Negatieve inkomstenbelasting: beter dan een basisinkomen?

Een negatieve inkomensbelasting kan voordelen van een basisinkomen combineren met voordelen van ons huidige sociale stelsel

Ieder mens heeft recht op het bestaansminimum. Geen enkel mens zou honger moeten lijden, zich zorgen moeten maken om onderdak, of met onbetaalde rekeningen moeten zitten omdat het geld er gewoon niet is. Als dit niet goed geregeld is, dan is dat niet alleen slecht voor deze mensen zelf, het jaagt ook de samenleving op kosten. Want armoede kost geld. Daar zal in Nederland anno nu misschien niet iedereen het mee eens zijn, maar de overgrote meerderheid wel. En toch krijgen we het in onze welvaartsstaat niet voor elkaar.

Verder lezen Negatieve inkomstenbelasting: beter dan een basisinkomen?

De dubbele agenda van de PvdA

Wat zijn de motieven van de PvdA voor het ondermijnen van de sociale zekerheid?

Vorig jaar, toen de Wet Werk en Zekerheid nog nauwelijks media-aandacht kreeg, heb ik er in mijn column op Sargasso (1) al voor gewaarschuwd: Met deze wet wordt de tweedeling op de arbeidsmarkt alleen maar erger. Flexwerkers worden eerder ontslagen, terwijl het vangnet achteruit holt.

En ja hoor, gisteren in het AD weer een artikel over een schattig meisje dat zonder enige andere aanwijsbare reden na twee jaar haar baan verliest. En helaas gaat dit artikel niet over een uitzondering: een maand voor de invoering van de wet werd al een ontslaggolf onder flexwerkers waargenomen.

Dit effect gaat door. Om mij heen zie ik om de haverklap mensen hun baan verliezen, steeds toevallig na twee jaar dienst. De meeste werkgevers doen er niet zo huichelachtig over als Ahold in het AD. Al drie keer heb ik het verhaal gehoord van iemand die letterlijk verteld werd dat het tijd is een half jaartje op de bank te gaan zitten: na dat halve jaartje is er immers wél weer de mogelijkheid voor een tijdelijk contract. Het is om te janken.

Gespeelde verontwaardiging
Als ik nu de enige helderziende was geweest destijds, dan had ik het Asscher misschien nog vergeven. Maar dat is niet het geval. De media besteedden er toen nog niet zoveel aandacht aan, maar arbeidsmarktspecialisten hebben hier keer op keer voor gewaarschuwd. Asscher zette echter door.

En hoe is zijn reactie nu? Gespeelde verontwaardiging. Zogenaamde solidariteit met de slachtoffers van zijn eigen domme beleid. Want die stoute werkgevers, die hebben het maar niet begrepen. De bedoeling van zijn wet was immers zo mooi, ziet u? Asscher speelt kortom mooi weer over de ruggen van flexwerkers nadat hij er zelf een mes in heeft gestoken.

Ondertussen is Asschers staatssecretaris Klijnsma bezig de bijstand te hervormen tot een bureaucratisch monster van zinloze kortingen die de armoedeproblematiek (en de kosten daarvan!) vergroten, met duur betaalde prikkels waardoor niemand eerder aan het werk komt, en waardoor uiteindelijk zelfs banen verdwijnen.

Mogelijke motieven
De vraag dringt zich op: Waarom? Waarom steeds gekozen voor beleid waarvan van tevoren al bewezen is dat het contraproductief werkt? Waarom niet gekozen voor een controlevrije bijstand, die prikkelender is, en uiteindelijk goedkoper in de uitvoering? En waarom niet gekozen voor het opbouwen van rechten vanaf dag 1 dat iemand in dienst is, in plaats van na twee jaar?

Een verklaring voor deze keuze is natuurlijk pure naïviteit. Maar op een bepaald moment is kortzichtigheid gewoon niet meer afdoende als verklaring. Dat de PvdA voor de huidige route kiest kan misschien beter verklaard worden door andere motieven:

1. De PvdA kiest er welbewust voor mee te gaan in het rechtse frame van de luie en frauderende uitkeringstrekker omdat dit het makkelijkste verhaal is. De PvdA kiest daarmee voor een korte-termijnbezuiniging op de bijstand via strafkortingen. Dit gaat sneller dan bezuinigen door het afschaffen van controles en re-integratietrajecten, want het vereist geen reorganisatie van de sociale zekerheid. Dat dit op den duur meer kosten met zich meebrengt door groeiende armoede en schuldenproblematiek, komt niet op de huidige rijksbegroting terug.

2. De PvdA ziet de huidige hervormingen in de sociale zekerheid ondertussen vooral als werkgelegenheidsproject voor re-integratiewerkers en controle-ambtenaren. Ook betekent een ingewikkeld ontslagstelsel met veel verschillende rechtsposities brood op de plank voor juristen en de vakbonden. De PvdA zoekt haar achterban met name bij de mensen die werkzaam zijn in dit veld.

3. De schuld van de negatieve effecten van hun beleid leggen de PvdA bewindslieden bij de zogenaamde luie uitkeringstrekkers en moreel verdorven werkgevers. Dat hun positie en gedrag te verklaren valt als effecten van het huidige beleid wordt bewust verzwegen. Mensen met een uitkering en werkgevers vormen dan ook niet de achterban van de PvdA. De PvdA mikt traditioneel gezien vooral op ambtenaren en mensen met een vast contract, en probeert ondertussen flexwerkers te lijmen met ‘goede bedoelingen’.

Te cynisch?
Misschien vindt u mij hier wat te cynisch. Maar het is de treurige waarheid in de politiek dat een partij die een succes boekt met de bestrijding van ‘haar’ probleem zichzelf overbodig maakt. En dat is misschien maar al te hard bij de top van de PvdA doorgedrongen. Zij volgen zodoende dezelfde tactiek als Wilders: krokodillentranen vergieten over de misstanden, maar feitelijk alleen maar maatregelen voorstellen die de problemen doen toenemen: die problemen vormen immers je bestaansrecht als partij.

In het geval van Wilders is het zaak moslims zoveel mogelijk van de samenleving weg te duwen en zo eventueel te laten radicaliseren, in het geval van de PvdA is het doel de sociale zekerheid te veranderen in een ingewikkelde kluwen van onrechtvaardigheden. Want dat is de beste garantie voor werkgelegenheid voor ambtenaren, en toekomstige stemmen op een partij die zich profileert als partij die opkomt voor mensen met een baan.

(1): Column Sargasso: Politiek Kwartier | Flex als nieuwe norm

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

De regendans van Maarten Struijvenberg

‘De wethouder van Rotterdam kan niet rekenen’

Als ergens de ‘strenge bijstand’ is doorgeslagen dan is het wel in Rotterdam. Afgelopen donderdag had de Rotterdamse ombudsman geen goed woord over voor deze aanpak. Volgens hem ervaren mensen de verplichte trajecten en tegenprestaties als volstrekt zinloos, vernederend, en zorgt het er niet voor dat mensen eerder een baan vinden.

Geconfronteerd met deze kritiek stelde de Rotterdamse wethouder Struijvenberg op NPO Radio 1 dat met dit beleid wel 12% minder instroom en 7% meer uitstroom wordt bewerkstelligd. Niet zeuren dus: het beleid ‘werkt’. Maar is die bewering ergens op gebaseerd?

Instroom en uitstroom
Hoewel ik ze niet heb kunnen controleren wil ik best geloven dat Rotterdam momenteel minder instroom en meer uitstroom in de bijstand heeft dan vorig jaar. Maar dat kan net zo goed liggen aan de aantrekkende economie of andere factoren dan aan het gevoerde beleid. Dat wordt zelfs heel aannemelijk als we de landelijke cijfers naast de cijfers van de gemeente leggen. Dan blijkt dat in Rotterdam, dat al jaren voorop loopt met de ‘strenge bijstand’, sinds 2011 de uitstroom uit de bijstand juist sterk achterblijft bij de landelijke trend.

En dan de zuinigheid van het beleid zelf. Een paar maanden geleden deed Struijvenberg een juichbericht uit dat de gemeente Rotterdam met controles, boetes en re-integratietrajecten maar liefst 9 miljoen had bespaard. Dat lijkt veel, maar helaas is dat maar 2% van de totale Rotterdamse begroting voor de bijstand, terwijl de kosten van die controles en trajecten bij elkaar maarliefst 20% van de begroting uitmaken. Struijvenberg besteedt dus meer dan 20% om 2% te kunnen besparen.

Struijvenberg zal erop wijzen dat hierdoor in Rotterdam minder instroom in de bijstand is. Maar met 12% minder instroom en 2% bezuinigingen als we Struijvenberg mogen geloven tegen 20% meer kosten komt hij nog steeds negatief uit. En die lagere instroom, is dat omdat mensen in Rotterdam door dit beleid hun oude inkomen behouden of nieuw inkomen vinden? Dat valt absoluut niet vol te houden. Van enig positief effect op werkgelegenheid is met de strenge bijstand geen sprake. Sterker nog: het beleid kost volgens de FNV zelfs banen. De bezuiniging komt dus voort uit het weigeren van uitkeringen aan mensen die daar met ander beleid wel recht op zouden hebben. En tegen welke prijs?

Schuldenproblematiek
Veruit de meeste mensen die in deze tijd zonder inkomen komen te zitten geraken daar buiten hun eigen schuld. Het is een burgerrecht dat in zo’n geval de overheid een solide vangnet biedt. Dat burgerrecht wordt mensen tegenwoordig ontzegd, en de overheid is er nog trots op ook. De gevolgen voor de slachtoffers van dit beleid zijn echter gigantisch. Al jaren trekt de ene instantie na de andere hard aan de bel vanwege het snel groeiende aantal mensen met problematische schulden in dit land: het gaat inmiddels om één op de tien huishoudens. De voornaamste redenen die worden opgegeven? Niet de crisis, niet het verspillende gedrag van mensen, maar het strengere terugvorderingbeleid van de belastingdienst en uitkeringsinstanties.

Dit is niet alleen een ramp voor de mensen die in de financiële problemen komen zelf, maar voor de hele samenleving. Mensen met problematische schulden kosten de gemeenschap veel geld aan schuldhulpverlening en onbetaalde rekeningen: volgens het Nibud gaat het maar liefst om 11 miljard euro per jaar, een bedrag dat vergelijkbaar is met het bedrag dat aan de totale bijstand opgaat.

Regendans
Ziehier de treurnis: op korte termijn worden met pest- en boetebeleid kleine opbrengsten gegenereerd en trots gepresenteerd als winst, terwijl de kosten tien keer zo groot waren als de opbrengst. Op lange termijn genereren die kleine opbrengsten juist weer veel diepere problemen, die bijzonder veel geld gaan kosten. Schijnbezuinigingen dus, en de echte rekening komt nog.

Dat er banen bijkomen gebeurt ondertussen niet dankzij het beleid, maar ondanks het beleid. Dit beleid doet kortom denken aan een medicijnman die net zolang blijft dansen tot het regent, en dan zegt dat dit door het dansen komt. Nu heb ik niets tegen folklore, maar laten we er alsjeblieft geen geld aan verspillen. En als die medicijnman ook nog een gifmenger blijkt die zijn patiënten in plaats van beter ongezonder maakt, dan moet er toch een keer aan de rem getrokken worden over deze moderne volksverlakkerij.

Er gloort licht aan de horizon
Gelukkig kan ik positief afsluiten. Toen ik een paar jaar geleden op het weblog Sargasso.nl over dit wanbeleid schreef leek het nog vechten tegen de bierkaai. De politieke oogkleppen zaten muurvast: van links tot rechts, van VVD tot SP, blind draafde men door op de illusie van de steeds strengere sociale zekerheid. Maar inmiddels beginnen schoorvoetend andere geluiden te klinken. Veel mensen zijn inmiddels zo geschrokken van de ronduit absurde taferelen die zich afspelen rond de sociale diensten (mensen die beboet worden voor het oppassen op hun eigen kleinkinderen, mensen die verplicht gratis hun oude baan moeten opknappen), dat nota bene het oude idee van een basisinkomen aan populariteit wint. En veel gemeenten voelen onder invloed van die discussie wel wat voor experimenten met een bijstand zonder verplichtingen, of zijn die proeven zelfs al aan het voorbereiden.

GroenLinks en lokale afdelingen van D66 lopen hierbij voorop. En terecht. Er valt bijzonder veel mee te winnen. Niet alleen kost ‘de medicijnman’ ons zoals gezegd meer dan 20% van de totale bijstandsbegroting en levert hij nauwelijks iets op, zonder die medicijnman is een veel betere armoedebestrijding mogelijk. En daar profiteren we uiteindelijk allemaal van.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Basisinkomen is budgetneutraal en prikkelend

Het basisinkomen wint aan populariteit door het failliet van het huidige sociale systeem.

In de Volkskrant van 19 mei 2015 schrijft hoogleraar aan de VU Raymond Gradus dat het basisinkomen veel te duur en niet solidair zou zijn. Op dit artikel verschenen vervolgens al twee tegenartikelen waarin de voordelen van het basisinkomen worden bezongen, waarin helaas niet op Gradus’ argumenten wordt in te gaan. Dat schiet dus niet op zo met die inhoudelijke discussie. Het lijkt me niet slecht in te gaan op de argumentatie van Gradus zelf. Deze verraadt namelijk mijns inziens vooral dat hij de discussie niet goed heeft gevolgd. Verder lezen Basisinkomen is budgetneutraal en prikkelend

Politiek Kwartier | Eén regeling voor alle woningen

De huizenmarkt kan alleen gezond worden met één regeling voor alle woningen. 

In Nederland doen we alles altijd ingewikkeld. Zo kennen wij vier verschillende soorten subsidies voor woonkosten:

  • Ten eerste de huurtoeslag. Deze geldt alleen voor mensen met een huurhuis, en is inkomensafhankelijk.
  • Ten tweede de hypotheekrenteaftrek: alleen voor mensen met een koophuis, omgekeerd inkomensafhankelijk.
  • Ten derde de corporatiewoningen: huizen met kunstmatig laag gehouden huren.
  • Ten vierde de uitkeringen die rekening houden met woonkosten en woonsituatie: de bijstand, de AOW, Wajong etc.

Dit levert een hoop problemen op.

  • Woonkosten lopen enorm uiteen en de verschillen kennen nauwelijks relatie met de woonsituatie en het inkomen
  • Woonkostenafhankelijke uitkeringen zorgen voor rare effecten bij de inkomensverdeling.
  • Van zowel beschermde huren als de hypotheekrenteaftrek profiteren ook mensen waar deze regelingen nooit voor bedoeld waren.
  • Verschillende huurprijzen voor gelijkwaardige huurwoningen remmen de doorstroming op de huurmarkt bijna volledig af.
  • Aan de koopkant dragen zowel banken als mensen risico’s waar organisaties als het IMF zich een hoedje van schrikken.
  • Huizenbezitters ervaren daarbij een grote onvrijheid. Zeker als het huis onder water staat is het verliezen van baan of partner naast een emotionele strop ook nog een financiële ramp.

Deze situatie is de Achilleshiel van de Nederlandse economie en samenleving. En het in 2013 gesloten woonakkoord waarop dit kabinet haar beleid baseert doet feitelijk niets aan al deze problemen. Sterker nog, sommige problemen worden er zelfs door verergerd, zoals de verschillende prijzen voor gelijkwaardige huurwoningen. Het zal dus anders moeten. Maar hoe? Enige ideeën. Verder lezen Politiek Kwartier | Eén regeling voor alle woningen

Politiek Kwartier | Tussen bijstand en basisinkomen

COLUMN – Hoe we van de bijstand richting basisinkomen kunnen bewegen. En waarom dat stap voor stap voordelen oplevert.

Het basisinkomen is hot. Naar aanleiding van de campagnes voor het referendum in Zwitserland en het burgerinitiatief in de EU zette Sargasso anderhalf jaar terug een serie over het basisinkomen op. De Correspondent pakte dat verhaal over en maakte het in Nederland tot een hype.

En inmiddels rommelt het binnen de gevestigde partijen. De congressen van D66 en de PvdA namen moties voor een basisinkomen aan, en ook raads- en kamerleden van GroenLinks nemen de discussie serieus.

Maar deze discussie heeft ondertussen wel de neiging erg theoretisch van karakter te blijven. De modellen voor een basisinkomen lopen dan ook sterk uiteen, en kennen allemaal problemen en onbeantwoorde vragen.

Om het niet bij dagdromerij alleen te houden, zouden we moeten onderzoeken wat we tot nu toe van de discussie hebben kunnen leren en toe kunnen passen in de praktijk.

Verder lezen Politiek Kwartier | Tussen bijstand en basisinkomen

Politiek Kwartier | Inkomenszekerheid

COLUMN – De komende afleveringen van Politiek Kwartier laat Klokwerk de politieke actualiteit voor wat ze is, en gaan we ons buigen over mogelijke alternatieven voor sociale zekerheid.

Ons sociale stelsel is hopeloos ingewikkeld, kostbaar in de uitvoering, biedt veel mensen nauwelijks zekerheid, en is vaak ronduit denigrerend. Daarbij wordt het door de politiek met de kaasschaaf mishandeld en door marktwerking ondermijnd. Dat moet beter kunnen.

Hoe zou een ideaal sociaal stelsel eruit zien? Mijns inziens zou die bestaan uit slechts drie regelingen.

Ten eerste een uitkering voor het inkomen tot het bestaansminimum. Hiervoor denk ik aan een uitkering die enigszins lijkt op het inmiddels veelbesproken basisinkomen.

Het is door veel mensen al opgemerkt: een basisinkomen is een zeer karige vorm van sociale zekerheid. Een aanvaardbaar alternatief voor ons huidige stelsel zou daarom daarbovenop een regeling moeten hebben van doorbetaling van eventueel aanwezig aanvullend inkomen. Dit is de tweede regeling.

Ten derde zou er behoefte zijn aan een verzekering voor ziektekosten.

Meer regelingen zouden mijns inziens in een gezonde samenleving niet nodig moeten zijn. Onze samenleving kent echter grote problemen met woonvoorzieningen, en daarmee samenhangend grote verschillen in woonkosten. Dit vraagt om een vierde regeling.

Al deze regelingen zouden los van elkaar ingevoerd kunnen worden. Ik bespreek deze week de regeling voor aanvullend inkomen. Verder lezen Politiek Kwartier | Inkomenszekerheid

Politiek Kwartier | Agenda richting basisinkomen

COLUMN – Met een aantal aanpassingen van ons huidige sociale stelsel zijn al een hoop voordelen van een basisinkomen snel te behalen. 

Het basisinkomen: Rutte ziet er niets in, en het kader van de SP is hard bezig zijn achterban te ontmoedigen.

Toch is het denken hierover momenteel sterk in opkomst. Binnen GroenLinks rommelde het al langer in die richting. En deze week nam D66 op haar congres een motie aan voor nieuw onderzoek naar een basisinkomen. Drie kwart van de Volkskrantlezers geeft daarop aan wel wat in dit idee te zien.

Het basisinkomen is hot. Maar het is geen toverwoord waarmee alles gezegd is. Over hoe een sociaal stelsel met een basisinkomen eruit zou kunnen zien zijn namelijk nogal wat verschillende meningen in omloop. Verder lezen Politiek Kwartier | Agenda richting basisinkomen

Politiek Kwartier | De religie van het vaste contract

Het rotsvaste geloof van de politiek in het vaste contract maakt de sociale zekerheid uiteindelijk kapot.

Asscher snapt het nog steeds niet.

In de uitzending van EenVandaag gisteren over flexwerkers en mensen met een vast contract stelde VNO-NCW voorzitter Hans de Boer dat een vaste baan ‘een leugen’ is.

De groei van het corps ‘flexkrachten’ komt niet door een werkgeversreligie, stelt Hans de Boer. Het is een fact of life dat in de huidige markt het aantal flexwerkers groeit.

Een hele ramp voor de rechten van werkend Nederland. Mensen die werken met een tijdelijk contract of op oproepbasis hebben geen ontslagbescherming, en missen vaak een hele hoop voordeeltjes die voor vaste krachten middels de CAO’s geregeld zijn.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over het groeiende leger zzp’ers. Mensen met flexcontracten hebben tenminste nog recht op WW. Dit recht moeten zzp’ers ook ontberen.

De trek van vaste contracten naar flexwerk betekent daarmee een flinke ondermijning van de sociale zekerheid. En Lodewijk Asscher verzet zich hier dan ook tegen. Volgens hem is de groei van het aantal flexwerkers geen natuurverschijnsel, maar een keuze: de keuze van ondernemers. In EenVandaag doet hij een wanhopig beroep op het geweten van ondernemers.

Een fraai stukje ‘killing the messenger’.

Waarom begrijpt Asscher niet dat de groei van het aantal flexwerkers juist wél een natuurverschijnsel is, en dat dit zo blijft zolang het inhuren van flexwerkers door de wetgever veel gunstiger wordt gehouden dan het uitdelen van vaste contracten? Wanneer begrijpt Asscher nu eindelijk dat niet de werkgevers, maar hijzelf degene is die hier iets aan dient te veranderen? Verder lezen Politiek Kwartier | De religie van het vaste contract

Politiek Kwartier | Oneerlijk

Nog veel erger dan dat er bezuinigd wordt op sociale zekerheid, is de manier waarop.

Het is bekend: het kabinet Rutte II wil flink bezuinigen op de sociale zekerheid. Een kleine greep uit de maatregelen:

De bijstand wordt verder omgetoverd in een systeem van boetes en strafkortingen, die worden uitgedeeld aan mensen die zogenaamd niet genoeg hun best doen om aan een baan te komen.

Zeker in een tijd waarin ook gemotiveerde mensen niet aan een baan geraken is het nut hiervan ver te zoeken. Maar het levert geld op.

Veel geld wordt ondertussen al binnengehaald met de vernieuwde fraudewet. Als iemand een verkeerde opgave doet in zijn voordeel, moet hij of zij 200% van dat bedrag terugstorten met het uitgangspunt: schuldig tot het tegendeel bewezen is.

Het behoeft geen bewijs dat door deze maatregel veel mensen die te goeder trouw waren beboet worden, en er ook mensen door in moeilijkheden komen. Maar het levert wat op.

En dan hebben we ook nog de mantelzorgboete: mensen die bij elkaar intrekken om voor elkaar te zorgen mogen driehonderd euro per maand inleveren. Zogenaamd omdat mensen die samenwonen toch zoveel voordeliger uit zijn.

Het is nauwelijks te verdedigen, maar er moest nog een bezuiniging ingeboekt worden.

Deze maatregelen kennen één grote overeenkomst: ze worden verdedigd met argumenten die teruggaan op een beroep op ‘eerlijkheid’, maar leveren het tegendeel op. De bezuinigingen worden niet eerlijk verdeeld maar afgewenteld op enkele mensen die keihard op hun bek gaan, omdat ze onterecht door het systeem als zondebok worden bestempeld.

Daarbij blijft er op deze manier van ons sociale stelsel niets meer over. Het vangnet mag inmiddels niet meer zo heten, want het zit vol met grote gapende gaten. Sociale zekerheid verwordt langzaam tot sociale onzekerheid, met een verregaande afhankelijkheid van de grillen van ambtenaren.

Als dit kabinet er echt op uit was de bezuinigingen op de sociale zekerheid zo eerlijk mogelijk door te voeren, dan had de ballen om alle uitkeringen met een paar tientjes omlaag te brengen. Pijnlijk en hard, maar het zou in ieder geval eerlijker zijn dan de hypocriete manier waarop nu wordt bezuinigd.

Maar nog veel beter zou het zijn te bezuinigen op de uitvoering van ons wezenloos ingewikkelde sociale stelsel.

De bovenstaande ingrepen zijn niet alleen fundamenteel oneerlijk en helpen niemand sneller aan het werk, ze zijn ook duur in de uitvoering en daardoor als bezuinigingen weinig efficiënt. En niet alleen de nieuwe maatregelen kosten veel geld. Dat geldt ook voor oude controlemaatregelen, en dan met name de sollicitatieplicht.

In tijden van grote werkloosheid alle werklozen door ambtenaren laten controleren is ontzettend kostbaar. En dat terwijl de sollicitatieplicht juist in deze tijden volledig zinloos is. Want er staan al honderdduizenden zeer gemotiveerde mensen aan de kant. Door mensen te dwingen nog harder te solliciteren komen er echt niet meer banen bij.

In plaats van het inbouwen van steeds meer zinloze dwang, met steeds meer controles, strafmaatregelen en zinloze prikkels, zou de politiek juist nu moeten streven naar een versimpeling van het sociale stelsel. Daardoor zou dit stelsel niet alleen veel goedkoper kunnen worden, maar ook minder fraude- en foutgevoelig, en daarmee uiteindelijk ook veel eerlijker.

Bovendien zouden we een vangnet houden dat ook echt zo mag heten.

Helaas doet dit kabinet precies het omgekeerde. Met de omgekeerde effecten.

Politiek Kwartier | Een boete op samenleven

COLUMN – Niet alleen de kostendelersnorm, het hele idee om samenleven te beboeten hoort bij de ‘maatwerkziekte’ die uiteindelijk de sociale zekerheid ondermijnt.

Afgelopen weken is veel gedebatteerd over de zogenaamde kostendelersnorm, door tegenstanders ook wel de mantelzorgboete genoemd. Een bejaarde die een familielid in huis neemt mag vanaf volgend jaar juli driehonderd euro per maand van zijn of haar AOW inleveren.

Dit terwijl het kabinet Rutte II tevens bedacht heeft dat het flink op de zorg kan bezuinigen door werk af te schuiven op vrijwilligers. Verplegend personeel kan ontslagen worden om dat werk dan gratis laten doen door mensen die toch niet veel omhanden hebben… bijvoorbeeld omdat ze net ontslagen zijn. En wanneer deze mensen niet willen, dan dwingen we ze wel door middel van boetes op een uitkering.

Maar het houdt hier dus niet op, want wie geconfronteerd wordt met wegvallende zorg voor oma, en oordeelt dat het dan maar handig is om voor de 24-uurszorg die nodig is bij oma in te trekken, ziet oma dus per juli volgend jaar beboet met driehonderd euro per maand. Mensen worden hiermee driedubbel gepakt.

Logisch, zegt Klijnsma. Mensen die samenwonen hoeven minder uit te geven. En dan kan de uitkering ook wel wat minder hoog zijn.

Op zich lijkt deze gedachte consequent. AOW’ers die samenwonen krijgen ook minder geld. Precies hetzelfde geldt voor mensen met een bijstandsuitkering.

Maar is dat wel zo consequent? Voor mensen met een WW-uitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering geldt dit immers niet. En ook voor mensen met een baan die samen gaan wonen gaan de belastingen niet omhoog.

Dat laatste zou Klijnsma eens moeten durven voorstellen. Het land zou te klein zijn. Waarom laten we het dan wel gebeuren met mensen met een AOW of Bijstanduitkering?

Voor de samenleving is het aan alle kanten gunstig als mensen gaan samenwonen. Het drukt het beroep dat op de zorg wordt gedaan, vaak ook als het gaat om niet-erkende mantelzorgers. Daarbij is het gunstig vanwege ons chronisch tekort aan woonruimte. Verder gebruiken mensen die op één adres wonen gemiddeld minder energie. Allemaal wenselijke zaken. Wie samen gaat wonen mag daar daarom van mij best ook zelf voordeel hebben.

Daarbij is het telkens willen toepassen van maatwerk dodelijk in de sociale zekerheid. De bedilzucht van de overheid neemt hierdoor alleen maar toe. Er moet weer gecontroleerd worden wie er samenwoont en wie niet. Tandenborstels tellen dus. Ook de bureaucratie neemt toe. En er ontstaan weer allerlei mogelijkheden tot fraude, terwijl aan de andere kant mensen die we eigenlijk juist zouden willen helpen net overal buiten de boot vallen, of tegen een muur van regels aanlopen.

Zoals in dit geval de mantelzorgers. Want zij zijn het slachtoffer van een denktrant die niet alleen door Klijnsma, maar ook door de verzetshelden tegen de kostendelersnorm, zoals het CNV en de Christenlijke partijen, uiteindelijk heel logisch genoemd wordt. Maar voor de mantelzorgers dan weer even niet.

Het is typisch Nederlands om hier vervolgens dan weer een uitzondering voor te gaan verzinnen. En zo holt al decennia ons sociale stelsel achteruit, doordat we het verzuipen in regelgeving. Uiteindelijk komen we te zitten met een systeem dat naast onuitvoerbaar en fraudegevoelig in praktijk ook nog eens aan alle kanten onrechtvaardig blijkt te zijn, en juist dat stimuleert wat uiteindelijk het meest kostbaar is.

Politiek Kwartier | Schuldig tot het tegendeel bewezen is

COLUMN – De Fraudewet gaat uit van de schuld van mensen. Een uitgangspunt dat behalve oneerlijk ook nog eens kostbaar is.

In het strafrecht geldt het principe: onschuldig totdat schuld bewezen is. Dit gaat op voor ernstige zaken als moord en doodslag, maar ook voor oplichting en vermogensdelicten.

In de sociale zekerheid geldt sinds de invoering van de zogenaamde Fraudewet op 1 januari 2013 echter het omgekeerde principe. Als iemand door een administratiefout onterecht een te hoge uitkering krijgt, moet hij bewijzen dat hij te goeder trouw was. Lukt dat niet, dan kan deze persoon een forse boete niet meer ontlopen.

In sociale zekerheidsland zijn mensen bij het constateren van een misstand dus schuldig tot het tegendeel bewezen is.

Dit ligt helemaal in lijn met een cultuur waarin werklozen worden afgeschilderd als profiteurs die moeten worden geleerd eindelijk eens zelf wat te doen om aan een baan te komen.

Dat deze cultuur schril afsteekt tegen de realiteit van een groot gebrek aan vacatures, heeft haar tot op de dag van vandaag nog niet aangetast.

De zogenaamde Fraudewet blijkt ondertussen vanaf de implementatie al vele misstanden op te leveren. Maar minister Asscher heeft aan deze signalen geen boodschap. Hij wil de officiële evaluatie van de wet afwachten.

Die evaluatie zal echter niets anders uitwijzen wat we nu weten, en eigenlijk al lang zagen aankomen: duizenden mensen komen in de moeilijkheden doordat ze tegen de bureaucratische muur oplopen van instanties als het UWV en de Sociale Diensten.

Asscher wil echter niet graag aan de Fraudewet tornen, omdat fraude ‘het draagvlak onder de sociale zekerheid ondermijnt’.

En daarom gaan we onschuldige mensen maar als fraudeurs behandelen?

Waarom laten we ons sociale stelsel eigenlijk om zeep helpen door jaloerse mensen die uitkeringsgerechtigden toch altijd wel zullen blijven beschouwen als klaplopers – totdat ze zelf een keer ziek worden of hun baan verliezen uiteraard?

En hoe zit dat met het draagvlak voor de sociale zekerheid als uitvoerende instanties niet alleen een potje maken van hun administratie en dienstverlening, maar dit ook nog eens kunnen aangrijpen om mensen de rechten te ontnemen waarvoor ze jarenlang premie hebben betaald?

Bullshit. In werkelijkheid is draagvlak niet het argument. Dit kabinet wringt zich in de raarste bochten om op de sociale zekerheid kunnen bezuinigen. En als dat niet op een rechtvaardige manier kan, dan maar op een onrechtvaardige manier. Want mensen die geen oplichters zijn beboeten is ronduit immoreel.

Het is daarbij echter nog maar zeer de vraag of deze aanpak van fraude wel zo kostenefficiënt is.

Iemand die een onrechtvaardige boete moet betalen schrijft een bezwaarschrift. En ook al wordt dat bezwaarschrift op basis van de Fraudewet sowieso ongegrond verklaard, dan nog lijkt het mij sterk dat de behandeling van al die protesten zo goedkoop is. Het UWV heeft haar administratie toch al nauwelijks onder controle.

Daarbij blijkt dat mensen door de boetes in financiële moeilijkheden komen en daardoor nota bene vaker gaan frauderen en langer in de uitkering blijven zitten. Het geld dat met de boetes wordt gewonnen, lekt zo vanzelf weer weg.

Het uitgaan van wantrouwen zou dus uiteindelijk wel eens flink duur kunnen uitpakken. En dat is dan cynisch genoeg het enige rechtvaardige aan de hele zaak.

Politiek Kwartier – Het basisinkomen als basis voor discussie

COLUMN – Na de aftrap in deze column liep de afgelopen weken op Sargasso een serie over het basisinkomen. Een korte terugblik.

Dat het idee van een basisinkomen veel reacties oproept, hebben we de afgelopen maand hier op Sargasso wel gemerkt. In de discussies werd ook goed duidelijk dat een basisinkomen onnoemelijk veel economische en sociale effecten zou hebben.

Waar tegenstanders uiteraard graag de negatieve effecten benadrukten, legden voorstanders graag de nadruk op de positieve effecten. De waarheid is echter dat niemand bij benadering kan voorspellen hoe groot die effecten zullen zijn.

Daarbij zullen deze sterk afhangen van de hoogte van het basisinkomen, de eventuele voorwaarden eraan, en de zaken waar het basisinkomen vervangend voor moet zijn.

Daar bleek onder de voorstanders echter absoluut geen overeenstemming over. Nog verder verdeeld waren zij over het opbrengen van de kosten. Ja, het basisinkomen hoort voor burgers een kosten-neutrale ingreep te zijn, maar hoe het uitgedeelde geld weer moet worden teruggehaald? Via de loonbelasting, via de BTW, via accijnzen of via bezuinigingen op bestaande regelingen? Of een combinatie van al deze zaken? Zoveel mensen, zoveel meningen.

Er is kortom niet één basisinkomen-model. Er zijn er vele. In feite becommentarieerde ieder stuk, zelfs iedere reactie, een ander sociaal stelsel. Maar een paar algemene conclusies kunnen we uit deze serie wel trekken.

Ten eerste dat ‘onvoorwaardelijk’ een relatief begrip is. Men ontkomt er niet aan om voorwaarden te stellen aan een basisinkomen. In ieder geval is het burgerschap een voorwaarde, maar voorstanders pleitten soms ook voor afhankelijkheden als leeftijdsgrenzen of de woonsituatie.

Ten tweede dat een basisinkomen nooit vervangend kan zijn voor alle uitkeringen. Met name loondoorbetaling en ziektekosten zijn schadeposten die daarvoor simpelweg te variabel zijn.

Ten derde dat het in één keer invoeren van een basisinkomen veel te risicovol zou zijn, omdat niemand ook maar een idee heeft van de daadwerkelijke effecten.

Geen sluitende theorie, en niet probleemloos dus. Maar dat betekent niet dat het alternatief beter is. In tegenstelling tot wat Michel suggereert, is ook het model van de verzorgingsstaat niet zonder fundamentele problemen.

De behoefte om voor iedereen een passende regeling te vinden resulteert in rechtsongelijkheid en een woud van regels, waarin men zonder jurist vaak zijn recht niet kan vinden. De sollicitatieplicht levert daarbij noodzakelijkerwijs een bureaucratische controle- en stimuleringsfabriek op. Deze lost de hoge fraudegevoeligheid niet fundamenteel op, maar maakt de sociale zekerheid wel minder toegankelijk. En andersom wordt toetreden tot de arbeidsmarkt weer tegengewerkt door de armoedeval.

Niet voor niets staat onze verzorgingsstaat al jaren op een helling en wordt ze met kaasschaaf en drilboor langzaamaan afgebroken en uitgehold. De wens terug te keren naar het oude stelsel is een ontkenning van de inherente problemen die het systeem kwetsbaar maken. Daarom is het belangrijk fundamentele discussies te voeren over sociale zekerheid, om het te verbeteren en zo te behouden.

Basisinkomen of verzorgingsstaat, het is niet het één of het ander. Er zijn ook mengvormen mogelijk. Het idee om het sociale stelsel sterk te versimpelen, niet alleen om fraudemogelijkheden te beperken en bureaucratie te verminderen, maar ook om gelijkheid en flexibiliteit te bevorderen, blijft daarbij een ijzersterk uitgangspunt, dat in ons huidige stelsel helaas volledig op de achtergrond is geraakt.

Fundamentele discussies als deze worden in de dagelijkse politiek echter nauwelijks gevoerd. Maar daarvoor zijn er dan ook plekken als Sargasso.