Wouter Bos is het Grote Verhaal kwijt

COLUMN – Wouter Bos vergist zich: zoals ieder collectief heeft de PvdA heeft wel degelijk een Groot Verhaal. Alleen is de partij niet eerlijk in het presenteren daarvan. 

In zijn laatste excuuscolumn in de Volkskrant van afgelopen woensdag probeert Wouter Bos uit te leggen waarom het de PvdA volkomen ontbreekt aan het ‘Grote Verhaal’. Zijn redenering is als volgt: je gaat als persoon met een Groot Verhaal het politiek in, en daarna wordt het vanzelf modderen hoe meer compromissen je sluit, met ten eerste je eigen partij, en vervolgens met coalitiepartners. Het klinkt aannemelijk, maar het is grote onzin.

Het collectief is groter dan het individu

Bos vergeet dat een partij vaak juist een “Groter Verhaal” heeft dan een individu. Sterker nog, dat zou volgens veel denkers in gezond democratisch proces juist het geval moeten zijn. Een compromis is namelijk zeker niet altijd minder dan het origineel. Sterker nog, een compromis kan ook een synthese zijn van ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen, waarbij die beide belangen verenigd zijn in een hoger ideaal.

Zoals de verzorgingsstaat bijvoorbeeld niet alleen maar het knuffelen van mensen inhield, maar daarbij een stabiele afzetmarkt schepte, waarin het voor ondernemers nog makkelijker was om veel geld te verdienen. Of denk aan hoe in onze geschiedenis de godsdienststrijd eindigde in de godsdienstvrijheid en een scheiding van kerk en staat.

Ook al lijkt dat vandaag de dag de staande praktijk, het zogenaamde compromis is hier dus niet alleen maar zomaar water bij de wijn doen. Een goed compromis is juist het vinden van een hogere waarheid, oftewel een Groter Verhaal. Dit is de kerngedachte van het dialectisch denken van Hegel, wat door Marx is overgenomen. Jammer dat Bos dit filosofische gedeelte van de stamvader van het socialisme (waarin hij het socialisme overigens overstijgt) volledig lijkt te vergeten.

Het Grote Verhaal van de PvdA

Goed, tot zover de theorie. Terug naar de PvdA. Ook de PvdA zelf heeft wel degelijk een Groot Verhaal, een gezamenlijk ideaal, een grote lijn waar stevig op gekoerst wordt door al die mensen die de PvdA vormgaven en elkaar in die partij vonden. Alleen, dat is het probleem, de partij probeert dat Grote Verhaal voor de kiezer verborgen te houden, want zo links is dat verhaal uiteindelijk niet. De grote lijn van het PvdA-beleid is sinds de jaren 90 voor de goede verstaander echter vrij duidelijk: het vrije marktdenken van de VVD is volledig overgenomen, privatiseren waar mogelijk is het credo, aangevuld met de visie dat sociaal zwakken door de overheid met behulp van private partners geactiveerd dienen te worden (betuttelsocialisme). De rest is bijzaak.

Ziehier de lijn van Kok tot Asscher/Klijnsma. Bezuinigen op thuiszorg, onderwijs, jeugdzorg, allemaal prima, de tucht van de markt, maar wel extra geld uit blijven trekken voor coaches en andere fopjobbers die zogenaamd banen moeten opleveren. Plus het inbouwen van zoveel mogelijk strafmaatregelen- eh –  prikkels. De eigen top kan na de rit een leuke bestuursfunctie krijgen bij een semi-privaat bedrijf – het moet allemaal wel motiverend blijven voor degenen die het doen natuurlijk.

Dat is in de realiteit het Grote PvdA-verhaal. Allemaal heel consistent, alleen is dat natuurlijk nooit het verhaal wat gepresenteerd wordt tijdens de verkiezingen, want de achterban is daar nu eenmaal niet zo van gecharmeeerd als de beleidsmakers zelf.

Dat gaat een tijdje goed. Na iedere klap presenteert men een nieuwe lijsttrekker met een ‘lekker kontje’ of een rappe vogel die zo vaak de term ‘het eerlijke verhaal’ laat vallen dat je hem bijna weer zou gaan geloven. Maar dit bedrog is natuurlijk eindig. De PvdA staat in de peilingen nu lager dan ooit en ik hoop dat de wet dat een partij die flink verliest in de peilingen nog verder down the drain gaat tijdens de verkiezingen ook dit keer weer uitkomt. De kiezers kunnen zich dan verdelen over de SP, D66 en GroenLinks. Partijen waar je ook van alles op aan kan merken maar ze zijn tenminste duidelijk.

Wilders’ Grote Verhaal

In de titel van zijn column maakt Bos overigens al zijn grootste vergissing. Hij stelt dat Wilders de enige politicus is met een ‘zuiver Groot Verhaal’. Inderdaad, Wilders is een éénling die alles zelf kan bedenken en zijn verhaal nooit hoeft te toetsen aan de realiteit. Maar een groot verhaal wordt het daarmee juist niet. Hij heeft vooral negatieve punten: minder Europa, minder Islam, grenzen dicht etc. Voor sociale zekerheid, in de zorg, over infrastructuur, onderwijs en zelfs defensie ontbreekt ieder verhaal en zwalkt de PVV vrolijk rond terwijl haar leider de ene dag het ene standpunt inneemt en de andere dag de andere. Omdat hij nergens verantwoordelijkheid neemt en nergens zijn handtekening onder zet wordt, hij er ook niet op afgerekend.

Wee de politicus die dit verwart met een Groot Verhaal. Die is zijn eigen verhaal in ieder geval volledig kwijt.

Dit artikel verscheen eerder op Sargasso.nl.

Van Marx naar een basisinkomen

Het denken van Marx verschilt op een paar punten essentieel van het latere socialisme. Dit verschil biedt bij uitstek aanknopingspunten voor de discussie over het basisinkomen.

Waar de naam van Marx valt, moeten veel mensen meteen denken aan het communisme: het systeem van een overheid met ijzeren greep waarin het individu vermorzeld wordt. Er is in Nederland dan ook geen enkele partij van belang waarvan het kader zich graag met Marx associeert.

Behalve één: de SP. Binnen deze partij wordt Marx nog vaak geciteerd, en veel analyses van de partij baseren zich op klassiek-socialistische uitgangspunten zoals de klassenstrijd. Deze uitgangspunten worden ook gebruikt bij het recente verzet van de SP tegen het idee van een basisinkomen.

Basisinkomen

Nu de huidige sociale stelsels aan alle kanten onder druk staan is de discussie over het basisinkomen in Europa en Nederland weer helemaal terug. Aangejaagd door blogs als eerst Sargasso en daarna de Correspondent nemen inmiddels gevestigde politieke partijen het geluid over, meestal via de achterban.

De congressen van D66 en de PvdA hebben ondertussen opgeroepen tot het nemen van proeven met een basisinkomen. Bij GroenLinks zijn het lokale afdelingen die dit punt agenderen, uit onvrede met de huidige ingewikkelde en improductieve bijstandsregelingen. In Groningen en Nijmegen roepen de fracties op tot het doen van experimenten met een basisinkomen. Bij de achterban van GroenLinks leeft dan ook van oudsher veel sympathie voor dit idee.

Reactie van de SP

De SP reageert hier echter volkomen anders op. In het kaderblad ‘de Spanning’ noemt het Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt het basisinkomen een verwerpelijk voorstel. Zijn belangrijkste argumenten ontleent hij aan het marxisme: het basisinkomen ondermijnt volgens hem de arbeidersstrijd, en het zou de vakbeweging bedreigen.

Ulenbelt schetst vervolgens een schrikbeeld van een basisinkomen dat te laag zou zijn om van rond te komen. Hij bespreekt daarbij alleen het meest rechtse model van een basisinkomen: één waarbij alle aanvullende loondoorbetalingsverzekeringen worden afgeschaft.

Maar wat als het basisinkomen nu wél hoog genoeg is om van rond te komen? En wat als het basisinkomen wél aangevuld wordt met andere verzekeringen? Het zou consequent zijn als Ulenbelt dit idee zou omarmen. In plaats daarvan maakt hij in zijn artikel echter een ideologische ommezwaai van 180 graden. In dat geval, stelt het Tweede Kamerlid, komen mensen hun bed niet meer uit. Kortom: mensen zijn volgens Ulenbelt alleen maar te motiveren door geld. Ze moeten dus geprikkeld worden door de angst voor deprivatie.

Met socialisme heeft dit denkbeeld niets meer te maken. Feitelijk komt dit van een heel andere ideologie, een die juist binnen de SP het meest verfoeid wordt: de ideologie van de vrije markt. En niet alleen is dit een rare ideologische draai, het gaat ook tegen de bestaande wetenschappelijke kennis in.

Proeven met vormen van een basisinkomen wijzen juist uit dat een gegarandeerd inkomen op het bestaansminimum zonder voorwaarden mensen eerder prikkelt dan demotiveert. Waarom dit zo is, zou voor iemand met enig psychologisch inzicht overigens niet zo moeilijk zijn om na te gaan. De mens is immers eerder gulzig dan lui. Maar zeer weinig mensen nemen genoegen met een leven in extreme soberheid.

De SP gaat echter verder, en daar toont ze zich wel weer klassiek-socialistisch. Impliciet noemt Ulenbelt de mensen naast lui ook nog eens incompetent. Hij interpreteert het basisinkomen als ‘mensen genadeloos aan de kant zetten’. Met andere woorden: als er geen overheid is om mensen verplichte trajecten op te leggen, dan wordt het nooit wat met ze. Dit is precies het uitgangspunt van ons huidige sociale stelsel.

Problemen met sociale zekerheid

Met dit sociale stelsel, daar zijn alleen nogal wat problemen mee. Het systeem dwingt mensen zonder werk tot het schrijven van nutteloze sollicitaties voor banen die er niet zijn, dwingt ze in trajecten die hun effectiviteit nooit hebbenkunnen bewijzen, en laat ze tegenwoordig zelfs onder dwang werk opknappen onder het minimumloon, waardoor de werkloosheid weer verderstijgt. Het steeds uitbreidende bureaucratische systeem deelt willekeurig strafkortingen uit, bijvoorbeeld aan wie zich niet als een zogenaamde modelburger kleedt, terwijl eigen initiatief wordt afgestraft.

Een en ander begint al bijzonder veel kenmerken te vertonen van het schrikbeeld van het communisme. Uiteraard ziet de SP die problemen ook wel. Als oplossing komt Ulenbelt in zijn artikel echter met voorstellen die zo mogelijk nog ‘communistischer’ aandoen: laat de belastingdienst alle gegevens koppelen en zo de uitkeringen en toeslagen automatisch berekenen en uitbetalen. Daarnaast moet de overheid banen regelen en mensen tewerkstellen en moeten de uitkeringen omhoog. Conclusie: privacy en eigen initiatief zijn niet belangrijk. Verder heeft de SP geen antwoord op het probleem van de armoedeval.

Alternatieven

Hier dient GroenLinks zich als vrijzinnige partij mijns inziens te onderscheiden van de SP, door te kiezen voor meer fundamentele alternatieven. Daarbij kan de filosofie van Marx verrassend genoeg steun bieden.

Op deze site is al uitgebreid aangestipt dat de filosofie van Marx meer inhoudt dan alleen een oproep tot klassenstrijd. Marx geeft een messcherpe analyse van de verhouding tussen arbeid en kapitaal, en weet de vinger precies op de zere plek te leggen van het uitgangspunt van een eeuwig doorgroeiende economie die drijft op speculatie.

Maar er is meer. Marx verschilt ook wezenlijk van zijn socialistische volgelingen. Over de concrete inrichting van zijn ideale maatschappij zegt Marx niet zoveel, maar in tegenstelling tot de communisten en de sociaaldemocratie geloofde Marx heilig in eigen initiatief. Marx meende dat het volk zichzelf moet verheffen. Het idee van een overheid die individuen disciplineert en activeert komt dan wel voor in het communisme, Marx zou het een gruwel zijn geweest.

Dialectiek

Daarnaast was Marx een leerling van de filosoof Hegel, die het dialectische model van these-antithese-synthese in de filosofie introduceerde. Hegel paste dit model toe bij zijn analyse van de historische ontwikkeling van de geest, Marx paste dit vervolgens toe op zijn analyse van de economie. Misschien kunnen we die analyse met de kennis van nu nog verder extrapoleren.

Na het leven van Marx mondde de strijd tussen het klassieke kapitalisme (these) en socialisme (antithese) uit in de sociaal-democratie (synthese). De zogenaamde Verelendung werd geremd, maar crises bleven bestaan. De synthese bracht daarbij weer nieuwe problemen met zich mee: een betuttelend en bureaucratisch systeem dat mensen beknot en beperkt.

Een systeem dat bovendien een groot deel van de sociale zekerheid laat lopen via de werkgever, waardoor werknemers alsnog van die werkgevers afhankelijk blijven en mensen zonder vast contract minder sociale rechten hebben. Een systeem dat met name werkverschaffing betekent voor juristen, en waarin het vinden van werk vanuit een uitkering financieel wordt afgestraft middels het stopzetten van die uitkering. Een systeem dat er bovendien niet in slaagt om economische zelfstandigheid te bevechten voor mensen die geen kostwinner zijn.

Daarop ontstaat nu gelukkig een nieuwe antithese: de roep om een ander systeem, dat simpeler is, helder, transparant, mensen in hun waarde laat en maximale vrijheid geeft voor eigen initiatief. Een systeem dat deze verbeteringen combineert met gelijke basisrechten en financiële autonomie voor iedereen. Een sociaal systeem waar kortom een vorm van een basisinkomen onderdeel van is.

Volgens mij draait Marx zich om in zijn graf wanneer zelfverklaarde socialisten een dergelijk systeem afwijzen. Het wordt tijd dat GroenLinks het voortouw neemt en alternatieven formuleert voor huidige regelingen van de sociale zekerheid. Een gegarandeerd basisinkomen met zo weinig mogelijk voorwaarden kan hierbij het uitgangspunt zijn.

(Dit artikel verscheen in januari 2015 voor De Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks.)