COLUMN – Deze week geeft Klokwerk toe dat onze asielwet fouter is dan Fred Teeven.
Trouwe lezers wisten het al: Klokwerk is geen fan van Fred Teeven. Voor hem staat Teeven voor strengere straffen die in praktijk niet uitgezeten worden, meehuilacties voor slachtoffers die in werkelijkheid blijken te kunnen barsten, en een afbraak van meer effectieve criminaliteitsbestrijding. Zonder Fred maakte de VVD het op justitie al bont genoeg, onder hem is het pas echt een puinzooi aan het worden.
Sowieso had de man na zijn opmerking over het risico van het “vak” van inbreker al nooit terug mogen komen. Iemand die het doodslaan van mensen goedpraat, hoort geen staatssecretaris te zijn. Maar er moesten kennelijk eerst doden onder Teevens eigen verantwoordelijkheid vallen voordat zijn positie een keer ter discussie werd gesteld.
Een inkopper voor Klokwerk zal je denken. Toch moet ik nu mild zijn. De zaak Dolmatov ligt niet alleen aan Teeven. Ons hele asielbeleid deugt niet. Voor geen meter.
Een grote bek opzetten tegen Poetin over de mensenrechten, ja, dat kunnen Nederlanders. Maar als het puntje bij paaltje komt nemen we er zelf graag een loopje mee. Vorige week bleek maar weer dat wanneer je moet vluchten uit Rusland omdat oom Poetin vindt dat je een te grote mond hebt, je hier kans maakt wederrechtelijk te worden vastgezet terwijl je een advocaat en de nodige zorg wordt onthouden.
En dit is alles behalve een incident. Met de asielwet zoeken we qua mensenrechten al jarenlang de grenzen op. Verdonk botste er regelmatig mee. Het regeerakkoord van het kabinet Rutte I stond vol met voorstellen die er recht tegenin gingen. Als er een paar asielzoekers verbranden huilen we wat krokodillentranen, maar leren doen we er niet van. En nu mag Fred van de PvdA aanblijven in de ruil voor “meer humaniteit” in de asielprocedure.
Maar die komt er niet. Vergeet het maar. De fatale fout zit namelijk niet in de uitvoering. Die zit in de asielwet zelf; de vreemdelingenwet die nota bene in 2000 door de PvdA-kopstuk Job Cohen in elkaar is geflanst.
Die asielwet wil niet dat we mensen beoordelen op wie ze zijn, maar op waar ze vandaan komen. En dat is niet alleen strijdig met onze eigen morele uitgangspunten, het leidt in praktijk tot ellenlange asielprocedures. Tot mensen in kampementen die niet mogen werken, en dus gedwongen zijn zich te vervelen, wat uiteindelijk weer leidt tot problemen bij een eventuele inburgering. En tot mensen die uitgezet worden naar oorlogsgebied. Tot kinderen die worden uitgezet naar landen waar ze geen herinnering van hebben. Tot vluchtelingen die terug moeten maar niet terug kunnen, en daarom opgesloten worden of worden gedwongen op straat te leven.
Deze wet schept kortom onmogelijke en absurde situaties, die eigenlijk wel moeten leiden tot Kafkaëske verschijnselen, zoals doden die vallen door een verkeerd vinkje bij een vakje “verwijderbaar”.
Terwijl het zoveel beter kan. Of je nu vindt dat er teveel asielzoekers zijn of niet, in beide gevallen zou het veel beter werken als we mensen beoordelen op hun mogelijkheden. Niet op wat je deed en waar je vandaan komt, maar wat je kan en waar je naartoe kan.
Dat is in het belang van iedereen. Niet alleen in het belang van de asielzoeker en de mensenrechten, maar zelfs in het belang van de belastingbetaler.
Maar zolang door ons beleid mensen letterlijk de dood vinden, kan die laatste mij eerlijk gezegd m’n rug op.