De vrijheid en het boerkini-verbod

OPINIE – Inmiddels heeft ook de socialistische premier van Frankrijk Valls zich achter het Boerkini-verbod geschaard, dat in verschillende Franse badplaatsen is afgekondigd, omdat zwemkleding die het hele lichaam en gezicht bedekt, niet verenigbaar zou zijn met “de goede moraal en het secularisme”.

De onbedekte huid als verplicht uniform voor de staatsmoraal. Het is wel eens andersom geweest. Vrouwen verplichten zich uit te kleden in naam van de vrijheid. Het griezelige is dat zo weinig mensen inzien hoe absurd dit eigenlijk is.

Maar… volgens Valls is de boerkini “de belichaming van een politiek project”. “Dat project is bedoeld om vrouwen tot slaaf te maken”. Nu, daarmee geeft hij tenminste een beter argument dan politici die menen dat onder iedere burka een mitrailleur verborgen zou zitten.

Natuurlijk, dat ‘project’ is er. Het is wel degelijk zo dat in religieuze kringen een grote druk op vrouwen wordt uitgeoefend om zich bedekt te kleden en zich onderdanig te gedragen. Iedere Abrahamistische godsdienst deelt vrouwen een ‘andere’ rol toe dan mannen. Vanuit streng gelovige kringen vindt de druk op vrouwen wel degelijk plaats, en die moeten we zeker serieus nemen.

Maar het idee dat er ook vrouwen zouden kunnen zijn die zelf misschien graag wat meer bedekt zouden willen zwemmen, wellicht uit preutsheid, wellicht uit eigen overtuiging, dat komt in de belevingswereld van Valls kennelijk niet voor.

Het echte antwoord op de druk van mannen naar vrouwen toe? Wat mij betreft zouden er nog veel meer laagdrempelige meldpunten moeten komen voor vrouwen die gedwongen worden zich anders te gedragen, en dus ook anders te kleden dan zij willen. Wanneer een vrouw door mannen gedwongen wordt zich in bedekkende kledij te wikkelen, zou de rechter wat mij betreft hard in moeten kunnen grijpen.

Een actieve bescherming van vrouwen en meisjes tegen hun echtgenoten en vaders. Dat betekent werk aan de winkel voor Blijf-van-mijn-lijf-huizen, de politie, rechters, postbus 51-achtige organisaties, en scholen voor signalering, het actief benaderen van mogelijke slachtoffers en het geven van voorlichting. Laat die instanties een norm stellen, en vrouwen bijstaan, en ze zo de macht geven om op te staan tegen hun onderdrukkers.

Dat helpt. Zo hebben we ook de druk van het Christendom op vrouwenrechten weten terug te dringen. Niet door een heksenjacht op hoofddoekjes, die 75 jaar geleden ook in ons christelijke straatbeeld nog heel normaal waren (de katholieke kerk schafte de verplichting van het dragen van een hoofddoekje tijdens de mis pas in 1965 af), niet door aanrechtverboden en het instellen van een maximale roklengte, maar doordat vrouwen zélf opstonden, en de maatschappij naar ze luisterde, en hen (uiteindelijk) in hun streven naar vrijheid actief ondersteunde, in hun strijd tegen mannen en instanties die hen hun toegenomen rechten bleven ontkennen. Dat is emancipatie. Dat is vrijheid.

En via die meldpunten kunnen dan ook gelijk de steden die bepaalde kleding verbieden aangeklaagd worden, en mensen die zich agressief naar vrouwen in boerkini gedragen. Want vrijheid is vrijheid. Vrouwen wettelijk verplichten zich uit te kleden op het strand voordat ze de zee in mogen – dat heeft met vrijheid niets te maken.

Dit bericht verscheen eerder op Sargasso.nl

Politiek Kwartier – Ongeëmancipeerd Feminisme

COLUMN – Waarin Klokwerk zich verwondert over het schrijnende gebrek aan waardering van het kabinet voor zorgtaken.

Eigenlijk leven we in een uitzonderlijke samenleving. Tot voor kort leefden we – net als in alle andere culturen – nog in grote families of kleine gemeenschappen. De mannen zorgden voor het inkomen, de vrouwen voor het huishouden, en oma lette op de koters. Eenmaal wat groter geworden letten de koters dan weer een beetje op oma.

Ideaal is dat model niet. De sociale zekerheid is beperkt tot de groep, outsiders zijn het haasje, en een vrije keuze voor welke rol je zelf vervult is er meestal niet.

Onze moderne samenleving is anders. Een gezin, een koppel of een alleenstaande is bij ons de norm. Onderlinge afhankelijkheid is beperkt en woongroepen zijn zeldzaam. Onze woningmarkt en onze sociale zekerheid zijn dan ook niet op groepen gericht. Huursubsidie of bijstand in een woongroep? Erg lastig.

Prima, maar zo een samenleving kan alleen bestaan bij gratie van bejaardentehuizen, thuiszorg en kinderopvang.

Nu zegt het kabinet bij monde van Martin van Rijn echter dat deze zorgtaken maar weer gratis binnen de gemeenschap gedaan moeten worden. Een tendens die al langer heerst. Want professionele opvang wordt ons allemaal veel te duur.

Tegelijkertijd zegt Bussemaker namens datzelfde kabinet dat wie zich volledig toelegt op de rol van zorgverlener zich maar flink schuldig moet gaan voelen. Want wie alleen zorgt, die verdient niet. Die teert op de zak van de partner of de staat. En vooral dat laatste mag natuurlijk niet.

We moeten dus én volledig zelfstandig zijn én gratis voor elkaar gaan zorgen.

Maar de supermens die dat allemaal kan is helaas nogal zeldzaam. Zelfs het combineren van carrière en gezin is voor mensen met een partner vaak al lastig. Dat is het helemaal voor alleenstaande ouders. De combinatie is dan ook een bepalende factor voor ziekteverzuim.

Niet voor niets zijn vrouwen drie keer zo vaak ziek als mannen: de zorgtaken komen immers meestal bij hen terecht. En van de mantelzorgers zakt nu al vijftien procent bijna door zijn hoeven. Dit zijn niet alleen menselijke drama’s, het kost ook geld.

Deze gegevens lijken me daarom absoluut geen aanleiding tot een oproep om vooral meer gratis zorg te gaan leveren. Misschien moeten we in plaats daarvan eens accepteren dat de onafhankelijke mens niet bestaat. In ieder geval geen heel leven lang. In verschillende levensfases zijn we nu eenmaal afhankelijk van zorg en opvoeding.

Eigenlijk zijn de mensen die deze zorg en opvoeding leveren de belangrijkste mensen van de maatschappij. Want als het daar mis gaat, dan gaat het ook goed mis.

Maar veel betalen doen we ze niet. Wie veel wil verdienen moet achter een bureau of aan een vergadertafel gaan zitten, en geen lakens verschonen. Want zorg geven hoort gratis te gebeuren, met als dank een trap na omdat je ‘niet zelfstandig’ zou zijn.

Bussemaker zegt zich zorgen te maken over emancipatie. Maar wie werkelijk geeft om emancipatie pleit er in onze tijd voor om ook de andere rollen dan de traditionele mannelijke meer te gaan waarderen. Met woorden, en wellicht zelfs door middel van beloning.

Want als je wilt dat mensen zelfstandig worden, betaal ze dan ook gewoon voor wat ze aan waarde toevoegen. Het is duidelijk dat het kabinet juist voor het tegengestelde kiest.

Politiek Kwartier – Gratis Vrijwilligers

COLUMN – Deze week ergert Klokwerk zich aan de neiging zoveel mogelijk af te willen schuiven op vrijwilligers.

Dit weekend hield Buma op het CDA-congres een betoog over hoe volgens hem de verzorgingsstaat is doorgeschoten. Doordat zorgtaken geïnstitutionaliseerd zijn, raken mensen volgens hem vervreemd van de zorg. Buma pleit daarop voor een grotere rol voor het gezin in de opvang van elkaar.

Zoiets valt te verwachten van het CDA. Maar de partij krijgt steun uit onverwachte hoek. Ook de “moderne” feminist Simone van Saarloos pleit voor een terugkeer naar het frame van de kostwinnaar en de huissloof die de zorgtaken gratis op zich neemt. Alleen wil zij graag dat mannen zich daar dan meer voor gaan lenen.

Feministisch is dat misschien wel, maar met emancipatie heeft het weinig te maken. Sowieso hoeven mensen die voor zorgtaken kiezen van huidige zelfbenoemde feministen klaarblijkelijk toch al niet zoveel te verwachten.

Buma gaat verder met een emotioneel betoog waarin hij vrijwilligerswerkers de hemel in prijst. Dat komt vaker voor in de politiek, en elke keer denk ik: wat irriteert mij toch zo?

Het idee alles af te schuiven op vrijwilligers vindt steeds meer aanhang. Het kabinet vindt bijvoorbeeld dat in het kader van een kleine overheid de thuiszorg maar beter kan worden afgeschaft om opgepakt te worden door vrijwilligers.

En niet alleen in de zorg heerst de illusie dat er veel geld te besparen is door taken af te schuiven. Ook in de culturele sector en de journalistiek is een beweging aan de gang van betaald naar vrijwilligerswerk.

Dagelijks halen mensen hun films en muziek gratis van het internet, en kunstsubsidie is tegenwoordig vloeken in de kerk. Hoe muzikanten en schrijvers en filmmakers nog aan hun geld moeten komen zoeken ze zelf maar uit. De ene krant na de andere valt om terwijl er zwaar bezuinigd wordt op de publieke omroep, omdat het dagelijkse nieuws meer en meer via de sociale media bij elkaar wordt gesnaaid door mensen die daar niet voor betalen, ondersteund door vrijwilligersblogs zoals dit stelletje sukkels hier dat gratis en voor niets uw dagelijkse portie nieuwsduiding bij elkaar schrijft.

Prima, maar het kost wel werkgelegenheid.

En tenslotte is het mode steeds meer werkzaamheden uit te laten voeren door mensen met behoud van uitkering. Officieel mag dit niet leiden tot een verlies aan betaalde banen, maar onderzoeken van de FNV wijzen uit dat dit precies is wat er gebeurt. De grap is overigens dat dit in praktijk juist leidt tot het tegendeel van een kleine overheid.

Het klinkt allemaal zo leuk en aardig: mensen die puur uit liefde en passie steeds meer voor elkaar gaan doen en daarmee gratis en voor niets belangrijke zaken in de samenleving verzorgen. Maar als dit leidt tot werkloosheid en toenemende afhankelijkheid van mensen gaat er toch iets fundamenteel mis.

Vrijwilligers werken vrijwillig. En niet op afroep omdat de samenleving er een bezuinigingspost in ziet. Als we dat anders willen zien is het misschien eerst eens tijd dat de politiek meer voor vrijwilligers over gaat hebben dan alleen maar mooie woorden en dwang.

Want uiteindelijk kan niemand leven van de wind. Voor niets gaat immers alleen de zon op.