COLUMN – Een morrend volk duidt niet op een teveel aan democratie, maar op een gebrek daaraan.
Het was een moedige oproep van ‘acht intellectuelen’, om anti-EU populisme geen podium meer te bieden. Maar ook een domme oproep.
Een dergelijke oproep tot censuur is koren op de molen van mensen als Thierry Baudet en Bastiaan Rijpkema. En los van dat ze er niet vies van zijn feiten te negeren, verdraaien en op te blazen, hebben ze een punt: er klopt iets niet met de democratie in Europa. Het antwoord hierop is geen niets-aan-de-hand-column van acht zelfbenoemde intellectuelen.
Maar het kan nog bonter. De drie ex-bewindslieden Rick van der Ploeg, Aart Jan de Geus en Hans Hoogervorst verklaarden deze week onze nationale democratie failliet, en stelden daarop voor een flinke kiesdrempel in te stellen om van een hoop gezeur af te zijn.
In Europa zijn alle stukken openbaar, zeggen de eerstgenoemden, en mogen de nationale parlementen op iedere stap hun fiat geven.
Maar de inspraak en besluitvorming zijn in de EU uitermate slecht geregeld. Wat in Brussel wordt besproken onttrekt zich voor een groot deel aan de controle van het Europees Parlement, terwijl nationale parlementen slechts geconfronteerd worden met de uitkomsten van lang overleg. Europese leiders worden gekozen in een schimmig wandelgangenproces. Daar zou iedere democraat zich rot voor moeten schamen.
Slagvaardiger wordt het er ook niet op. De EU bleek tijdens de bankencrisis traag en besluiteloos. En Europa slaagt er niet in een vuist maken naar andere grootmachten.
In zo een situatie moet je niet gek staan te kijken van ontevreden kiezers.
Binnenlands moet een hogere kiesdrempel een probleem oplossen dat er niet is. Wie nuchter naar de cijfers van onze parlementaire democratie kijkt, ziet dat kabinetten de laatste tien jaar gemiddeld helemaal niet korter zitten dan de vijftig jaar daarvoor, en ook niet moeizamer gevormd worden. En om nou te zeggen dat we al zestig jaar niet functioneren…
Ook brengt een hoge kiesdrempel ons geen stap dichter bij die makkelijke coalitievorming. Het probleem is juist dat de kiezers verdeeld zijn over zes middelgrote partijen en daartussen flink op drift zijn. Onderling herverdelen van de zetels van de kleintjes gaat daarbij echt niet helpen. Fuseren naar twee grote partijen betekent een jarenlange politieke oorlog. En bovendien blijkt regeren in landen met minder partijen ook niet altijd even makkelijk.
Dit nog los van dat groepen in de samenleving monddood maken nou niet bepaald de methode is om meer draagvlak voor de politiek te kweken. En dat zou toch het eerste doel moeten zijn.
In onze vertegenwoordigende democratie stemt men op partijen, maar heeft iedere partij wel standpunten die een kiezer minder bevallen. Op wat de partijen na de verkiezingen met hun standpunten doen is vanuit de kiezer geen correctie mogelijk. Daarbij gebeurt het in coalitieland regelmatig dat er minderheidsstandpunten worden doorgevoerd. Elkaar iets gunnen, heet dat tegenwoordig.
Het op drift zijn van de kiezer lijkt mij in dat licht niet zo vreemd. In een verzuilde maatschappij met een relatief laaggeschoolde bevolking werkte dit allemaal nog wel. Maar in onze moderne geïndividualiseerde informatiemaatschappij wordt dit steeds minder gepikt.
Het volk mort. Naar de politiek hier en in Europa. Geen wonder. Want in Nederland en in de EU hebben we geen teveel aan democratie, maar juist een gebrek daaraan.