Als er iets is waar de natuur niet aan doet, dan is dat aan het in stand houden van natuurmonumenten.
Wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, een heuvel met wat villaatjes ertegen… *
Met ‘natuur’ bedoelen we in Nederland eigenlijk een reeks parken, op natuurlijke of onnatuurlijke wijze ontstaan, zoals de Waddenzee of de hei, of gebieden als de Biesbosch, die zorgvuldig worden gereconstrueerd zoals we denken dat ons land ooit was.
Deze natuurmonumenten worden zorgvuldig beschermd en onderhouden en, desnoods door middel van ecoducten, verbonden tot een ecologische hoofdstructuur.
Prachtig, maar met de Natuur zelf heeft dit niet zoveel te maken.
Een paar weken terug zag ik een documentaire over het verdwijnen van de Brabantse vennen. Een ven bestaat, zo leerde ik, bij gratie van een voedselarme bodem. Maar doordat er in Brabant nogal wat varkensboeren zitten wordt de grond daar langzaamaan vruchtbaarder. Er groeit meer vegetatie en dat gebladerte valt dan in het ven.
En dat is gelijk de zwanenzang van het ven. Het ven bloeit tot een grote dichte vegetatie is ontstaan, en wordt ondieper door het vallende gebladerte en het ontbindend organisch afval. Dit duurt enkele jaren. Dan is het ven verdwenen. Dan is het ven bos geworden.
Een prachtige natuurlijke metamorfose zou je kunnen denken. Maar dat blijkt dus niet de bedoeling. Brabant is dol op zijn vennetjes en de boeren moeten dus geld uittrekken om hun varkenspoep te zuiveren.
Prima, maar dit lijkt mij niets van doen te hebben met milieubeleid. Milieubeleid lijkt mij te draaien om schoon water, schone aarde en schone lucht. Milieubeleid is belangrijk voor ons, om als mensen te kunnen overleven. Dat we daarvoor een zekere dosis groen nodig hebben, is duidelijk. Maar welke vorm dat groen heeft en welke dieren daarin rondscharrelen, is niet van belang.
De Natuur zelf legt geen musea aan. Achteloos laat zij “unieke gebieden” ontstaan, maar even achteloos veegt ze die weer van de kaart. ‘Alles stroomt en niets blijft,’ dichtte Heraclitus al.
Zelfs het milieubeleid is uiteindelijk niet belangrijk voor de Natuur. De Natuur redt zich ook wel zonder ons. Wonderlijk is het te zien hoe zij daarbij al onze troep weet te gebruiken. Zelfs voor de plastic soep in de oceanen vindt zij een functie: waar de mens spreekt over een ecologische ramp, begint moeder Natuur ongestoord aan het bouwen van nieuwe ecologische structuren rond dit nieuwe biotoop.
Dat door ons toedoen veel biotopen verdwijnen kunnen we erg vinden. Maar in feite is het net zo natuurlijk als ons eigen verdwijnen zal zijn. Het tegennatuurlijke van de mens zit in zijn neiging te willen conserveren.
Natuurmonumenten lijken mij daarom bij uitstek te vallen onder het kopje ‘cultuur’. Hoe waardevol ook, met het milieu heeft het niet zoveel te maken, en met de Natuur al helemaal niet. Streven naar het blijvende, dat is iets menselijks. Het ‘Verweile dich du bist so schön,’ van Goethe’s Faust. Dat wij daarin uiteindelijk grandioos zullen falen, dat is onvermijdelijk.
*JC Bloem, domweg gelukkig in de Dapperstraat.