De oorlog tegen armoede is in dit land een oorlog tegen de armen

Het hele sociale systeem van Nederland is keihard en contraproductief, en moet nodig veranderen om de menselijkheid weer terug te krijgen. Wat nodig is, is een systeem waarin iedereen de kosten voor levensonderhoud simpelweg gegarandeerd zijn. Maar ondanks dat de politiek door de toeslagenaffaire langzaam wakker lijkt te worden, is deze omslag nog niet te verwachten.

In het licht van de toeslagenaffaire krijgt in de Nederlandse media nu het volgende bericht eindelijk aandacht: een vrouw in de bijstand wordt een terugvordering en boete opgelegd van potentieel €10.000 euro omdat haar moeder eens in de week boodschappen voor beide deed, en de vrouw dit niet opgegeven had. De gemeente is door de rechtbank in het gelijk gesteld: volgens de participatiewet (een ‘pareltje’ uit de doos van Asscher en Kleinsma), is de vrouw laakbaar.

De politiek lijkt nu door de toeslagenaffaire wakker geschrokken te zijn, en reageert geschokt op het incident. Deze algemene verbazing hierover verbaast mij echter. Dit is niets nieuws, en zoals Joost onder bovenstaande link op deze site al zei, helaas geen uitzondering.
Verder lezen De oorlog tegen armoede is in dit land een oorlog tegen de armen

De VVD-betuttelings-top-10

Zooo… dus de jankertjes van de VVD hebben een betuttelings-top-tien opgesteld? Je moet het lef maar hebben. Want als er één partij betuttelingskoning is, dan is het wel de VVD.

(Update: na de massale kritiek op het artikel heeft de VVD haar betuttelings-top-tien waarin ze zich druk maakte over het verbod op plastic tasjes en open winkelpuien weer offline gehaald. Wij laten dat van ons natuurlijk gewoon staan.)

Toegegeven, niet als het gaat om maatregelen om de medemens en volgende generaties te beschermen tegen het smeerpoetsgedrag van anderen. Maar qua andere verboden gaat de VVD wel heel wat verder dan een verbod op stinkende uitlaten.

En dan gaat het niet om wauwsie voorstellen die geen mens zich nog kan herinneren (behalve de VVD-stagiair die deze sneue top tien opleverde dan), maar om keiharde maatregelen die de VVD ons door de strot gedrukt heeft in de vorm van staande wetgeving.

Daarom, speciaal voor de VVD hierbij een VVD-betuttelings-top-tien: de top tien van betuttelingsmaatregelen die ingevoerd zijn door de VVD dus. Ondernemers en vrije burgers van Nederland, maak je riempje maar vast want dit wordt niet mals. Zijn we er klaar voor? Daar gaan we:

Verder lezen De VVD-betuttelings-top-10

Negatieve inkomstenbelasting: beter dan een basisinkomen?

Een negatieve inkomensbelasting kan voordelen van een basisinkomen combineren met voordelen van ons huidige sociale stelsel

Ieder mens heeft recht op het bestaansminimum. Geen enkel mens zou honger moeten lijden, zich zorgen moeten maken om onderdak, of met onbetaalde rekeningen moeten zitten omdat het geld er gewoon niet is. Als dit niet goed geregeld is, dan is dat niet alleen slecht voor deze mensen zelf, het jaagt ook de samenleving op kosten. Want armoede kost geld. Daar zal in Nederland anno nu misschien niet iedereen het mee eens zijn, maar de overgrote meerderheid wel. En toch krijgen we het in onze welvaartsstaat niet voor elkaar.

Verder lezen Negatieve inkomstenbelasting: beter dan een basisinkomen?

Liever een Vrije-inloopbijstand dan een Participatie-inkomen

ANALYSE – Een Participatie-inkomen vergroot de bureaucratie enorm, terwijl een vrije-inloopbijstand deze verkleint en veel meer voordelen van het basisinkomen meepakt. 

Een klein half jaar terug vonden we in hoogleraar economie Raymond Gradus nog een fervent tegenstander van de gedachte van het basisinkomen. In de Volkskrant publiceerde hij in ieder geval een artikel met argumenten die wel erg makkelijk te weerleggen waren. Gisteren publiceerde hij in Trouw met zijn collega Govert Buijs echter een column waarin hij al half met de gedachte mee lijkt te gaan.

In dit artikel doet Gradus in ieder geval wat hij een half jaar geleden met zijn lofzang op de huidige vormgeving van de sociale zekerheid liet: hij benoemt enkele van de problemen van het huidige sociale stelsel die voor mensen die gecharmeerd zijn van het basisinkomen als motivatie gelden. Hij en zijn collega benoemen nu de relatieve rechteloosheid van zzp’ers en flexwerkers in het huidige sociale stelsel, de steeds groter wordende druk op mensen om ooit betaalde werkzaamheden in de zorg maar gratis in hun vrije tijd op te knappen en de flexibilisering van de arbeidsmarkt plus de bijgaande onzekerheid voor werknemers die dat met zich meebrengt. Ook de armoede- en schuldenproblematiek worden terloops genoemd. Waarvoor hulde.

Gradus en Buijs’ ideeën over hoe daarmee om te gaan zijn in het stuk helaas maar weinig uitgewerkt. De twee lijken echter te pleiten voor een sociaal stelsel waarin mensen aan de sollicitatie-eisen van een sociale uitkering kunnen ontkomen door het opknappen van vrijwilligerswerk of het volgen van scholing. Verder lijken zij het sociale stelsel te willen versimpelen door het samennemen van verschillende uitkeringen, leningen en kortingen, zoals daar zijn de bijstand, het leenstelsel voor studenten, de zelfstandigenaftrek, de arbeidskorting en de algemene heffingskorting.

Naar mijn idee zijn ze hiermee weliswaar half op weg, maar helaas juist precies de verkeerde weg ingeslagen.

 

Versimpeling is in ons hopeloos ingewikkelde sociale stelsel inderdaad erg wenselijk. Gradus en Buijs lijken echter vooral te willen versimpelen op terreinen waar het sociale stelsel in feite het minst ingewikkeld is: bij de inkomens- en vermogenstoetsen.

Daarmee maken ze de doelgroep gelijk bijzonder groot. Want als de inkomens- en vermogenstoetsen uit de uitkering verdwijnen, zal de doelgroep niet alleen de mensen met een uitkering behelzen, maar feitelijk heel Nederland. Tenzij het voorstel zou zijn dat werkenden uitgesloten worden, en dus feitelijk afstand moeten doen van de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de zelfstandigentoeslag die Gradus en Buijs opeisen voor de financiering van hun plan.

Gradus en Buijs stuiten hiermee kortom nu juist op de grootste moeilijkheid van het basisinkomen: de betaalbaarheid. Te meer daar ze in het systeem wel weer vast willen blijven houden aan dat wat ons sociale stelsel nu juist het meest onrechtvaardig, onrendabel en zinloos maakt: het idee dat de overheid mensen moet controleren op hun oprechte inzet, en de oprechte motivatie tijdens die inzet als deze niet rendabel blijkt te zijn. Dus heel Nederland maandelijks op bezoek bij de sociale dienst om te kijken of er in de ogen van de heren ambtenaren wel genoeg en op de juiste manier geparticipeerd wordt? Als dit met een bestand moet gebeuren dat ten opzichte van de bijstand groeit met een factor tien, ontstaat er naast een financieringsprobleem ook een enorm uitvoeringsprobleem. 

Het duo begint dus al met of een fikse lastenverzwaring voor heel werkend Nederland, of een explosie van de sociale zekerheid, en in het slechtste geval beide. Ik hoop niet dat het hier nodig is om nog meer zinnen te wijden aan de (on)wenselijkheid en de (on)betaalbaarheid van zo’n systeem.

Gradus en Buijs doen hier precies het tegengestelde van wat we uit de hele discussie over het basisinkomen hadden kunnen concluderen: namelijk dat die controles en die hele zogenaamde prikkelindustrie een bijzonder kostbare en louter contraproductieve illusie is.

Het vasthouden aan het idee van die controles is puur emotioneel. De heren hebben het over ‘het christelijk-sociale uitgangspunt van wederkerigheid in solidariteit’. Waar de wederkerigheid centraal staat in de Christenlijke denken mogen ze mij eens aanwijzen, maar dit terzijde. Los van die rare verwijzing is de voor-wat-hoort-watmentaliteit natuurlijk iets dat breed gedragen is en wat mij op zich ook wel aanspreekt. Emotioneel gezien ben ik het ermee eens, dus.

Maar daarom is het zo jammer dat de heren hoogleraren niet een keer verder dan hun onderbuik kijken en hun blik eens richten op de feiten. Mensen doen, zo blijkt keer op keer, eerder minder dan méér wanneer ze achter hun broek gezeten worden door ambtenaren die beter menen te weten wat goed voor hen en hun omgeving is dan zijzelf. Om die paar uitvreters misschien te kunnen pakken (misschien: want in iedere wet zit een maas en handige jongens zijn er altijd) betalen we prijs dat we de apathie onder alle uitkeringsgerechtigden juist stimuleren.

Waarom van die kennis geen gebruik van gemaakt? Het is juist de zinloze en geldverslindende ambtelijke mallemolen waar het basisinkomen het eerst mee af wil rekenen, en dát maakt haar zo aantrekkelijk. Mijn conclusie uit de hele discussie is dan ook puur tegengesteld: laat juist die vrij makkelijk te controleren inkomens- en vermogenseisen intact (dat kan gewoon via de belastingdienst gecontroleerd worden: die heeft die data toch al), en begin vooral met het loslaten van alle andere toetredings- en behoudeisen in de bijstand, zodat feitelijk iedereen die zelfstandig leeft en onder een minimuminkomen blijft recht heeft op gedeeltelijke aanzuivering tot 70% van dit minimum*.

Dit systeem, dat ik de vrije-inloopbijstand gedoopt heb, heb ik eerder beschreven op onder andere Joop.nl. Anders dan bij alle andere voorstellen in het kader van een basisinkomen zijn de kosten van dit systeem vrij makkelijk in te schatten: het systeem zal uiteindelijk 20% goedkoper tot maximaal 80% duurder zijn dan de huidige bijstand**, terwijl grote winsten worden geboekt bij de armoedebestrijding en op andere uitkeringen op of onder het bijstandsniveau (en dat zijn dan natuurlijk weer extra bezuinigingen, waardoor het systeem eigenlijk de facto betaalbaar wordt).

Hiermee hebben we natuurlijk nog geen basisinkomen, maar we hebben wel de belangrijkste voordelen daarvan meegenomen, terwijl de kosten beheersbaar blijven. Tel uit je winst.

 

(*Meer uitgewerkt: Ik stel voor dat wanneer iemand voor zeg 50% werkt, hij naast zijn loon 70% van de resterende 50% het minimumloon ontvangt, met het minimumloon als absoluut plafond voor het totaal. Ik kan me voorstellen dat mensen deze zin vijf keer moeten lezen voordat het duidelijk is, maar dit is volgens mij de bondigste manier om het voorstel compleet toe te lichten.)

(**Uitgegaan wordt hier van de aanname dat de vrije-inloopbijstand interessant is voor iedereen die werkt en onder het minimumloon zit. Die groep mensen is ongeveer even groot als het totale bestand van de bijstand (100%). Op de bijstand wordt echter 20% bezuinigd aan uitvoeringskosten. Daarbij komt er werk vrij, dat onder de uitkeringsgerechtigden verdeeld kan worden. Als iedereen zijn werk uit zijn handen laat vallen betekent dat dus een kostenstijging van 80%. Als al het werk gedaan zal blijven worden (en de financiële consequenties daarvan zijn in dit systeem maximaal gunstig), is er een besparing van 20%. Dat is overigens als we de studenten nog even lekker blijven laten lenen. Iets wat ik natuurlijk zeer onwenselijk vind, maar laten we vooral stap voor stap blijven denken. )

 

VVD stomverbaasd door moderne mythe

Als de VVD zich werkelijk druk zou maken over dat werken moet lonen, dan richtte zij zich op een andere bijstand, in plaats van zich druk te maken over een stokoud broodje aap.

Vandaag staat overal in de kranten dat de VVD op hoge poten eist dat het kabinet werken vanuit bijstand aantrekkelijker maakt. VVD-kamerlid Anne Mulder zegt zich namelijk rot geschrokken te zijn van cijfers van het Nibud waaruit zou blijken dat sommige gezinnen met modale inkomens minder overhouden dan bijstandsgezinnen.

Appels en peren
Dat Anne daar zo van schrikt zegt meer over hem dan over het bericht. Het is namelijk een broodjeaapverhaal dat regelmatig opduikt, en wie de cijfers induikt ziet dat er nogal wat aan te nuanceren valt. Zeker is het zo dat sommige bijstandsgezinnen meer geld binnen krijgen dan gezinnen met een modaal inkomen. Als in het bijstandsgezin drie kinderen rondlopen en het modale gezin bestaat uit één persoon, dan is dat ook niet meer dan logisch. Maar gezinnen met verschillende samenstelling met elkaar vergelijken is dan ook appels met peren vergelijken.

De moderne mythe dat werken niet loont steekt van tijd tot tijd de kop op, en wordt door rechtse politici en journalisten gretig gevoed. Zo verscheen een jaar terug in het Financieel Dagblad een slecht onderbouwde column van Annemarie van Gaal met hetzelfde bericht, dat veel stof heeft doen opwaaien. Dat zal Anne Mulder dan wel even gemist hebben. Wat hij in ieder geval heeft gemist, is dat ik op Sargasso daarop de werkelijke cijfers op een rijtje heb gezet voor een gezin van een alleenstaande moeder met twee kinderen die naar de middelbare school gaan. Het blog Das Kapital kwam vervolgens met andere cijfers. In een polemiek met dit blog en de lezers zijn de cijfers vervolgens in beide blogs gecorrigeerd, zodat uiteindelijk consensus ontstond over de waarheid. Wie de stukken zelf wil lezen is daar natuurlijk toe uitgenodigd, maar hieronder de samenvatting.

De echte cijfers
Wanneer de moeder met twee kinderen op de middelbare school vanuit de bijstand een fulltime baan aanneemt, gaat zij er afhankelijk van gemeentelijke regelingen er 4 tot 31 % op vooruit. Krijgt zij een fulltime baan met modaal inkomen dan gaat zij er 37 tot 51 % op vooruit. Wat vooral opvalt aan deze cijfers, is de grote variatie. Dat zit hem in de gemeentelijke toeslagen. Rijkstoeslagen hebben weinig invloed op de verschillen, omdat ze doorgaans niet vervallen als iemand werk tegen een laag loon aanneemt, en slechts geleidelijk afnemen naarmate men meer verdient. Gemeentelijke toeslagen zijn vaak wel aan de uitkering gekoppeld of alleen voor de allerarmsten.

Daarnaast is er het verschijnsel waar Das Kapital terecht op wijst, dat voor de moeder die parttime gaat werken de voordelen snel verdwijnen. Wanneer de minimumloonmoeder 4 dagen gaat werken, is haar voordeel in de meeste gevallen al verdwenen. Dit geldt voor de moeder met modaal loon wanneer ze drie dagen gaat werken.

Ruimte voor verbetering
Ondanks dat ik door veel mensen ‘links’ genoemd wordt, ben ik wel degelijk gevoelig voor het argument dat werk moet lonen. En er is dus wel degelijk een probleem met werken vanuit een uitkering. Maar dat probleem treedt met name op wanneer iemand vanuit een uitkering parttime gaat werken. Ook wanneer iemand tijdelijk gaat werken ontstaat een probleem: zo iemand wordt vooral administratief tegengewerkt. Verder is er een groot verschil in gemeentelijke regelingen.

Er is dus wel degelijk ruimte voor verbetering, maar dat zit hem in de flexibiliteit van de bijstand, in het belonen van parttime werk, en het aanpakken van de verschillen tussen gemeenten. Zoals ik in mijn vorige stuk hier op Joop betoogde, valt hier op een heel makkelijke manier iets aan te doen: door het landelijk invoeren van de vrije-inloopbijstand, waardoor ieder uur dat iemand vanuit een uitkering werkt weer zou lonen. Als de VVD daarvoor zou pleiten, dan gaf ik haar groot gelijk. Maar helaas is het de partij daar niet om te doen. Hun aanval richt zich op de inkomensafhankelijke regelingen, een populaire zondebok voor rechts-populisten. Vandaar deze zogenaamd geschrokken reactie, die alleen maar kan worden omschreven als stemmingmakerij met verdraaide feiten. Het is weer bijna Prinsjesdag, ziet u.

Politieke armoede
Wat mij hierbij uiteindelijk vooral opvalt is de kleinburgerlijkheid van een dergelijk debat. De discussie ontaardt in afgunst zaaien bij mensen met een middeninkomen, met als belangrijkste argument een paar armzalige cijfers. Dit is politieke armoede. Waar het debat niet over gaat is over de vraag wat voor samenleving en arbeidsmarkt we eigenlijk willen hebben. Willen we een solide vangnet met maximale zekerheid, waarin ieder initiatief – of het nu tijdelijk of parttime is of niet – wordt beloond?

Willen we kortom een systeem waarin mensen niet alleen in hun waarde gelaten worden, maar ook worden gestimuleerd om zelfstandig te zijn? Of willen we een betuttelende overheid, die alleen fulltime werk beloont, en alle andere mensen eindeloos blijft lastig vallen met verplichte trajecten en boetes, die even zinloos als kostbaar blijken te zijn, en ook nog eens echte banen schelen? Wie voor het laatste kiest, kan zichzelf onmogelijk met droge ogen liberaal blijven noemen. Maar liberaal is de VVD dan ook al lang niet meer.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Het basisinkomen als richtlijn voor een betere sociale zekerheid

Met de vrije-inloopbijstand wordt de eerste steen van een simpeler, eerlijker en transparanter sociaal stelsel gelegd

Momenteel staan 47 gemeenten klaar voor een zogenaamd experiment met ‘het basisinkomen’. Deze experimenten gaan sowieso succesvol worden, omdat het huidige beleid voor de bijstand duur is in de uitvoering en het niemand aan het werk helpt, en daar zo mooi op bezuinigd kan worden. Dat daarmee de menselijke waardigheid hersteld wordt zal als een aardige bijvangst worden beschouwd.

Een veelgehoorde kritiek is dat deze experimenten feitelijk helemaal niet gaan over het basisinkomen, maar over een andere vormgeving van de bijstand. En dat klopt. De experimenten worden gehouden met een selecte groep bijstandsgerechtigden, die één uniforme bijstandsuitkering krijgen, zonder dat hierbij het gebruikelijke circus aan controles, prikkelmaatregelen, boetes, werk- en re-integratietrajecten op ze wordt losgelaten. Daarbij krijgen ze het recht om (eventueel beperkt) bij te verdienen. Een enorm verschil met nu.

Afscheid van de waanzin
Momenteel geven gemeenten ongeveer twintig procent van het bijstandsbudget uit aan zinloze controles en maatregelen, om mensen te dwingen te zoeken naar banen die er niet zijn. Het boetesysteem dat daarbij gehanteerd wordt blijkt in de praktijk volkomen willekeurig. Met name de goedwillenden worden gestraft. De boetes zijn daarbij vaak oninbaar en jagen de kostbare armoedeproblematiek aan. De bezuinigingen die worden ingeboekt zijn daarmee schijnbezuinigingen. De huidige bijstand is daarbij een systeem van mensonwaardige bureaucratie die niemand verder helpt, maar mensen juist tegenhoudt. De verplichte trajecten kosten daarbij alleen maar echte banen, terwijl menen gedemotiveerd worden bij te verdienen omdat alles altijd terugbetaald moet worden. Zo kan je als bijstandsgerechtigde maar beter op je handen blijven zitten als je niet in de administratieve moeilijkheden wil komen.

Hoe komen we aan zo’n idioot systeem? Het is de giftige cocktail van het marktdenken van de VVD, dat vertelt dat mensen alleen maar in beweging komen als ze geprikkeld worden met boetes, en het betuttelsocialisme van de PvdA, dat stelt dat de staat mensen met een uitkering desnoods tegen hun wil moet heropvoeden. Deze ideologische blindheid vindt zijn absurde apocalyps in het beleid van Rutte-II, maar zit feitelijk diep in de haarvaten van alle partijen. Ook de SP gelooft gezien het huidige beleid in Amsterdam nog in de uitgangspunten van het oude systeem. Tot zover is alleen nog GroenLinks van die prikkel- en betuttelmythe afgestapt, alhoewel ook deze partij tot anderhalf jaar terug er – gezien het beleid van hun toenmalige wethouder sociale zaken in Amsterdam – nog heilig in geloofde. Van een dergelijke ideologische blindheid is het moeilijk afstand nemen. Maar de plichtenvrije bijstand levert een bezuiniging van twintig procent op die waanzin op, en dat zal moeilijk te ontkennen zijn.

Werken loont weer!
Maar dan? Een andere bijstand, wat zou in dat kader redelijk zijn? Door logisch nadenken kunnen we het een en ander wel verzinnen. Het ligt voor de hand dat als bijstandsgerechtigden al hun bijverdiensten mogen houden, ze oneerlijke concurrentie vormen voor mensen zonder bijstand. Het zou daarom redelijk zijn als ze bij een uitkering van 70% van het minimumloon, 30% van hun inkomsten mochten houden, met het minimumloon als plafond. Extra winst daarmee zou zijn dat het huidige verschijnsel dat sommige bijstandsgerechtigden door gemeentelijke toeslagen beter af zijn dan mensen met een minimumloon, zal verdwijnen. Er ontstaat zo vanzelf een andere bijstand, die prikkelt, omdat werken vanuit de bijstand eindelijk weer loont, in plaats van dat het, zoals nu, wordt bestraft.

Maar de experimenten bieden pas echt kansen als er één stap verder wordt gedacht. Wanneer de bijstand beperkt blijft tot een beperkte groep, is er feitelijk nog niets bewezen, want aan de poort is nog veel controle nodig, dus kunnen bovengenoemde bezuinigingen nooit volledig ingeboekt worden. Daarbij blijven we een ongelijke situatie voor mensen houden.

De vuurproef
De werkelijke vuurproef zou daarom zijn om iedereen die minder inkomen heeft dan de bijstandsnorm het recht te geven een bijstandsuitkering ter aanvulling te ontvangen. Achteraf wordt de bijstand bij de belastingaangifte verrekend, terwijl alleen controles op zwart werk zullen blijven bestaan. Laten we dit systeem de vrije-inloopbijstand noemen. Om een idee te krijgen van wat er met een vrije-inloopbijstand zou kunnen gaan gebeuren, moeten we vooral kijken naar mensen die op dit moment rondkomen van een inkomen op of onder het bestaansminimum. Mensen met een inkomen daarboven zullen minder snel geneigd zijn te kiezen voor een forse inkomensachteruitgang. Maar voor de groep die minder heeft dan het minimumloon wordt de optie van de vrije-inloopbijstand aantrekkelijk.

Op dit moment komen ongeveer net zoveel mensen rond van een inkomen op of onder het minimum als het totale aantal bijstandsgerechtigden nu. Wanneer al deze mensen er onverkort voor zouden kiezen hun werk op te zeggen om lekker te genieten van “la-luilekkerland”, en vrijwillig tot 30% in inkomen achteruit te gaan door niet bij te werken, en de rest van de bijstandsgerechtigden dit ook vertikt, dan groeit de bijstand dus met 100%. Dit valt met een besparing van 20% natuurlijk niet te dekken. Maar dat dit gebeurt is hoogst onwaarschijnlijk. Mensen in de bijstand zullen er sneller voor kiezen hun inkomen indien mogelijk te verhogen door bij te verdienen. En dat is dan ook mogelijk, omdat er voor die groep ondertussen veel werk vrij is gekomen, dat verdeeld kan worden over het totale bestand.

Met de vrije-inloopbijstand ontstaat zo een volstrekt nieuwe dynamiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Mensen kunnen tijdelijk en part-time werk verrichten zonder hun sociale zekerheid in gevaar te brengen. Er ontstaat kortom een sociaal stelsel dat perfect is ingespeeld op de flexibilisering van de onderkant van de arbeidsmarkt. Daarbij valt met deze solide vorm van een basisvangnet een flinke besparing op andere armoedevoorzieningen te verwachten.

Experimenten
Is de vrije-inloopbijstand onbetaalbaar? Daar kunnen we kort en lang over discussiëren, maar dat is uiteindelijk een kwestie van uitproberen. Het is wachten op een kabinet met ballen dat in het verlengde van de experimenten-met-het-basisinkomen een volgende stap durft te zetten en de vrije-inloopbijstand realiseert. Eventueel weer experimenteel.

Om een dergelijk experiment werkelijk eerlijk uit te voeren zou de vrije-inloopbijstand in een paar grote steden uitgerold moeten worden, en in andere grote steden niet. De vrije-inloopbijstand kan dan tijdens de experimentele fase alleen aangevraagd worden door mensen die al een paar jaar in de experimentele steden ingeschreven staan. In de steden Amsterdam, Utrecht, Groningen, Tilburg, Nijmegen en Eindhoven is het politieke draagvlak voor dergelijke avonturen traditioneel gezien groot, terwijl de politiek in steden als Rotterdam en Den Haag eerder nog warm blijft lopen voor de traditionele ‘strenge’ bijstand. Laten die laatste steden dan de controlegroep leveren.

De term basisinkomen mag in deze context alleen maar verwarrend lijken. Toch is het belangrijk die term vast te houden. Met een bijstand die is omgevormd tot een betrouwbare en solide basisuitkering is namelijk de eerste steen van een simpeler, eerlijker en transparanter sociaal stelsel gelegd. Vervolgens is het mogelijk om meer uitkeringen, toeslagen en kortingen onder te brengen in die regeling. Om te beginnen de arbeidsongeschiktheidsregelingen tot het bijstandsniveau, wat door het ontbreken van regels pijnloos kan. Daarna kan gekeken worden naar andere uitkeringen, toeslagen, heffingskortingen, subsidies en aftrekposten. In hoeverre een verdere versimpeling per stap redelijk is, of dat er naast een basisinkomen altijd extra regelingen moeten blijven bestaan, is dan een kwestie van voortschrijdend politiek inzicht. Het moet stap voor stap.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Het basisinkomen is aan de winnende hand

Het basisinkomen is geen ‘zomerzotheid’ zoals oud-minister Willem Vermeend en econoom Rick van der Ploeg in de Telegraaf beweren.

Afgelopen weekend verscheen in de Telegraaf een column van de lakeien van het ‘ancien regime’, Vermeend en van der Ploeg. Zij meenden het klootjesvolk in de Telegraaf te moeten waarschuwen voor de discussie over ‘het basisinkomen’, dat zij af probeerden te doen als ‘zomerzotheid’.

Ouder dan deze zomer
De discussie die momenteel gevoerd wordt over het basisinkomen is echter al wat ouder dan deze zomer. In Zwitserland werd in 2013 besloten tot het houden van een referendum over het basisinkomen. In datzelfde jaar organiseerden verschillende organisaties, in Nederland de vereniging voor het Basisinkomen, een petitie voor een Europees burgerinitiatief, dat uiteindelijk de benodigde hoeveelheid stemmen niet haalde. Maar in de zomer van 2013 besteedde weblog Sargasso.nl er daarom wel een uitgebreide serie aan. In de herfst van 2013 pakte de Correspondent het stokje over en creëerde een social-mediahype rond het basisinkomen.

Vervolgens werden in 2014 op de congressen van drie partijen, D66, de PvdA en GroenLinks, moties aangenomen voor onderzoeken naar een basisinkomen. In januari schaarde de landelijke fractie van GroenLinks zich deels achter deze beweging van onderop, door op te roepen tot een plichtenvrije bijstand als mogelijke eerste stap. Inmiddels wordt daar in 47 gemeenten serieus over nagedacht, of zijn er al vergevorderde plannen voor experimenten daarmee.

Haaks op het beleid van Rutte II
Dat is wel wat anders dan zomaar wat ‘zomerzotheid’. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Het antwoord wordt impliciet in het geschrift van Vermeend en van der Ploeg gegeven: het basisinkomen staat als gedachte haaks op het zogenaamde ‘activeringsbeleid’ van Rutte II. En het is juist dat beleid dat volkomen failliet is.

De huidige bijstand is namelijk een gedrocht van zinloze controles die buitengewoon veel geld aan administratie kosten, alleen maar om mensen te dwingen te zoeken naar banen die er niet zijn. Het boetesysteem dat dit kabinet invoerde is daarbij niet alleen volledige willekeur, het jaagt de kostbare armoedeproblematiek aan, en is zodoende een schijnbezuiniging. Het feit dat wie tijdelijk wat verdient in de bijstand door de ambtelijke molen wordt gehaald en alles moet terugbetalen zorgt er bovendien voor dat je als bijstandsgerechtigde maar beter op de bank kan blijven zitten als je niet in de moeilijkheden wil komen. De verplichte trajecten tenslotte kosten banen.

Naast geldverspilling vormt de huidige bijstand een systeem van mensonwaardige bureaucratie. Dat moet en kan anders, en het is niet gek dat dit in gemeenten het eerst gevoeld wordt. Zij zijn immers belast met de uitvoering van die waanzin van Asscher en Klijnsma, en zien zich als eerste geconfronteerd met de zinloosheid ervan, alsmede met de hoge kosten aan collateral damage.

Halve waarheden en verdraaiingen van feiten
Door het verkondigen van halve waarheden en verdraaiingen van de feiten proberen Vermeend en van der Ploeg de Telegraaflezer er echter van te verzekeren dat ze zichzelf vooral niets in hun hoofd moeten halen. Om te beginnen de pathetische poging de hele discussie af te doen als een zomerhype. Daarnaast stellen ze dat bij de experimenten met het basisinkomen niet meer gecontroleerd zal worden op zwart werk. Onzin. Overigens is zwart werk juist een stuk minder aantrekkelijk voor mensen die niet alles hoeven in te leveren als ze opgeven wat ze bijverdienen, dus zal het sowieso eerder minder dan meer voorkomen.

Ook de bewering dat mensen in de experimenten concurrentievervalsing vormen hoeft niet waar te zijn: in veel van de proeven mogen de proefpersonen niet alles houden. Het zou dan ook geen rechtvaardige proef met een basisinkomen zijn, want met een ‘echt’ basisinkomen zouden mensen ook onder een zwaarder belastingregime vallen. Ook GroenLinks merkt in haar manifest op dat mensen met een plichtenvrije bijstand niet alles zouden mogen houden: in ieder geval ligt er een plafond bij het minimumloon.

Vervolgens wordt in het stuk de SP opgevoerd als bondgenoot, die vreest dat het basisinkomen zal dienen als hefboom voor een verdere afbraak van andere uitkeringen. Maar dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn. De angst dat met de gemeentelijke proeven de toeslagen zullen verdwijnen lijkt in ieder geval ongegrond, want de gemeenten gaan helemaal niet over toeslagen. Daarbij is de SP alles behalve fan van het ‘activerende’ beleid voor de bijstand van Rutte II, dat Vermeend en van der Ploeg in hun stuk verdedigen.

Paniekvoetbal
Tenslotte komen van der Ploeg en Vermeend parmantig met een paar ‘rekensommen’ die werkelijk te lachwekkend voor woorden zijn. Over de experimenten met een plichtenvrije bijstand plotseling geen woord meer, ze gaan hier uit van het ‘pure’ basisinkomen, en dreigen de werkende Telegraaflezer met een verhoging van de belastingdruk van 25%, terwijl ze verzwijgen dat dit geld via het basisinkomen ook weer bij hen terug komt.

Het hele stuk van Vermeend en van der Ploeg leest als een staaltje paniekvoetbal, en is met name een teken dat de voorstanders van een fundamentele verandering in de sociale zekerheid aan de winnende hand zijn. De reacties onder het artikel zijn dan ook duidelijk in een overtuigende meerderheid steunbetuigingen voor het basisinkomen. En dat is maar goed ook, want om het sociale stelsel weer uitvoerbaar en betaalbaar te maken, prikkelend, en een betrouwbaar vangnet bovendien, zal er een volledig andere route gekozen moeten worden dan Rutte II nu bewandelt.

De uitkomsten en het vervolg
De uitkomsten van de experimenten met het basisinkomen staan vooraf eigenlijk al vast. Natuurlijk leidt het geven van vrijheid en het belonen van mensen tot meer economische activiteit, met als bonus meer levensgeluk en een betere gezondheid. Dat is nu al tientallen malen bewezen. Het afschaffen van zinloze bureaucratie is daarbij een stuk goedkoper dan het volhouden.

De grote uitdaging is de volgende stap: het openstellen van de nieuwe bijstand voor ieder zonder voldoende inkomen, ongeacht de reden. Leidt dit ertoe dat mensen massaal hun baan opzeggen? Alle tekenen wijzen de andere kant op. In ieder geval is het een heel effectieve methode om armoede te bestrijden, en dat levert veel winst op. Maar onderzoek hiernaar is daarmee pas echt de lakmoesproef voor een andere vorm van sociale zekerheid.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl

Financieel Dagblad vergeet argumenten tegen basisinkomen

Dat de redactie Financieel Dagblad qua argumenten en vooral waarheidsvinding niet zo zuiver is wisten we al, maar in haar laatste commentaar poneert zij haar eigen stelling dat ‘een basisinkomen’ onbetaalbaar is, de arbeidsmoraal zal vernietigen en slecht zou zijn voor de economie, zonder enige verdere onderbouwing.

En dat is jammer, want de argumenten die daar normaal voor gegeven worden zijn vrij makkelijk te weerleggen. Alles wat riekt naar een basisinkomen is in principe heel goed budgetneutraal in te voeren, en daarbij brengt het grote bezuinigingen op het overheidsapparaat met zich mee. In plaats van het huidige controle-dwang-en-boeteregime in de sociale zekerheid werkt alles wat riekt naar een basisinkomen juist bijzonder prikkelend op de arbeidsmoraal. En voor de economie kan dat alleen maar goed zijn.

Maar goed, waar het FD op reageert is feitelijk helemaal niet een ‘basisinkomen’, maar op proeven met een andere vorm van bijstand. En daarbij wordt in veel van die proeven het gevaar van bijverdienen wel degelijk erkend.

Maar dat erkennen, maakt nog geen tegenstander van een andere aanpak van de bijstand. Het is immers heel goed mogelijk bijstandsgerechtigden een deel van hun bijverdiensten te laten houden, met het minimumloon als maximum totaal, zoals bijvoorbeeld GroenLinks het al voorstelde.

En dat werkt bijzonder motiverend om werk te vinden, ja. Is dat een probleem?

De huidige bijstand is een gedrocht van zinloze controles die buitengewoon veel geld aan administratie kosten, en bovendien mensonwaardig zijn. Het boetesysteem jaagt naast dat het geen baan creëert de armoedeproblematiek aan, en daarmee is het een extra maatschappelijke kostenpost. Het systeem dat wie bijverdient bij de bijstand alles moet terugbetalen en ook nog een ambtelijke molen door moet om te bewijzen dat zijn inkomsten niet structureel zijn, zorgt er bovendien voor dat je als bijstandsgerechtigde maar beter op de bank kan blijven zitten als je niet in de moeilijkheden wil komen. De verplichte trajecten kosten banen. Dat moet en kan anders.

Maar goed, waar argumenten ontbreken valt er ook niet op in te gaan en zeggen we tegen het FD gewoon: nietes. En ga je werk eens doen. Je bent journalist, geen politicus, of cabaretier.

Dit artikel verscheen eerder op Sargasso.nl.

Proeven aan het basisinkomen: de vrije-inloopbijstand

Een proef met de vrije-inloopbijstand is de ultieme lakmoesproef voor het huidige sociale stelsel.

Momenteel staat een heel aantal gemeenten te trappelen om proeven te doen met ‘het basisinkomen’. In veel gevallen zijn GroenLinks en D66 de aanjagers daarvan. Waar bij D66 vooral de lokale afdelingen warm lopen voor dit idee en het landelijk kader zich daarvan distantieert, heeft bij GroenLinks ook het landelijk kader zich voor dit soort experimenten uitgesproken.

Neem de term basisinkomen’ hier trouwens met een korrel zout. Het gaat hier meestal om proeven met mensen in de bijstand, die vrijgesteld worden van alle plichten, en de mogelijkheid krijgen om bij te verdienen. Vaak wordt aan dat bijverdienen dan een maximum gesteld, maar niet in alle gevallen. Verder lezen Proeven aan het basisinkomen: de vrije-inloopbijstand

De regendans van Maarten Struijvenberg

‘De wethouder van Rotterdam kan niet rekenen’

Als ergens de ‘strenge bijstand’ is doorgeslagen dan is het wel in Rotterdam. Afgelopen donderdag had de Rotterdamse ombudsman geen goed woord over voor deze aanpak. Volgens hem ervaren mensen de verplichte trajecten en tegenprestaties als volstrekt zinloos, vernederend, en zorgt het er niet voor dat mensen eerder een baan vinden.

Geconfronteerd met deze kritiek stelde de Rotterdamse wethouder Struijvenberg op NPO Radio 1 dat met dit beleid wel 12% minder instroom en 7% meer uitstroom wordt bewerkstelligd. Niet zeuren dus: het beleid ‘werkt’. Maar is die bewering ergens op gebaseerd?

Instroom en uitstroom
Hoewel ik ze niet heb kunnen controleren wil ik best geloven dat Rotterdam momenteel minder instroom en meer uitstroom in de bijstand heeft dan vorig jaar. Maar dat kan net zo goed liggen aan de aantrekkende economie of andere factoren dan aan het gevoerde beleid. Dat wordt zelfs heel aannemelijk als we de landelijke cijfers naast de cijfers van de gemeente leggen. Dan blijkt dat in Rotterdam, dat al jaren voorop loopt met de ‘strenge bijstand’, sinds 2011 de uitstroom uit de bijstand juist sterk achterblijft bij de landelijke trend.

En dan de zuinigheid van het beleid zelf. Een paar maanden geleden deed Struijvenberg een juichbericht uit dat de gemeente Rotterdam met controles, boetes en re-integratietrajecten maar liefst 9 miljoen had bespaard. Dat lijkt veel, maar helaas is dat maar 2% van de totale Rotterdamse begroting voor de bijstand, terwijl de kosten van die controles en trajecten bij elkaar maarliefst 20% van de begroting uitmaken. Struijvenberg besteedt dus meer dan 20% om 2% te kunnen besparen.

Struijvenberg zal erop wijzen dat hierdoor in Rotterdam minder instroom in de bijstand is. Maar met 12% minder instroom en 2% bezuinigingen als we Struijvenberg mogen geloven tegen 20% meer kosten komt hij nog steeds negatief uit. En die lagere instroom, is dat omdat mensen in Rotterdam door dit beleid hun oude inkomen behouden of nieuw inkomen vinden? Dat valt absoluut niet vol te houden. Van enig positief effect op werkgelegenheid is met de strenge bijstand geen sprake. Sterker nog: het beleid kost volgens de FNV zelfs banen. De bezuiniging komt dus voort uit het weigeren van uitkeringen aan mensen die daar met ander beleid wel recht op zouden hebben. En tegen welke prijs?

Schuldenproblematiek
Veruit de meeste mensen die in deze tijd zonder inkomen komen te zitten geraken daar buiten hun eigen schuld. Het is een burgerrecht dat in zo’n geval de overheid een solide vangnet biedt. Dat burgerrecht wordt mensen tegenwoordig ontzegd, en de overheid is er nog trots op ook. De gevolgen voor de slachtoffers van dit beleid zijn echter gigantisch. Al jaren trekt de ene instantie na de andere hard aan de bel vanwege het snel groeiende aantal mensen met problematische schulden in dit land: het gaat inmiddels om één op de tien huishoudens. De voornaamste redenen die worden opgegeven? Niet de crisis, niet het verspillende gedrag van mensen, maar het strengere terugvorderingbeleid van de belastingdienst en uitkeringsinstanties.

Dit is niet alleen een ramp voor de mensen die in de financiële problemen komen zelf, maar voor de hele samenleving. Mensen met problematische schulden kosten de gemeenschap veel geld aan schuldhulpverlening en onbetaalde rekeningen: volgens het Nibud gaat het maar liefst om 11 miljard euro per jaar, een bedrag dat vergelijkbaar is met het bedrag dat aan de totale bijstand opgaat.

Regendans
Ziehier de treurnis: op korte termijn worden met pest- en boetebeleid kleine opbrengsten gegenereerd en trots gepresenteerd als winst, terwijl de kosten tien keer zo groot waren als de opbrengst. Op lange termijn genereren die kleine opbrengsten juist weer veel diepere problemen, die bijzonder veel geld gaan kosten. Schijnbezuinigingen dus, en de echte rekening komt nog.

Dat er banen bijkomen gebeurt ondertussen niet dankzij het beleid, maar ondanks het beleid. Dit beleid doet kortom denken aan een medicijnman die net zolang blijft dansen tot het regent, en dan zegt dat dit door het dansen komt. Nu heb ik niets tegen folklore, maar laten we er alsjeblieft geen geld aan verspillen. En als die medicijnman ook nog een gifmenger blijkt die zijn patiënten in plaats van beter ongezonder maakt, dan moet er toch een keer aan de rem getrokken worden over deze moderne volksverlakkerij.

Er gloort licht aan de horizon
Gelukkig kan ik positief afsluiten. Toen ik een paar jaar geleden op het weblog Sargasso.nl over dit wanbeleid schreef leek het nog vechten tegen de bierkaai. De politieke oogkleppen zaten muurvast: van links tot rechts, van VVD tot SP, blind draafde men door op de illusie van de steeds strengere sociale zekerheid. Maar inmiddels beginnen schoorvoetend andere geluiden te klinken. Veel mensen zijn inmiddels zo geschrokken van de ronduit absurde taferelen die zich afspelen rond de sociale diensten (mensen die beboet worden voor het oppassen op hun eigen kleinkinderen, mensen die verplicht gratis hun oude baan moeten opknappen), dat nota bene het oude idee van een basisinkomen aan populariteit wint. En veel gemeenten voelen onder invloed van die discussie wel wat voor experimenten met een bijstand zonder verplichtingen, of zijn die proeven zelfs al aan het voorbereiden.

GroenLinks en lokale afdelingen van D66 lopen hierbij voorop. En terecht. Er valt bijzonder veel mee te winnen. Niet alleen kost ‘de medicijnman’ ons zoals gezegd meer dan 20% van de totale bijstandsbegroting en levert hij nauwelijks iets op, zonder die medicijnman is een veel betere armoedebestrijding mogelijk. En daar profiteren we uiteindelijk allemaal van.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Basisinkomen is budgetneutraal en prikkelend

Het basisinkomen wint aan populariteit door het failliet van het huidige sociale systeem.

In de Volkskrant van 19 mei 2015 schrijft hoogleraar aan de VU Raymond Gradus dat het basisinkomen veel te duur en niet solidair zou zijn. Op dit artikel verschenen vervolgens al twee tegenartikelen waarin de voordelen van het basisinkomen worden bezongen, waarin helaas niet op Gradus’ argumenten wordt in te gaan. Dat schiet dus niet op zo met die inhoudelijke discussie. Het lijkt me niet slecht in te gaan op de argumentatie van Gradus zelf. Deze verraadt namelijk mijns inziens vooral dat hij de discussie niet goed heeft gevolgd. Verder lezen Basisinkomen is budgetneutraal en prikkelend

Wie bezuinigt het best?

De overheid probeert geld te besparen door de bijstand steeds strenger te maken. GroenLinks pleit daarentegen sinds kort juist voor een bijstand zonder verplichtingen. Wie bezuinigt het best? Een vergelijking.

Als alternatief voor ons huidige sociale stelsel wint het idee van een basisinkomen de laatste tijd sterk aan populariteit. De rage begint nu ook door te dringen tot de gevestigde politieke partijen. De congressen van zowel GroenLinks, PvdA als D66 riepen al op tot het nemen van proeven met het basisinkomen. GroenLinks is daarvan de eerste partij waarvan het kader dit oppakt, en deze discussie om weet te zetten in een concreet politiek voorstel.

De partij stelde onlangs voor te experimenteren met een “bijstand zonder verplichtingen“. Zelfs bij de sollicitatieplicht worden vraagtekens gesteld. Het idee is dat de verplichtingen voor bijstandsgerechtigden geen banen scheppen en mensen dus ook niet aan het werk helpen. Wel levert het controleren daarop heel veel kosten en ellende op.

GroenLinks stelt voor om in plaats daarvan mensen die naast een uitkering werken te belonen, door hen een deel van de verdiensten laten houden.  Bij zijn presentatie van dit idee merkte Bram van Ojik op dat dit wat hem betreft een eerste stap zou kunnen zijn richting een basisinkomen.

Is dit voorstel een realistische optie? De politieke realiteit is precies omgekeerd. Wie naast een bijstandsuitkering werkt moet alles inleveren, en het kabinet en verschillende gemeentes proberen juist geld te besparen door de bijstand strenger te maken. Wat is wijsheid?

Hoeveel is zestien miljoen?

Om deze vraag te beantwoorden nemen we als voorbeeld de gemeente Rotterdam. Deze gemeente heeft in 2014 op de bijstand 16 miljoen euro bespaard, juichte wethouder Maarten Struijvenberg afgelopen maand in de media.

Zestien miljoen, dat klinkt als een heel bedrag. Als we de begroting van Rotterdam van 2014 er echter bijpakken, dan zien we dat de totale kosten van alle uitkeringen die de stad uitdeelt 649 miljoen bedragen. Daarnaast wordt nog eens 120 miljoen uitgegeven aan re-integratiebedrijven en verplichte werktrajecten.

Op zo een begroting is zestien miljoen euro plotseling erg weinig. Daarbij is het nog maar de helft van wat Rotterdam op dit dossier tekort komt. Verder kampt de sociale dienst in Rotterdam met grote administratieachterstanden, zodat mensen die recht hebben op inkomensondersteuning deze vaak maanden niet krijgen.

Het is dus bepaald niet alles rozengeur en maneschijn in Rotterdam. Belangrijker: waar komt die bezuiniging eigenlijk vandaan?

Fraude of geen fraude?

De gemeente Rotterdam meldt dat bezuinigd werd op drie punten.

Ten eerste door de aanpak van fraude. 6,6 miljoen euro wordt bij fraudeurs teruggevorderd. Het lijkt me dat daar maar heel weinig mensen tegen zullen zijn.

Ten tweede meldt het artikel: “Verder kregen zo’n 1.800 Rotterdammers een boete omdat ze willens en wetens niet de juiste informatie hadden doorgegeven over de hoogte van of het recht op hun uitkering. Hierbij werd in totaal voor 3,6 miljoen euro aan boetes opgelegd.”

Dit ‘willens en wetens’ is nogal vaag. De bijstand is administratief enorm ingewikkeld. Fouten zijn daarbij snel gemaakt. De ombudsman trok over deze boetecultuur al een keer flink aan de bel: de fraudewet verhoogt de pakkans voor echte fraudeurs niet, en pakt goedwillende burgers onterecht aan als criminelen, was zijn conclusie.

Maar er is meer. Het artikel meldt nog een derde bron van inkomsten: “Ook werd bij ruim 2.000 Rotterdamse uitkeringstrekkers een zogenaamde maatregel getroffen. Hierbij werd er gekort op de uitkering. Deze maatregel werd ingezet omdat mensen hun afspraken niet nakwamen of onvoldoende solliciteerden.”

Wat rekenwerk leert ons dat dit om een bedrag van 5,8 miljoen moet gaan.

Schuldenproblematiek

5,8 miljoen besparen op mensen die volgens de sociale dienst niet hard genoeg naar werk zoeken, of niet op de goede manier: hoe nuttig is dat in tijden van grote werkeloosheid?

Werkgevers ontvangen op een vacature soms duizenden brieven. Het heeft in dat licht geen zin om mensen achter hun broek te gaan zitten om te solliciteren. Er wordt ook geen baan extra mee geschapen. Het motief kan hier dus kortom niet zijn mensen aan het werk te krijgen. Het gaat dus puur om het inboeken van deze bezuiniging.

De ellende daarbij is echter dat het gaat om mensen zonder ander inkomen. De boetes maken de problemen met armoede daarmee alleen maar groter. Niet voor niets trokken verscheidene instanties onlangs al aan de bel omdat we inmiddels in ‘fase rood’ zitten met de sterk oplopende schuldenproblematiek. 700.000 Nederlanders hebben problematische schulden en niet zelden blijkt de overheid de grote aanjager van de problemen te zijn: dan gaat het om de belastingdienst en uitkeringsinstanties.

Helaas komen de kosten van deze schuldenproblematiek uiteindelijk gewoon weer bij de belastingbetaler terug: volgens het Nibud kosten huishoudens met financiële problemen de samenleving jaarlijks 11 miljard euro.

Deze bezuiniging brengt kortom nogal wat nadelen met zich mee. Er wordt niemand meer aan een baan geholpen, en persoonlijke en maatschappelijke problemen worden vergroot. Met als wisselgeld hoge bijkomende kosten.

Re-integratietrajecten

Ondertussen is het interessant eens verder naar de Rotterdamse begroting te kijken. Dan leren we dat door deze gemeente zoals gezegd 120 miljoen per jaar wordt besteed aan re-integratietrajecten. Dit bedrag is zeven en een half keer zo hoog als de bespaarde zestien miljoen.

Of de mensen met die re-integratietrajecten geholpen worden? Dat is nooit aangetoond. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat deze inspanningen eerder juist een averechts effect hebben.

Los daarvan, ook met re-integratietrajecten worden nog steeds geen extra banen geschapen. Uitgezonderd een paar banen voor duur betaalde re-integratiecoaches, uiteraard. Maar die kosten de gemeenschap weer veel meer geld dan een uitkering.

Conclusie? Als Rotterdam echt wil bezuinigen op de bijstand, dan kieperde zij die hele re-integratieonzin in één keer het raam uit. Dat scheelt 120 miljoen. Daarbij vergeleken is die zestien miljoen die ze nu bezuinigd heeft peanuts.

En als Rotterdam toch bezig is, dan schaft ze daarnaast gelijk ook maar beter de sollicitatieplicht af. Dan kan er mettertijd namelijk ook bezuinigd worden op de 42 miljoen euro die volgens de begroting jaarlijks aan personeel wordt uitgegeven om mensen met een bijstandsuitkering te controleren op hun sollicitatiebereidheid. In plaats van 2% (16 miljoen) besparen we zo 20% (160 miljoen) op de bijstand, zonder dat we de schuldenproblematiek vergroten.

Hoewel we ons niet te snel rijk moeten rekenen, want de gemeente zal haar ambtenaren in eerste instantie nog hard nodig hebben om de administratieachterstand die ze heeft weg te werken, zodat mensen die zelfs onder de huidige regels nog recht op bijstand hebben hun geld weer op tijd krijgen.

Luilakken

Een snelle bezuiniging dus, maar werkt die niet ook averechts? De angst die er bij velen zal zijn is dat wanneer aan de bijstand geen enkele andere voorwaarde gesteld wordt dan een te laag inkomen, heel veel mensen ervoor zullen kiezen om niet meer te werken, en het aantal mensen in de bijstand dus sterk zal groeien.  

Dat is een logische reactie, maar toch is deze angst ongegrond. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat mensen van een gegarandeerd inkomen zonder verplichtingen niet luier werden. De bijstand is en blijft immers geen vetpot. Bovendien werken mensen ook om andere redenen dan om geld te verdienen: voor de meeste mensen is werk een vorm van zingeving.

Hoe dan ook zullen er ondanks dat zeker een aantal mensen zijn die te lui zijn om te werken. Het heeft echter geen enkele zin ons daar druk over te maken zolang er grote werkloosheid is. De banen die vrijkomen doordat sommige mensen liever in de bijstand zitten als het ze zo gemakkelijk wordt gemaakt, zullen met het grootste gemak weer worden gevuld door werkelijk gemotiveerd personeel, die hun werk beloond zullen zien met minstens 30% vooruitgang in inkomen. Netto blijft het aantal bijstandsgerechtigden naar alle verwachting dus gelijk.

Verdringing

Nog één belangrijk argument ontbreekt. In het voorstel van GroenLinks mogen mensen met een bijstandsuitkering ook bijverdienen. Vormen zij daarmee geen oneerlijke concurrentie voor mensen die het zonder uitkering moeten doen?

Dit is inderdaad het zwakke punt in het voorstel. GroenLinks stelt echter voor om dit te voorkomen door, anders dan bij een basisinkomen, de mensen toch een deel terug te laten betalen, zodat iemand in de bijstand in ieder geval nooit meer zal verdienen dan het minimumloon. Daarmee, en met het minimumloon zelf, lijkt dit gevaar voor het grootste deel bezworen.

Ondertussen blijkt momenteel juist de participatiewet een grote concurrentie voor betaalde arbeid te zijn. Ondanks dat in de wet is opgenomen dat verdringing van werk door participatieplekken niet mag optreden, blijkt dit keer op keer toch het geval te zijn, zoals onlangs de rechter weer oordeelde over een vijftal trajecten binnen de gemeente Amsterdam.

Voor Rotterdam zijn zulke gerechtelijke uitspraken nog niet voorhanden, maar het CNV stelt dat medewerkers in de thuiszorg ontslagen worden om vervangen te worden voor ‘vrijwilligers’ met een uitkering. Dit lijkt goedkoop, maar de kwaliteit van de thuiszorg gaat hiermee achteruit, en er worden aanvullende kosten gemaakt worden aan het ‘managen’ van de uitkeringsgerechtigden door de sociale dienst. Goedkoop is duurkoop.

Beter voor minder geld

Door af te stappen van de controlecultuur waaraan uitkeringsgerechtigden meer en meer onderworpen worden, kan kortom veel geld bespaard worden. Er vindt minder verdringing van werk plaats, er zijn niet minder mensen aan de slag, en de uitgaven aan de uitvoering van de sociale zekerheid zijn een stuk lager.

Bovendien kan de kwaliteit van ons sociale stelsel zo sterk verbeterd worden.

Om te beginnen zullen op deze manier mensen met een te laag inkomen veel beter met hun financiën uit zijn dan nu het geval is. Een vermindering van de armoedeproblemen dus.

Daarbij is uit het eerder aangehaalde onderzoek ook al gebleken dat ‘gratis geld’ mensen aanzet tot investeren in zichzelf. Mensen blijken het geld niet zomaar over de balk te gooien, maar des te vaker over te gaan tot het volgen van een aanvullende opleiding. Daarbij werd gevonden dat financiële zekerheid zelfs een gunstige invloed heeft op de gezondheid, en daarmee ook de zorgkosten.

Eventueel zou het investeren in zichzelf van mensen gefaciliteerd kunnen worden, door met een fractie van het geld dat nu wordt besteed verspild aan verplichte trajecten en contoles opleidingen aan te bieden die vrijwillig te volgen zijn. Omdat niemand een zinloze opleiding wil volgen zal de kwaliteit van de re-integratie hiermee sterk toenemen.

Een stukje marktwerking in re-integratieland. Geen liberaal die daar tegen zou kunnen zijn. De socialisten die menen dat met het basisinkomen mensen ‘aan hun lot worden overgelaten’ zullen er ook tevreden mee kunnen zijn.

Verdere bezuinigingen

Er is nog een bijkomend voordeel aan een ontspannen bijstand. Wanneer aan deze uitkering geen andere voorwaarden dan een laag inkomen en staatsburgerschap gesteld worden, kan deze probleemloos samengevoegd worden met andere uitkeringen tot op het bijstandniveau, zoals de Wajong, de ANW, de IAOW en IAOZ, en de voet van de WW en WIA-uitkeringen. Het aantal controles en keuringen zal ook hier dan sterk afnemen, waardoor het sociale stelsel een stuk transparanter wordt en andermaal veel bespaard wordt op administratieve kosten.

Conclusie?

In een vergelijking met het idee van een plichtenvrije uitkering verliest het controlestelsel van de participatiestaat op alle fronten. Maarten Struijvenberg van Rotterdam klopt zichzelf op zijn borst met zijn zestien miljoen, maar een kritische blik op zijn begroting leert ons dat zijn sociale dienst met name geld verspilt, terwijl het huis niet op orde is, de problemen niet goed worden aangepakt, en de aanpak bovendien banen kost.

Tijd voor een grote ommezwaai dus. De onderbuik is echter hardnekkig. De politieke neuzen staan momenteel bijna massaal gericht op de strenge bijstand. Niet alleen het kabinet, ook de SP, van nature toch de partij die het meest coulant staat ten opzichte van uitkeringsgerechtigden, doet in Amsterdam waar in het college nog altijd grif aan de strenge bijstand mee. En dat terwijl het partijkader zich met hand en tand blijft verzetten tegen het idee van een basisinkomen.

Er zal kortom nog veel water door de Rijn moeten voordat de politiek eindelijk een keer werk maakt van wat GroenLinks een ‘ontspannen bijstand’ noemt. In de tussentijd zijn zowel bijstandsgerechtigden als de belastingbetaler de dupe.

Politiek Kwartier | Tussen bijstand en basisinkomen

COLUMN – Hoe we van de bijstand richting basisinkomen kunnen bewegen. En waarom dat stap voor stap voordelen oplevert.

Het basisinkomen is hot. Naar aanleiding van de campagnes voor het referendum in Zwitserland en het burgerinitiatief in de EU zette Sargasso anderhalf jaar terug een serie over het basisinkomen op. De Correspondent pakte dat verhaal over en maakte het in Nederland tot een hype.

En inmiddels rommelt het binnen de gevestigde partijen. De congressen van D66 en de PvdA namen moties voor een basisinkomen aan, en ook raads- en kamerleden van GroenLinks nemen de discussie serieus.

Maar deze discussie heeft ondertussen wel de neiging erg theoretisch van karakter te blijven. De modellen voor een basisinkomen lopen dan ook sterk uiteen, en kennen allemaal problemen en onbeantwoorde vragen.

Om het niet bij dagdromerij alleen te houden, zouden we moeten onderzoeken wat we tot nu toe van de discussie hebben kunnen leren en toe kunnen passen in de praktijk.

Verder lezen Politiek Kwartier | Tussen bijstand en basisinkomen

Politiek kwartier | Parttime uit de bijstand

COLUMN – Als we werkelijk mensen uit de bijstand willen halen, dan voeren we het onmiddellijk in dat mensen die vanuit de bijstand parttime gaan werken een deel van hun verdiensten mogen houden.

Even verder denkend op die bijstand-rel van afgelopen weken: ondanks dat het gecijferneuk momenteel waarschijnlijk voor niemand meer te volgen is, is iedereen het er wel over eens dat er problemen ontstaan wanneer iemand vanuit de bijstand parttime werk vindt.

Dat komt voornamelijk doordat de verdiensten van parttime werk zolang ze onder de bijstandsnorm liggen door kortingen op de bijstand verdwijnen. Daarom is er geen enkele financiële prikkel om te werken naast de bijstand.

Erger nog: bijstandsgerechtigden moeten in dat geval ook een diarree aan formulieren invullen om dit goed geregeld te krijgen (fouten in uw nadeel worden niet gecorrigeerd) en het wordt ze extra lastig gemaakt om bij het wegvallen van dat werk weer terug te keren. Daarmee zijn ook tijdelijke klussen zeer onaantrekkelijk.

Hier komt nog bij dat er al veel gevallen gemeld zijn van mensen die gedwongen werden hun part-time baan op te geven om aan trajecten van de sociale dienst mee te doen. Om werkritme op te doen, ziet u. De wereld op zijn kop.

Verder lezen Politiek kwartier | Parttime uit de bijstand

Kort: Nog één keer over de bijstandsmoeder

Toegegeven, het is toch wel een grote eer als een ander blogje het nodig vindt een artikel dat hier geplaatst werd zin voor zin uit te pluizen. Vooral de lachsalvo’s zijn natuurlijk vleiend.

Maar samenvattend: het punt van Das Kapital was dus niet te bewijzen dat de bijstandsmoeder toch wel rukkend veel geld kreeg (ondanks de scheeuwende kop die het tegengestelde dToegegeven, het is toch wel een eer als een ander blogje het nodig vindt een artikel dat hier geplaatst werd zin voor zin uit te pluizen. Vooral de lachsalvo’s zijn natuurlijk vleiend.

Maar samenvattend: het eigenlijke punt van Das Kapital was – naar eigen zeggen – dus NIET te bewijzen dat de bijstandsmoeder toch wel rukkend veel geld kreeg (ondanks een eerdere schreeuwende kop die het tegengestelde deed vermoeden), maar om aan te tonen dat het nauwelijks is na te gaan hoeveel een individuele bijstandsmoeder iedere maand te besteden heeft.

Nu ja, dat is dan in ieder geval gelukt.

En verder zijn er dus inderdaad gevallen te bedenken waarin een werkende minder krijgt dan iemand in de bijstand. Maar… dan moet je dus wel uitgaan van de combinatie parttime (4 dagen) werken en minimumloon en een royale gemeente die haar vrijgevigheid strikt voorbehoudt aan uitkeringsgerechtigden.
Verder lezen Kort: Nog één keer over de bijstandsmoeder

Politiek Kwartier | Jaloers op een bijstandsmoeder

Laten we, links of rechts, gewoon eens eerlijk zijn: zo slecht is het niet gesteld met de inkomensverdeling in ons land.

Het was weer een mooie week in rechts medialand, met de column van Annemarie van Gaal, waarin ze wat cijfers uit haar duim zoog over bijstandsmoeders. Dit uit haar duim zuigen ontging het journaille van de krant van nog-niet-wakker-Nederland volkomen, want ondanks dat de correctie hier op dit blog dinsdagavond al voor iedereen te bezichtigen was, werd het bericht de volgende dag kritiekloos doorgepost.

Soms heb je het gevoel alsof je het allemaal voor niets doet. Wat heeft het voor zin om telkens met de juiste cijfers te komen als de grote media kritiekloos de ene leugen na de andere blijven publiceren? Ik zal de eerste blogger niet zijn die hierom uiteindelijk de handdoek in de ring gooit. Het ontmoedigende van de politiek in Nederland: de leugen regeert.

Maar goed, terwijl jaloers Nederland zich dus schuimbekkend boog over het fictieve grootkapitaal van een bijstandsmoeder met twee kinderen, rekende ik, met hulp van vele reaguurders op dit blog en op de sociale media, dus uit hoeveel die bijstandsmoeder nu in werkelijkheid kreeg – hetgeen een stuk minder bleek te zijn dan Annemarie van Gaal en de Telegraaf maar al te graag geloofden – en vergeleek ik dit met het inkomen van iemand met een minimuminkomen en een modaal salaris.

Conclusie? Eigenlijk vind ik zelf de verdeling waar we uiteindelijk op uit kwamen helemaal zo slecht nog niet. Verder lezen Politiek Kwartier | Jaloers op een bijstandsmoeder

Bijstand, minimumloon, modaal: de cijfers

Klokwerk was het jaloerse gewijs van links naar rechts en andersom meer dan zat, en zet de cijfers van de verdiensten van een moeder met twee kinderen met verschillende inkomens op een rij. Aan het eind van het artikel een suggestie voor een beter sociaal systeem.

Zoals ze zelf al dacht deed de column van Annemarie van Gaal in het Financieel Dagblad veel stof opwaaien. In die column becijferde ze hoeveel een bijstandsmoeder van twee kinderen aan geld ontving. Bijna tweeduizend euro!

Het werd ontvangen als de zoveelste rechtse-jaloeziecolumn.

Haar conclusie was in ieder geval dat er nodig wat gedaan moet worden aan de belasting op arbeid. Een beetje een rare conclusie, want haar rekensommetje ging alleen over iemand die niet werkt. Over belasting op arbeid noemt ze geen enkel cijfer. Om zo een conclusie te trekken zouden we toch op zijn minst een vergelijking moeten maken.

Nieuwsgierig als ik ben besloot ik daarom dat huiswerk dan maar te doen en snel de cijfers bij elkaar te zoeken: welk inkomen zou een alleenstaande moeder van twee kinderen op de middelbare school per maand hebben met bijstand, werkend voor minimumloon, en met een modaal loon. Hieronder de resultaten.

De cijfers

Modaal inkomen Minimumloon Bijstand
Loon/uitkering (netto) € 2.089 € 1.303 *** € 952 ****
Huurtoeslag € 0 € 297 € 297
Kindgebonden budget € 31 € 148 € 148
Zorgtoeslag € 0 € 72 € 72
Alleenst. ouderkorting € 187 € 161 € 0 *
Kinderbijslag € 182 € 182 € 182
€ 2.489 € 2.163 € 1.651 **

Verder lezen Bijstand, minimumloon, modaal: de cijfers

Politiek Kwartier | De religie van het vaste contract

Het rotsvaste geloof van de politiek in het vaste contract maakt de sociale zekerheid uiteindelijk kapot.

Asscher snapt het nog steeds niet.

In de uitzending van EenVandaag gisteren over flexwerkers en mensen met een vast contract stelde VNO-NCW voorzitter Hans de Boer dat een vaste baan ‘een leugen’ is.

De groei van het corps ‘flexkrachten’ komt niet door een werkgeversreligie, stelt Hans de Boer. Het is een fact of life dat in de huidige markt het aantal flexwerkers groeit.

Een hele ramp voor de rechten van werkend Nederland. Mensen die werken met een tijdelijk contract of op oproepbasis hebben geen ontslagbescherming, en missen vaak een hele hoop voordeeltjes die voor vaste krachten middels de CAO’s geregeld zijn.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over het groeiende leger zzp’ers. Mensen met flexcontracten hebben tenminste nog recht op WW. Dit recht moeten zzp’ers ook ontberen.

De trek van vaste contracten naar flexwerk betekent daarmee een flinke ondermijning van de sociale zekerheid. En Lodewijk Asscher verzet zich hier dan ook tegen. Volgens hem is de groei van het aantal flexwerkers geen natuurverschijnsel, maar een keuze: de keuze van ondernemers. In EenVandaag doet hij een wanhopig beroep op het geweten van ondernemers.

Een fraai stukje ‘killing the messenger’.

Waarom begrijpt Asscher niet dat de groei van het aantal flexwerkers juist wél een natuurverschijnsel is, en dat dit zo blijft zolang het inhuren van flexwerkers door de wetgever veel gunstiger wordt gehouden dan het uitdelen van vaste contracten? Wanneer begrijpt Asscher nu eindelijk dat niet de werkgevers, maar hijzelf degene is die hier iets aan dient te veranderen? Verder lezen Politiek Kwartier | De religie van het vaste contract

Politiek Kwartier | Dwangarbeid is dwangarbeid

COLUMN – De verontwaardiging van Dennis Boutkan bij het woord dwangarbeid laat precies zien hoe de PvdA haar begrip van arbeidsverhoudingen verloren heeft.

‘Schandig en verwerpelijk’. Zo typeert de Amsterdamse PvdA’er Dennis Boutkan in het Parool de gewoonte van de SP om verplicht werken voor een uitkering te betitelen als ‘dwangarbeid’.

Het antwoord volgde enkele dagen later. Volgens de SP en de FNV is ‘dwangarbeid’ precies het goede woord. Dwangarbeid is arbeid tegen iemands wil, onder dreiging van straf. En het gaat hier om gedwongen werk onder dreiging van het wegtrekken van het laatste vangnet. Duidelijk toch?

Maar… met de term dwangarbeid verwijst de SP naar de tweede wereldoorlog, huilt Dennis. Die associatie lijkt mij echter vooral voor rekening van Dennis. Ga niet je tegenstander een tekort aan ‘historische verantwoordelijkheid’ verwijten als je zelf met de Godwin in de discussie komt, Dennis.

Vervolgens begin Dennis in zijn stuk te zwammen over zijn eigen vakantiebaantjes. Dat was ook niet-leuk werk! Dennis meent dat hij daardoor juist veel geleerd heeft over werkverhoudingen.

Deze Arbeids- en Organisatiepsycholoog moet misschien dan maar weer even terug naar de schoolbanken. De werkverhoudingen van de re-integratietrajecten zijn immers fundamenteel anders dan die bij betaald werk. Dat is nu juist het probleem.

Ten eerste is er het verschil in loon. Van het minimumloon krijgt de ‘re-integrerende’ maar de helft zien. Ten tweede is er een groot verschil in machtsverhoudingen. Of dacht Boutkan nu werkelijk dat een baas in Nederland het recht heeft zijn personeel willekeurig tot 30% op het loon te korten bij wijze van disciplineringsmaatregel? Kom nou. We leven niet meer in de 19e eeuw.

Trots kraait Dennis dat het Amsterdamse beleid er wél voor gezorgd heeft dat 4150 mensen zijn uitgestroomd uit de bijstand. Een claim die hij onmogelijk hard kan maken. Aan te vechten valt hij wel. Het is echt niet aan te tonen dat die mensen zonder die trajecten niet waren uitgestroomd. Tien procent uitstroom is daarbij nou ook niet echt een enorm aantal.

Daarbij komt dat gedwongen werkzaamheden óf verdringing van echte banen inhouden, óf nutteloos zijn. Die verdringing zal Dennis vast ontkennen – heel toevallig dat werklozen vaak werkzaamheden uitvoeren die net een paar jaar terug zijn wegbezuinigd – het nutteloze zal hij verdedigen door te stellen dat de re-integratietrajecten wél leerzaam zijn. Maar uit onderzoek van een onafhankelijke partij blijkt dat de betrokkenen daar zelf een hele andere mening over hebben.

“Het is belangrijk dat mensen weer arbeidsfit worden”, beweert Dennis, hiermee meegaand in de idiote gedachte dat werkloosheid een soort ziekte is. En de sociale dienst is dan een soort dokter, ziet u.

Hier klinkt het geloof in door dat werklozen hun werkloosheid vooral aan zichzelf te wijten zouden hebben. Zeker waar de overheid zelf door bezuinigingen en ‘gratis’ arbeid de werkloosheid doet oplopen is deze stelling gewoon onbeschoft.

Dat er slechts één partij is die niet mee wil gaan in de hedendaagse Newspeak en het beestje gewoon bij naam noemt is de échte schande. De brief van Boutkan is hét bewijs dat het helemaal zo gek nog niet is dat de PvdA in Amsterdam even aan de kant gaat staan. Laat die partij vooral even herbronnen op de betekenis van het woord arbeid, en het werk vooralsnog overlaten aan haar gekke socialistische zusje. En dat dan het liefst zeer binnenkort ook landelijk, a.u.b.

Politiek Kwartier | Rechtse jaloezie

COLUMN – Kritiek op topsalarissen of de scheve verdeling van vermogen wordt door ‘rechts’ vaak weggezet als ‘linkse jaloezie’. Maar rechtse jaloezie bestaat ook, en is minstens zo venijnig.

De VVD wil de vakantierechten van bijstandsgerechtigden beperken. Zogenaamd om ze sneller aan het werk te krijgen. Uiteindelijk is dat natuurlijk maar een excuus. Zo een maatregel past keurig in het treiterpakket dat momenteel in de bijstand wordt doorgevoerd. Verplicht werken onder minimumloon, de eerste maand geen bijstand, etc. Werkloos zijn is geen straf, maar een misdaad. En die moet wórden bestraft.

Met enige vertraging wordt binnenkort ook samenleven beboet voor mensen met een uitkering. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat zij de vruchten van hun eigen zuinigheid zelf plukken. En onlangs stemde de kamer ervoor dat mocht Marokko niet akkoord gaan met het verlagen van de uitkeringen van uitkeringsgerechtigden aldaar, het verdrag met dat land maar opgeschort moet worden. Ook al kost dat de belastingbetaler uiteindelijk meer geld. Principe. Dat deze mensen altijd evenveel premie betaalden als alle anderen maakt niet uit. Wie geld kost moet boeten.

De nijd gaat zelfs zover dat het de gevangenissen bereikt. Versobering van het gevangenisregime. Iedere expert kan vertellen dat dit alleen maar leidt tot meer misdaad, en meer ellende in de cel, en daarmee uiteindelijk nota bene tot hogere kosten, maar toch gaat het gebeuren.

Het is één ding dat in sommige kringen de gevangenissen worden vergeleken met sterrenhotels en de bijstand met luilekkerland, het is iets anders als mensen die onzin nog gaan geloven ook. Door een misplaatste jaloezie wordt momenteel de effectiviteit van het justitiestelsel ondermijnd en het sociale vangnet omgeturnd naar een geldverslindend controle- en ‘prikkel’-orgaan dat de ergste nachtmerrie van Kafka evenaart. Rechtse jaloezie.

En zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Kritiek op exorbitant hoge salarissen, bonussen zonder tegenprestatie en een scheve verdeling van vermogens wordt door zelfbenoemde rechtse denkers graag weggezet als ‘linkse jaloezie’. Als je hen gelooft zou je bijna denken dat links-zijn vooral neerkomt op jaloers-zijn.

Het erge is, niet alleen rechts gelooft dat. Ook linkse politici zelf zijn het gaan geloven. Het is de misrekening die de PvdA maakte toen ze dit kabinet instapte. De partij dacht dat ze de draconische bezuinigingen op de zorg en de sociale zekerheid wel kon verkopen in de ruil voor een nivelleringsfeestje.

Dit feestje is inmiddels afgeblazen. Begrenzingen van bonussen worden lachend gecompenseerd door een forse verhoging van het gewone salaris, zoals we afgelopen week bij de ABN-Amro zagen. En inmiddels worden de lasten verlicht voor mensen die meer dan 40.000 per jaar verdienen, terwijl deze groep zelfs schaamteloos wordt aangeduid met ‘hardwerkend Nederland’ – want wie minder dan 40.000 per jaar verdient werkt gewoon niet hard genoeg.

Het maakt uiteindelijk weinig uit, want het ‘linkse’ feestje werd door de achterban van de PvdA als douceurtje toch al niet gepikt. Waarom? Omdat het de meeste mensen zonder werk of met een zorgbehoefte een rotzorg zal zijn hoeveel ‘de rijken’ verdienen. Als zij zelf maar een menswaardig bestaan hebben en de eindjes aan elkaar kunnen knopen.

Had Spekman met een psycholoog gebeld, dan had die het hem al kunnen voorspellen. Jaloezie is een luxe-artikel. Mensen krijgen er pas écht last van als hun eigen zakken gevuld zijn.

Politiek Kwartier | Het sociaal liberale midden

De combinatie van D66 en de SP levert precies die standpunten op die GroenLinks en de PvdA continu verraden.

Ik moest even twee keer in mijn ogen wrijven bij het uitkomen van het Amsterdamse regeerakkoord. Vooraf had ik geen enkel vertrouwen in de combinatie van de partijen D66, SP en VVD. Wat schetst echter mijn verbazing toen Jan Paternotte van D66 een college presenteerde met bijzonder sociaal-liberaal akkoord.

De SP bleek het onderste uit de kan te hebben gehaald bij zorg en zekerheid. Steun aan uitgeprocedureerde illegalen, meer geld voor armoede en thuiszorg, en het onzalige idee voor nog meer marktwerking in de zorg wordt verlaten. Amsterdam is van iedereen, maar op het sociale vlak nog het meest van de SP.

D66 wint ondertussen doordat de bezuinigingen op cultuur worden teruggedraaid, er komt meer vrijheid in het onderwijs, er wordt fors geïnvesteerd in het OV, de 24-uurseconomie wordt gestimuleerd en de gemeente gaat nog weed verbouwen ook.

Het meest positieve en onverwachte is echter dat onder dit college een einde komt aan de dwangtrajecten voor uitkeringsgerechtigden zoals die opgelegd werden door de Amsterdamse voormalige wethouder van Es van GroenLinks.

Van Es zette zich linksom af tegen het landelijke beleid van tegenprestaties voor een uitkering, rechtsom kwam haar beleid op bijna hetzelfde neer: onder dwang werden werklozen verplicht te werken. Het verschil was dat enerzijds geen verdringing van echte banen plaatsvond, anderzijds leidde de illusie dat de overheid werklozen zou moeten opvoeden tot volstrekt zinloos werk, waarmee de mensen zich niet geholpen maar gekleineerd voelden.

Waar GroenLinks zich landelijk afzet tegen betutteling van werklozen, kon ze kortom lokaal niet verzinnen hoe het beter moet. Maar daar hebben we dan de SP voor. In Amsterdam worden mensen vanaf nu alleen maar nog aan het werk gezet tegen minimumloon. En het gaat dan niet om ziekte cursusjes, maar om het uitvoeren van gemeentelijke taken.

Het is zo simpel om te bedenken. Wat doe je tegen werkloosheid? Geef de mensen een baan! 

Ondertussen raakt van Es in paniek, en pleit voor een fusie tussen GroenLinks en de PvdA. Geen wonder. Met haar visie op werkloosheid als ziekte past zij prima bij die club van socialistische betutteling.

Maar ook landelijk is GroenLinks opnieuw de weg kwijt. Na de historische Nederlaag in 2012 was van Ojik lang op zoek naar het sociale gezicht van GroenLinks. Bij de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees parlement was het vertrouwen in de partij dan ook duidelijk weer gegroeid.

Helaas bleek GroenLinks daags na die laatste verkiezingen weinig te hebben geleerd, en steunde zij de afbraak van het onderwijs door middel van een schuldenstelsel voor studenten, alsof lenen de nieuwe norm moet zijn. Een paar weken later gaf ze in de eerste kamer steun voor wetgeving waarmee flexwerkers bestreden worden, in plaats van geholpen.

Zo komen we er natuurlijk niet.

Maar het is niet erg. Laat GroenLinks en de PvdA hun eigen graf maar graven. Pechtold en Roemer verkneukelen zich ondertussen bij het wonder van Amsterdam. Laat ze dat landelijk dan nog maar eens overdoen. Als de conservatieve socialisten van de SP en de vrije marktgekkies van D66 in een innige omhelzing dat beleid uitvinden dat sociaal liberalen zouden moeten voorstaan, hebben we die clubs van betuttelende beunhazen daartussenin nergens meer voor nodig.

Politiek Kwartier | Een boete op samenleven

COLUMN – Niet alleen de kostendelersnorm, het hele idee om samenleven te beboeten hoort bij de ‘maatwerkziekte’ die uiteindelijk de sociale zekerheid ondermijnt.

Afgelopen weken is veel gedebatteerd over de zogenaamde kostendelersnorm, door tegenstanders ook wel de mantelzorgboete genoemd. Een bejaarde die een familielid in huis neemt mag vanaf volgend jaar juli driehonderd euro per maand van zijn of haar AOW inleveren.

Dit terwijl het kabinet Rutte II tevens bedacht heeft dat het flink op de zorg kan bezuinigen door werk af te schuiven op vrijwilligers. Verplegend personeel kan ontslagen worden om dat werk dan gratis laten doen door mensen die toch niet veel omhanden hebben… bijvoorbeeld omdat ze net ontslagen zijn. En wanneer deze mensen niet willen, dan dwingen we ze wel door middel van boetes op een uitkering.

Maar het houdt hier dus niet op, want wie geconfronteerd wordt met wegvallende zorg voor oma, en oordeelt dat het dan maar handig is om voor de 24-uurszorg die nodig is bij oma in te trekken, ziet oma dus per juli volgend jaar beboet met driehonderd euro per maand. Mensen worden hiermee driedubbel gepakt.

Logisch, zegt Klijnsma. Mensen die samenwonen hoeven minder uit te geven. En dan kan de uitkering ook wel wat minder hoog zijn.

Op zich lijkt deze gedachte consequent. AOW’ers die samenwonen krijgen ook minder geld. Precies hetzelfde geldt voor mensen met een bijstandsuitkering.

Maar is dat wel zo consequent? Voor mensen met een WW-uitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering geldt dit immers niet. En ook voor mensen met een baan die samen gaan wonen gaan de belastingen niet omhoog.

Dat laatste zou Klijnsma eens moeten durven voorstellen. Het land zou te klein zijn. Waarom laten we het dan wel gebeuren met mensen met een AOW of Bijstanduitkering?

Voor de samenleving is het aan alle kanten gunstig als mensen gaan samenwonen. Het drukt het beroep dat op de zorg wordt gedaan, vaak ook als het gaat om niet-erkende mantelzorgers. Daarbij is het gunstig vanwege ons chronisch tekort aan woonruimte. Verder gebruiken mensen die op één adres wonen gemiddeld minder energie. Allemaal wenselijke zaken. Wie samen gaat wonen mag daar daarom van mij best ook zelf voordeel hebben.

Daarbij is het telkens willen toepassen van maatwerk dodelijk in de sociale zekerheid. De bedilzucht van de overheid neemt hierdoor alleen maar toe. Er moet weer gecontroleerd worden wie er samenwoont en wie niet. Tandenborstels tellen dus. Ook de bureaucratie neemt toe. En er ontstaan weer allerlei mogelijkheden tot fraude, terwijl aan de andere kant mensen die we eigenlijk juist zouden willen helpen net overal buiten de boot vallen, of tegen een muur van regels aanlopen.

Zoals in dit geval de mantelzorgers. Want zij zijn het slachtoffer van een denktrant die niet alleen door Klijnsma, maar ook door de verzetshelden tegen de kostendelersnorm, zoals het CNV en de Christenlijke partijen, uiteindelijk heel logisch genoemd wordt. Maar voor de mantelzorgers dan weer even niet.

Het is typisch Nederlands om hier vervolgens dan weer een uitzondering voor te gaan verzinnen. En zo holt al decennia ons sociale stelsel achteruit, doordat we het verzuipen in regelgeving. Uiteindelijk komen we te zitten met een systeem dat naast onuitvoerbaar en fraudegevoelig in praktijk ook nog eens aan alle kanten onrechtvaardig blijkt te zijn, en juist dat stimuleert wat uiteindelijk het meest kostbaar is.

Politiek Kwartier – Een Neoliberale Planeconomie

COLUMN – Vandaag verwondert Klokwerk zich erover hoe liberaal beleid kan leiden tot communistische praktijken.

Wie bijstand ontvangt, mag daar best wat voor terugdoen. Kinderopvang is goed, zodat mensen economisch zelfstandig kunnen worden.

Twee politieke dogma’s die tot rare praktijken leiden. Want wie de regelingen voor kinderopvang en de bijstand naast elkaar legt en een beetje gaat rekenen komt op rare uitkomsten.

Stel, een alleenstaande moeder met één kind maakt gebruik van de kinderopvang. Het is crisis, zij verliest haar baan en belandt in de bijstand. Thuis beslist zij dat zij het makkelijkst kan bezuinigen op de opvang.

Dit kost weer werkgelegenheid. Laten we zeggen dat dit ook bij de kinderopvang een baan scheelt. Gezien een maand kinderopvang al snel een netto modaal inkomen kost is dat goed mogelijk.

Een mogelijke oplossing voor dit economisch probleem is het volgende: de moeder gaat werken bij de kinderopvang. Dan betaalt ze dus eigenlijk haar eigen baan

Dit lijkt een beetje vreemd, maar het is mogelijk, want werkende mensen kunnen kinderopvangtoeslag krijgen, en die kan bij één kind al oplopen tot ruim 1300 euro netto per maand.

Het vervelende van deze banenmachine is echter dat onze dame dan 400 euro meer gemeenschapsgeld kost dan de totale bijstand waar ze als alleenstaande ouder recht op zou hebben.

Dit geldt voor iemand met een minimuminkomen. Maar als iemand anderhalf keer modaal verdient, is de maximale vergoeding voor kinderopvang nog steeds gelijk aan de bijstand voor een alleenstaande ouder. Anderhalf keer modaal: maar 15 procent van de huishoudens komt over die grens heen. En de toeslag wordt zelfs nog hoger als er sprake is van meer dan één kind.

Conclusie: ouders in een uitkering vormen veruit de goedkoopste gesubsidieerde kinderopvang.

Het probleem is echter dat de gemeenten de bijstandgerechtigden maar niet met rust kunnen laten. Bijstandgerechtigden, ook met kinderen, maken tegenwoordig een grote kans in een of ander work-first project terecht te komen (lees: dagelijks in een VVD-busje naar het Westland getransporteerd te worden om aardbeien te plukken en doosjes te vouwen). Niet dat dit in praktijk iemand dichter bij de arbeidsmarkt blijkt te brengen, maar het levert de gemeente weer wat geld op.

Het klinkt logisch dat je wat terug moet doen voor je uitkering. Maar in praktijk komt het erop neer dat ook commerciële bedrijven extra goedkope werkkrachten krijgen op kosten van de belastingbetaler.

Een groot probleem van deze heerlijke VVD-projecten is dat dit een inmiddels aangetoond verlies aan werkgelegenheid met zich meebrengt. Meer uitkeringen in totaal dus. Het lijkt winst, maar op termijn heeft de schatkist eronder te lijden.

Zeker wanneer die door de belastingbetaler gefinancierde werkkrachten door dat werk nog recht krijgen op een toeslag voor kinderopvang ook.

Rare praktijken. Mij lijkt het eerlijker en goedkoper om iedereen die werkt daar gewoon voor te betalen, inclusief de zorg voor kinderen. Of dat laatstgenoemde werk dan zelf gedaan wordt of wordt uitbesteed mag iedereen zelf bepalen.

Een staatsuitkering voor mensen die voor kinderen zorgen. Ik hoor de liberalen mij al uithonen. Ondertussen koersen we onder VVD-vlag echter aan op een maatschappij waarin iedereen via work-first trajecten aan de slag gaat voor een staatssalaris op bijstandsniveau, en de kinderen opgroeien in collectieve door de staat gesubsidieerde zorgcentra. Keuzevrijheid nul en het kost vaak meer dan het oplevert.

Toch vreemd hoe dat werkt met die neoliberalen. Ze pleiten voor eigen verantwoordelijkheid en loon naar werk, maar realiseren ondertussen het communistische ideaal.

Politiek Kwartier – Sociaal Wisselgeld

COLUMN – Deze week roept Klokwerk de SP en de FNV op om nu hun kans te grijpen met het ontslagrecht en de WW – voordat het straks voorgoed te laat is.

Goed. We hebben dus een regering die overal steun zoekt en daarbij bereid is concessies te doen. Hierop zetten de SP en de FNV de hakken in het zand. Een volkomen verkeerde reactie. Ze dienen nu juist hun kans te grijpen, voordat het te laat is. 

Want welke waarde heeft de WW nog?

De WW is eerder al teruggegaan van maximaal vijf jaar naar maximaal 38 maanden. Bovendien moeten WW’ers tegenwoordig na een jaar reeds ieder werk accepteren, ook onder het eigen niveau. Belangrijker: het merendeel van de WW’ers heeft helemaal geen recht op de langste termijn, omdat ze de bijbehorende diensttijd missen. De gemiddelde werkloze zit dus nu al een stuk eerder in de bijstand.

En welke waarde heeft het ontslagrecht nog?

Het ontslagrecht wordt van twee kanten uitgehold. Enerzijds is de hoogte van de ontslagvergoeding eerder al sterk ingeperkt, voor velen zelfs gehalveerd. Anderzijds is een snel groeiend deel van de beroepsbevolking flexwerker, inmiddels al dertig procent, en heeft dus helemaal geen ontslagbescherming. Bovendien is het krijgen van je recht als ontslagen werknemer niet zelden een tijdrovend en psychisch zeer belastend proces.

Conclusie: De FNV en de SP vechten voor twee al bijna leeggelopen luchtballonnen. Hoe nuttig is dat?

Het levert misschien leden en virtuele zetels op, maar feitelijk staan beide bewegingen momenteel in een slachtofferrol aan de kant te kijken hoe de sociale zekerheid om zeep wordt geholpen. Want ook zonder hen komt er uiteindelijk wel weer een rommelcoalitietje in de Eerste Kamer met een volgend afbraakakkoord.

Het is daarom hoog tijd dat zij van strategie veranderen, voordat werkend Nederland morgen definitief met lege handen staat. Stop met klagen en begin met eisen, zolang het nog kan. Zolang de WW en het ontslagrecht nog wat waard zijn heb je nog wisselgeld in je rode knuisten. Koop er iets sociaals voor. Bijvoorbeeld:

1. Ga akkoord met het definitief vervallen van de ontslagvergoeding, maar eis in ruil daarvoor dat de WW in het eerste half jaar wordt aangevuld tot 100 procent. En eis daarbij dat iedere werknemer die langer werkloos is een scholingsbudget van zeg 5000 euro krijgt. De premies daarvoor betalen de werkgevers als dank voor het wegnemen van de last van de ontslagvergoedingen en de daarbij horende juridische rompslomp.

2. Accepteer dat de maximale WW-duur teruggaat naar twee jaar, maar alleen met een socialere bijstand, dus op voorwaarde dat mensen in de bijstand onder geen enkele voorwaarde meer gedwongen mogen worden onder het minimumloon te werken, zoals dat nu gebeurt. Dit betaalt zichzelf, want deze work-first strategie kost uiteindelijk werkgelegenheid. Een terecht punt van SP en FNV, waar ze tot nu toe niets mee konden doen.

Het resultaat van zo een gouden ruil zou zijn: flexibilisering, maar dan wel op een sociale manier. Met een veel beter vangnet dan we nu hebben. Het is beter toegankelijk, meer transparant en bovenal eerlijker, want er kunnen veel meer mensen gebruik van maken dan nu. En het levert naast meer zekerheid voor werknemers ook economische stabiliteit op.

Wie het woord sociaal op zijn voorhoofd getatoeëerd heeft staan en op wil komen voor werknemers kiest daarvoor. Hij eist het. Nu. Want straks is het te laat.

Stop met zinloos trekken aan werklozen

Het is tijd om alle verplichte trajecten voor werklozen af te schaffen. Ze zijn zinloos, kostbaar, en leiden tot verlies aan werkgelegenheid.

Stratenvegen als therapie voor ex-stratenvegers: waarom trappen we nog in die onzin?

De recente opschudding in Deventer, waar men dacht te besluiten dat werklozen voortaan wel de zorgtaken op kunnen knappen, staat niet op zich zelf. Een paar weken terug stond een bericht in de media wat hier eigenlijk volledig mee samenhangt: in Den Haag moet een weggesaneerde straatveger voor zijn uitkering…straten vegen. Zogenaamd om werkritme en werkervaring op te doen. De absurditeit van hoe we met werkloosheid omgaan is in dit voorbeeld treffend samengevat.

Officieel mogen gedwongen trajecten voor werklozen niet leiden tot verdringing van werk, maar dit is precies wat gebeurt. Wanneer werklozen gedwongen worden wegbezuinigde taken alsnog uit te voeren, kan iedereen snappen dat de behoefte nooit meer zal ontstaan er ooit nog iemand voor aan te nemen.

 

Politiek

Politieke tegengeluiden voor deze gevaarlijke tendens ontbreken echter vrijwel volledig. Zeker, staatssecretaris Klijnsma gaat onderzoek doen naar de misstanden nadat de SP en de FNV-campagne voerden tegen het werken voor een uitkering. Maar Klijnsma geeft wel van tevoren al aan dat er volgens haar geen sprake is van een gigantisch probleem. En alle partijen vinden dat ‘werken als therapie’ wel toegestaan moet blijven.

  

Ondertussen is ‘werken als therapie’ nu precies het argument waarmee dat geval van die straatveger wordt verdedigd. De Haagse wethouder Henk Kool zegt namelijk in een reactie dat hier sprake is van een re-integratietraject. Het traject zou zijn ingezet om werkritme en werkervaring op te doen.

  

Opleidingen

Een ontslagen straatveger die hetzelfde werk moet doen om in het werkritme te blijven en ervaring op te doen. Waarom trappen we nog in die onzin?

   

Het cynische is bovendien dat van al dit soort re-integratietrajecten van het UWV en de sociale diensten ook nog nooit is aangetoond dat ze enig effect hebben. De projecten worden geëvalueerd aan de hand van de uitstroom naar werk, maar het is onduidelijk of die uitstroom dankzij of juist ondanks dat traject gebeurt.

 

Veel schrijnende anekdotes over verplichte trajecten van sociale diensten, het UWV en bedrijven waarmee zij samenwerken doen het laatste vermoeden. Mensen die bij deze instanties klant zijn geweest vertellen bijna zonder uitzondering verhalen van opleidingen zwaar onder het niveau van de cursisten, van geestdodende trajecten en van het soms ronduit schofferende wantrouwen waarmee mensen benaderd worden.

 

Dit nog los van een verschrikkelijke bureaucratie, waarbij mensen niet zelden de dupe worden van administratieve fouten die door die diensten gemaakt worden.

 

Belangrijker is dat hier werk als opleiding wordt ‘vermomd’. Een kenmerk van een opleiding is dat het geen geld of diensten oplevert. Wanneer een opleiding toch gaat renderen, dan heet dat werk. Natuurlijk bestaat er zoiets als ‘training on the job’. Maar bij een ‘job’ hoort een eerlijke beloning. En die wordt hier niet gegeven, met een marktverstorende werking als gevolg.

 

Motiveren

 

Het is sowieso al hoogst twijfelachtig of het mogelijk is om mensen door middel van dwang en plicht te motiveren voor de arbeidsmarkt. Ik betwijfel dat ten zeerste. Misschien verdienen sommige mensen uit morele overwegingen een schop onder hun kont. Maar met een schop onder een kont is volgens mij nog nooit een gemotiveerde werknemer ontstaan. En waar dat wel zou lukken is er nog geen extra baan bij gekomen.

 

Maar deze fundamentele vraag hoeven we nu niet eens te beantwoorden. Het is immers crisis. Er zitten massa’s mensen aan de kant die wél gemotiveerd zijn om een baan te vinden. Als zij al niet aan de bak kunnen komen, dan is het volkomen zinloos om ongemotiveerde mensen te gaan ‘prikkelen’.

 

Iets terugdoen

 

Maar is het dan niet logisch dat mensen ondertussen iets terugdoen voor hun uitkering?

Niet als dit ertoe leidt tot verlies aan banen. Er gaat iets fundamenteel mis als belangrijke zaken als de reiniging, de postbezorging en zelfs bejaardenzorg tegen een veel te lage vergoeding worden uitgevoerd door ongeschoolde werklozen, aangestuurd door volledig uit haar krachten gegroeide overheidsinstanties.

 

Onze taal geeft al aan dat dit niet klopt. We hebben dan namelijk vrijwilligerswerk dat onvrijwillig wordt gedaan, door werklozen met dagelijks werk, aangestuurd door sociale diensten die deze naam niet waard zijn. 

 

Stoppen

 

Het is daarom tijd om onmiddellijk te stoppen met alle dwang- en disciplinemaatregelen voor werklozen. Niet alleen met het werken voor een uitkering, maar met alle verplichte re-integratietrajecten en opleidingen. Het kost immers bakken vol geld en het is met het huidige banentekort volkomen zinloos. Het leidt tot mensonwaardige praktijken en het ergste: het kost werkgelegenheid.

 

Wanneer het UWV en de sociale diensten hun trajecten alleen nog maar vrijwillig aan zouden bieden was het snel gedaan met die onzin. Niemand gaat immers naar een “opleiding” waar hij of zij niets aan heeft. Bovendien zouden er geen banen meer verdwijnen omdat ze op een andere manier ingevuld worden.

 

Het resultaat zou sociale diensten en een UWV zijn dat werkelijk mensen motiveert en ondersteunt op weg naar een echte betaalde baan. En dat is precies waartoe zij in het leven geroepen zijn.

 

Kees Alders, alias Klokwerk, Columnist, webdesigner en psycholoog

Politiek Kwartier – Wachten op de bijstand

COLUMN – Jetta Klijnsma wil de wachttijd voor de bijstand invoeren… terwijl ze geen flauw idee heeft van de gevolgen.

De media-aandacht was minimaal, maar vlak voor het reces stuurde Jetta Klijnsma nog een plan over de bijstand naar de Tweede Kamer: als het aan haar ligt moet voortaan iedereen die een bijstandsuitkering aanvraagt eerst vier weken wachten, en zelf zoeken naar werk.

Voor jongeren is dit sinds januari 2012 al praktijk. In elf gemeenten is geëxperimenteerd met de invoering van deze maatregel voor andere groepen. De resultaten zijn volgens Klijnsma veelbelovend. Tussen de dertig en vijftig procent van de mensen die bij de sociale diensten kwamen vroeg uiteindelijk geen uitkering aan. De helft van hen had zelf al werk gevonden. Dit schrijft Klijnsma in haar brief.

Maar dit roept bij mij enkel meer vragen op, waarop helaas geen antwoorden blijken te zijn.

Ten eerste de vraag of de uitkering bij die dertig tot veertig procent uiteindelijk ook zou zijn toegekend. Een aanvraag doen betekent immers nog niet dat die aanvraag uiteindelijk wordt ingewilligd. Een rondje googelen leert mij dat afwijzingspercentages van dertig tot veertig procent niet ongewoon zijn. Rekent Klijnsma zich niet ten onrechte rijk?

De tweede vraag is of de mensen die in deze periode werk vinden dat niet ook zouden hebben gevonden als ze wel gewoon bijstand hadden gekregen. Iemand die een bijstanduitkering ontvangt, heeft tenslotte net zo goed de plicht om te solliciteren.

En dan de derde en belangrijkste vraag: wat is er met die andere helft van de mensen die niet terugkomt gebeurd? Zijn deze mensen wel goed terecht gekomen? Heeft deze maatregel niet geleid tot financieringsproblemen, zodat wij deze mensen binnenkort terug kunnen vinden in het zwarte circuit, de criminaliteit, de schuldhulpverlening of op straat?

Al deze vragen worden in het rapport waar Klijnsma zich op baseert niet beantwoord. Integendeel: in dit rapport staat letterlijk dat de meeste gemeenten de cijfers niet op orde hebben en dat het daarom aan inzicht in de effecten van de maatregel op de samenleving totaal ontbreekt.

Hoe kan Klijnsma dan nog van een succes spreken? Dat kan alleen als haar maar één ding interesseert: hoeveel geld heb ik bespaard – en de rest haar niets kan schelen.

Van de VVD kan je de rondedansjes bij dit soort resultaten nog verwachten. Maar een staatssecretaris van een zich sociaal noemende partij zou toch op zijn minst zorgvuldiger moeten zijn.

Bijstand is de laatste invulling van het fundamentele recht op levensonderhoud. Het is de uitkering waar iedereen recht op heeft die buiten zijn schuld om zonder ander inkomen komt te zitten.

In deze tijden zijn dat nogal wat mensen. Bijstand is ervoor om te voorkomen deze mensen in financiële problemen raken. Bovendien is het een manier om ze te begeleiden en problemen vroeg te signaleren, zodat de afstand tot de arbeidsmarkt niet alleen maar groter wordt.

Wat we hier zien is dat zonder enige kennis van zaken blind wordt gesneden in een basisvoorziening in tijden dat deze het hardst nodig is. Buitengewoon onverantwoordelijk.

Politiek Kwartier – Newspeak

COLUMN – Werklozen zijn ziek. Maar ziek waarvan? (Of: hoe de politiek aan constante taalvernieuwing doet.)

Jetta Klijnsma legde het afgelopen weekhet nog één keer uit. Mensen die hun baan verliezen, kunnen nog wel enkele maanden goed functioneren, daarna worden ze ‘ziek’.

Volgens Jetta zijn wij collectief namelijk veel te infantiel om zonder de strakke regelmaat van een vaste werkweek normaal te blijven functioneren. Wie lang thuiszit zonder de heilzame knoet van de werkgever vervreemdt van het verschijnsel collega’s, en verandert vanzelf in een onhandelbaar individu dat nooit meer de weg naar regulier werk weet te vinden. Een zieke man (m/v).

Daar dient de overheid dus in te grijpen met landelijk opgelegde disciplineringstrajecten.

En toevallig snijdt dat mes aan twee kanten. De therapeutisch werkende ‘vrijwilligers’ verrichten immers allerlei nuttige taken, in de mantelzorg of anders als straatveger. En hiermee helpt Jetta haar collega’s weer, die zodoende op allerlei zorg- en andere gemeentelijke taken kunnen bezuinigen door nog meer personeel te ontslaan.

‘Vrijwillig’, dat is newspeak voor dwangarbeid. Dat u de taalvernieuwing maar even bijhoudt.

Wat we hier zien is de giftige cocktail van de ideologieën van de VVD en de PvdA. De VVD houdt ondanks de crisis vol dat de markt perfect is en dat er daarom niet zoiets kan zijn als werkloosheid buiten de schuld van werklozen om, terwijl het betuttelende socialisme van de PvdA ervan uit gaat dat de staat er is om mensen op te voeden. Dit leidt tot een overheid die in tijden dat honderdduizenden gemotiveerde mensen noodgedwongen aan de kant staan, besluit ze als kleine kinderen te gaan behandelen.

Werklozen hebben een groot probleem, ja. Maar dat komt niet door gebrek aan motivatie. Dat komt doordat er geen banen zijn.

Arme mensen zijn ziek, ja. Maar dat komt niet door gebrek aan werk en zingeving. Dat komt door gebrek aan geld.

En wat mensen nog zieker maakt, is een kafkaësk uitkeringssysteem dat in plaats van zekerheid te bieden drijft op de perverse overtuiging dat de mens moet worden aangestuurd met ‘prikkels’. Onder dreiging van strafkortingen worden mensen verplicht om sollicitatiecursussen te volgen voor banen die er niet zijn, alsof een algeheel gebrek aan sollicitatievaardigheden de reden voor de werkloosheid is, terwijl de banen die er nog waren door middel van ‘trajecten’ worden vernietigd.

‘Prikkels’, dat is newspeak voor bezuinigen. ‘Trajecten’, newspeak voor spotgoedkope arbeid.

Maar er zijn lichtpuntjes. Ook commerciële bedrijven kunnen zogenaamde trajecten aanbieden. Voor iedereen zonder werk dus de volgende tip: richt een bedrijf op dat zich richt op het trainen of disciplineren van zogenaamde werklozen, en je loopt binnen.

Want ‘werkloos’, dat is newspeak voor werken onder het minimumloon.

En wie toch aan de verkeerde kant van de streep terecht komt, hoeft eigenlijk ook niet te vrezen. Ons land wordt binnenkort namelijk dusdanig afhankelijk van ‘werkloze vrijwilligers’, dat het binnenkort zinvol is de eerste ‘werklozenstakingen’ te organiseren. Laat al die prikkelende beleidsmakers en re-integratiecoaches die denken dat ze aan het werk zijn zelf hun luiers maar eens verschonen. Eens kijken hoelang ze deze absurde samenleving dan nog draaiende zien te houden.

Ondertussen hoef ik zelf niet maanden op de bank te hangen om aan dit alles een misselijk gevoel over te houden. Vervreemding hiervan lijkt mij echter geen kwestie van ziek worden.

Of ‘ziek’ moet gewoon newspeak zijn voor verbijsterd.