salaris. Dat hebben we veel te lang toegestaan en daardoor zitten we niet alleen met een klimaatcrisis maar ook met een economische crisis. Nee, ik ben geen socialist, maar een flinke rode wind lijkt me voor de verandering wel even gezond.

Dat je voor Roemer stemt is wel duidelijk!

Welnee. Roemer komt niet in de buurt van die rode wind die zo nodig is. Roemer zijn socialisme is zo boterzacht, dat het eigenlijk al bijna compleet samenvalt met het zogenaamde liberalisme van de VVD, dat ook al niet bestaat. Denk je nu echt dat met dat slappe-knieën socialisme van de SP de op hol geslagen financiële markten getemd worden? Dat met een paar kaasschaafmaatregelen tegen “de rijken” het schaamteloze graaien wordt tegengegaan?

Dat is juist het erge, dat de SP eigenlijk nauwelijks iets aan onze samenleving wil verbeteren.

Maar Roemer staat toch voor een sociaal Nederland?

Luister, ons sociale stelsel is een administratieve moloch die een blok aan het been is van niet alleen werkgevers, maar ook aan die van werknemers. Het concept van solidariteit is met de tweedeling tussen flexwerkers en mensen met een vast contract compleet zoek. En iedereen met een beetje strategisch inzicht zal kunnen inzien dat dit systeem sowieso aan erosie onderhevig is, omdat er over twintig jaar geen Nederlander meer met een vast contract rondloopt. En al die flexwerkers mogen dan volgens Roemer gaan betalen voor een stel kerngezonde en goed bemiddelde bejaarden.

Het is nu de tijd voor socialisten om vooruit te kijken en te pleiten voor een hernieuwing van het sociale stelsel. Waarin weer uitgegaan wordt van gelijkheid en solidariteit, een stelsel dat onvoorwaardelijke en laagdrempelige hulp biedt aan ieder die hulp nodig heeft, ongeacht contractvorm of leeftijd.

Maar wat doet Roemer? Hij doet alsof er met het oude stelsel een eeuwig Walhalla te verdedigen is.

Maar hij staat toch op tegen het kapitalisme van de EU?

Het standpunt van Roemer aangaan de EU is een socialist helemaal onwaardig. De SP wil aan de EU in praktijk niets veranderen. Heb je eindelijk de wind mee om het internationale bedrijfsleven aan banden te leggen en te pleiten voor een sociale investeringsagenda voor de EU, pleit onze nationale flapdrol tegen alle collectieve maatregelen, zodat we natuurlijk compleet machteloos blijven tegen de financiële markten. Dat een socialist de kracht en noodzaak van internationale solidariteit zo uit het oog kan verliezen!

Roemer hoort daarbij ergens nog iets over Keynesiaans begroten en investeren, en hij verwart dat met in je eentje lekker de begroting uit zijn voegen laten lopen. Alsof hij daarmee lokaal de wereldeconomie zou redden. Volledig absurd. En een verdere democratisering van het aartsconservatieve Brussel wordt door de SP ook al keihard tegengehouden.

Waar zijn de socialisten als je ze nodig hebt?

Same shit everywhere: ze hebben hun idealen opgegeven voor zetelwinst. Ja, ik begrijp dat mensen het veilig vinden om te stemmen op een goedzak die een beetje simpel uit zijn ogen kijkt en het alleenrecht claimt op sociaal zijn. Maar die Roemer kan zo met Rutte in het kabinet, want veranderen doet er niets. Met dit soort socialisten heb je geen kapitalisten meer nodig.

Emile, wil jij mijn poedel worden?

– Met Emile.
– Hey Emile, je spreekt met Mark.
– Mark?
– Ja, Mark, je premier-to-be, whahahahaha.
– Had je gedroomd Mark.
– Dat de beste moge winnen, Emile.
– Ik wil niet dat de beste wint, ik wil dat ik win. Ik hoop niet dat Diederik wint, Mark.
– Ik ook niet Emile.
– Dat zou ook niet eerlijk zijn, vind je niet? Wij hebben immers toch de mooiste slogans?
– Vind je?
– Ja, vooral die van jullie over die belastingverlaging vind ik mooi gevonden.
– Dank je.
– Waar je midden in de crisis het geld vandaan haalt is mij eerlijk gezegd een raadsel, maar het is gedurfd.
– Ach, zolang de mensen het graag geloven, geloven ze het. Vijfenzestig blijft vijfenzestig was overigens ook een meesterzet hoor, ere wie ere toekomt.
– Ja, en het is ook waar hè? 65 zal niet plotseling 67 of 53 worden. Een koe blijft een koe, een paard een paard, twee blijft twee en 65 blijft 65. Ze zullen me nooit van liegen kunnen beschuldigen. Kan je nog wat van leren Mark.
– Eh ja.
– Maar het is prachtig wat die reclamejongens allemaal niet weten te bedenken nietwaar?
– Wat je zegt.
– Die van jullie: harder straffen, minder begrip van criminaliteit, dat is ook behoorlijk geniaal.
– Nee, dat zeg je verkeerd Emile, het is: strenger straffen, minder begrip van criminelen, eh, vóór criminelen, ik bedoelde voor criminelen.
– Ben je voor criminelen Mark?
– Nee, voor minder begrip daarvoor.
– Oh, ik dacht minder begrip van criminaliteit.
– Ach dat komt allemaal op hetzelfde neer toch? Maar goed, Emile, ik belde dus met een vraag.
– Die zijn er om gesteld te worden Mark.
– Mooi.
– Behalve in de Kamer, want daar krijg je toch geen antwoord.
– Lollig.
– Ter zake Mark.
– Emile, wil jij mijn poedel worden?
– Je wat?
– Mijn bedrijfspoedel, bedoel ik.
– Huh?
– Je weet wel, een beetje blaffen op zijn tijd maar uiteindelijk mooi aan lijntje lopen.
– Nou, dat lijkt me geen goed idee Mark.
– Nee?
– Eigenlijk wilde ik jou net hetzelfde voorstellen maar dan andersom.
– Wat zeg je nou Emile? Je gelooft toch niet serieus zelf nog dat jij premier kan worden?
– Nou, moet je horen wie het zegt. Een paar jaar terug had ook niemand het van jou gedacht.
– Mijn collega’s van de EU geloven het eerlijk gezegd nog steeds niet, whahahaha.
– Hoe dan ook Mark, het gaat niet gebeuren.
– Wat niet?
– Gedoogsteun van de SP voor de VVD.
– Je weet niet wat je zegt! Gedoogsteun is zo gezellig. Ik heb er prima ervaringen mee.
– Gaat niet gebeuren Mark.
– En een kabinetje van ons samen met het CDA en de PvdA wordt het ook niet? – Vraag daar D66 maar voor.
– Dat is precies wat ik ook ga doen Emile.
– Ik was er al bang voor.
– Mijn vraag was dan ook niet serieus gesteld, Emile.
– Alleen maar voor de vorm zeker?
– Alleen maar voor de vorm Emile.
– Een dolletje eigenlijk?
– Een dolletje, en om alvast te oefenen voor na 12 september, Emile.
– Dus niets serieus aan?
– Je weet toch dat ik nachtmerries van je krijg als ik weer eens zwaar getafeld heb?
– Dat is waar ook. Je moet aan je gezondheid denken.
– Zeker.
– En ophouden met zwaar tafelen is er voor jou natuurlijk niet bij.
– Nee.
– Maar, wat als Diederik nu eens niet jou, maar mij vraagt voor zijn kabinet?
– Tsja, dát is natuurlijk aan hem, Emile, maar dan zullen jullie waarschijnlijk Sybrand en Alexander moeten lijmen voor jullie mooie plannetjes.
– Of Jolande en Arie of Marianne.
– Nou niet te wild gaan worden, Emile.
– Maar als je ziet wat er in één halve week kan veranderen…
– Denk toch aan onze premiersstrijd, Emile.
– Oh ja, dat is waar ook.
– Hou daaraan vast, Emile.
– Ja.
– Niet opgeven, Emile.
– Nee.
– Die maakt ons groot, Emile.
– Die maakt jou groot zal je bedoelen.
– Daarvoor wilde ik je nog hartelijk bedanken Emile.
– Matig graag gedaan Mark.
– Dank je Emile.
– Veel succes nog deze verkiezingen Mark.
– Jij ook veel succes dan maar Emile.