VVD stomverbaasd door moderne mythe

Als de VVD zich werkelijk druk zou maken over dat werken moet lonen, dan richtte zij zich op een andere bijstand, in plaats van zich druk te maken over een stokoud broodje aap.

Vandaag staat overal in de kranten dat de VVD op hoge poten eist dat het kabinet werken vanuit bijstand aantrekkelijker maakt. VVD-kamerlid Anne Mulder zegt zich namelijk rot geschrokken te zijn van cijfers van het Nibud waaruit zou blijken dat sommige gezinnen met modale inkomens minder overhouden dan bijstandsgezinnen.

Appels en peren
Dat Anne daar zo van schrikt zegt meer over hem dan over het bericht. Het is namelijk een broodjeaapverhaal dat regelmatig opduikt, en wie de cijfers induikt ziet dat er nogal wat aan te nuanceren valt. Zeker is het zo dat sommige bijstandsgezinnen meer geld binnen krijgen dan gezinnen met een modaal inkomen. Als in het bijstandsgezin drie kinderen rondlopen en het modale gezin bestaat uit één persoon, dan is dat ook niet meer dan logisch. Maar gezinnen met verschillende samenstelling met elkaar vergelijken is dan ook appels met peren vergelijken.

De moderne mythe dat werken niet loont steekt van tijd tot tijd de kop op, en wordt door rechtse politici en journalisten gretig gevoed. Zo verscheen een jaar terug in het Financieel Dagblad een slecht onderbouwde column van Annemarie van Gaal met hetzelfde bericht, dat veel stof heeft doen opwaaien. Dat zal Anne Mulder dan wel even gemist hebben. Wat hij in ieder geval heeft gemist, is dat ik op Sargasso daarop de werkelijke cijfers op een rijtje heb gezet voor een gezin van een alleenstaande moeder met twee kinderen die naar de middelbare school gaan. Het blog Das Kapital kwam vervolgens met andere cijfers. In een polemiek met dit blog en de lezers zijn de cijfers vervolgens in beide blogs gecorrigeerd, zodat uiteindelijk consensus ontstond over de waarheid. Wie de stukken zelf wil lezen is daar natuurlijk toe uitgenodigd, maar hieronder de samenvatting.

De echte cijfers
Wanneer de moeder met twee kinderen op de middelbare school vanuit de bijstand een fulltime baan aanneemt, gaat zij er afhankelijk van gemeentelijke regelingen er 4 tot 31 % op vooruit. Krijgt zij een fulltime baan met modaal inkomen dan gaat zij er 37 tot 51 % op vooruit. Wat vooral opvalt aan deze cijfers, is de grote variatie. Dat zit hem in de gemeentelijke toeslagen. Rijkstoeslagen hebben weinig invloed op de verschillen, omdat ze doorgaans niet vervallen als iemand werk tegen een laag loon aanneemt, en slechts geleidelijk afnemen naarmate men meer verdient. Gemeentelijke toeslagen zijn vaak wel aan de uitkering gekoppeld of alleen voor de allerarmsten.

Daarnaast is er het verschijnsel waar Das Kapital terecht op wijst, dat voor de moeder die parttime gaat werken de voordelen snel verdwijnen. Wanneer de minimumloonmoeder 4 dagen gaat werken, is haar voordeel in de meeste gevallen al verdwenen. Dit geldt voor de moeder met modaal loon wanneer ze drie dagen gaat werken.

Ruimte voor verbetering
Ondanks dat ik door veel mensen ‘links’ genoemd wordt, ben ik wel degelijk gevoelig voor het argument dat werk moet lonen. En er is dus wel degelijk een probleem met werken vanuit een uitkering. Maar dat probleem treedt met name op wanneer iemand vanuit een uitkering parttime gaat werken. Ook wanneer iemand tijdelijk gaat werken ontstaat een probleem: zo iemand wordt vooral administratief tegengewerkt. Verder is er een groot verschil in gemeentelijke regelingen.

Er is dus wel degelijk ruimte voor verbetering, maar dat zit hem in de flexibiliteit van de bijstand, in het belonen van parttime werk, en het aanpakken van de verschillen tussen gemeenten. Zoals ik in mijn vorige stuk hier op Joop betoogde, valt hier op een heel makkelijke manier iets aan te doen: door het landelijk invoeren van de vrije-inloopbijstand, waardoor ieder uur dat iemand vanuit een uitkering werkt weer zou lonen. Als de VVD daarvoor zou pleiten, dan gaf ik haar groot gelijk. Maar helaas is het de partij daar niet om te doen. Hun aanval richt zich op de inkomensafhankelijke regelingen, een populaire zondebok voor rechts-populisten. Vandaar deze zogenaamd geschrokken reactie, die alleen maar kan worden omschreven als stemmingmakerij met verdraaide feiten. Het is weer bijna Prinsjesdag, ziet u.

Politieke armoede
Wat mij hierbij uiteindelijk vooral opvalt is de kleinburgerlijkheid van een dergelijk debat. De discussie ontaardt in afgunst zaaien bij mensen met een middeninkomen, met als belangrijkste argument een paar armzalige cijfers. Dit is politieke armoede. Waar het debat niet over gaat is over de vraag wat voor samenleving en arbeidsmarkt we eigenlijk willen hebben. Willen we een solide vangnet met maximale zekerheid, waarin ieder initiatief – of het nu tijdelijk of parttime is of niet – wordt beloond?

Willen we kortom een systeem waarin mensen niet alleen in hun waarde gelaten worden, maar ook worden gestimuleerd om zelfstandig te zijn? Of willen we een betuttelende overheid, die alleen fulltime werk beloont, en alle andere mensen eindeloos blijft lastig vallen met verplichte trajecten en boetes, die even zinloos als kostbaar blijken te zijn, en ook nog eens echte banen schelen? Wie voor het laatste kiest, kan zichzelf onmogelijk met droge ogen liberaal blijven noemen. Maar liberaal is de VVD dan ook al lang niet meer.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Het basisinkomen als richtlijn voor een betere sociale zekerheid

Met de vrije-inloopbijstand wordt de eerste steen van een simpeler, eerlijker en transparanter sociaal stelsel gelegd

Momenteel staan 47 gemeenten klaar voor een zogenaamd experiment met ‘het basisinkomen’. Deze experimenten gaan sowieso succesvol worden, omdat het huidige beleid voor de bijstand duur is in de uitvoering en het niemand aan het werk helpt, en daar zo mooi op bezuinigd kan worden. Dat daarmee de menselijke waardigheid hersteld wordt zal als een aardige bijvangst worden beschouwd.

Een veelgehoorde kritiek is dat deze experimenten feitelijk helemaal niet gaan over het basisinkomen, maar over een andere vormgeving van de bijstand. En dat klopt. De experimenten worden gehouden met een selecte groep bijstandsgerechtigden, die één uniforme bijstandsuitkering krijgen, zonder dat hierbij het gebruikelijke circus aan controles, prikkelmaatregelen, boetes, werk- en re-integratietrajecten op ze wordt losgelaten. Daarbij krijgen ze het recht om (eventueel beperkt) bij te verdienen. Een enorm verschil met nu.

Afscheid van de waanzin
Momenteel geven gemeenten ongeveer twintig procent van het bijstandsbudget uit aan zinloze controles en maatregelen, om mensen te dwingen te zoeken naar banen die er niet zijn. Het boetesysteem dat daarbij gehanteerd wordt blijkt in de praktijk volkomen willekeurig. Met name de goedwillenden worden gestraft. De boetes zijn daarbij vaak oninbaar en jagen de kostbare armoedeproblematiek aan. De bezuinigingen die worden ingeboekt zijn daarmee schijnbezuinigingen. De huidige bijstand is daarbij een systeem van mensonwaardige bureaucratie die niemand verder helpt, maar mensen juist tegenhoudt. De verplichte trajecten kosten daarbij alleen maar echte banen, terwijl menen gedemotiveerd worden bij te verdienen omdat alles altijd terugbetaald moet worden. Zo kan je als bijstandsgerechtigde maar beter op je handen blijven zitten als je niet in de administratieve moeilijkheden wil komen.

Hoe komen we aan zo’n idioot systeem? Het is de giftige cocktail van het marktdenken van de VVD, dat vertelt dat mensen alleen maar in beweging komen als ze geprikkeld worden met boetes, en het betuttelsocialisme van de PvdA, dat stelt dat de staat mensen met een uitkering desnoods tegen hun wil moet heropvoeden. Deze ideologische blindheid vindt zijn absurde apocalyps in het beleid van Rutte-II, maar zit feitelijk diep in de haarvaten van alle partijen. Ook de SP gelooft gezien het huidige beleid in Amsterdam nog in de uitgangspunten van het oude systeem. Tot zover is alleen nog GroenLinks van die prikkel- en betuttelmythe afgestapt, alhoewel ook deze partij tot anderhalf jaar terug er – gezien het beleid van hun toenmalige wethouder sociale zaken in Amsterdam – nog heilig in geloofde. Van een dergelijke ideologische blindheid is het moeilijk afstand nemen. Maar de plichtenvrije bijstand levert een bezuiniging van twintig procent op die waanzin op, en dat zal moeilijk te ontkennen zijn.

Werken loont weer!
Maar dan? Een andere bijstand, wat zou in dat kader redelijk zijn? Door logisch nadenken kunnen we het een en ander wel verzinnen. Het ligt voor de hand dat als bijstandsgerechtigden al hun bijverdiensten mogen houden, ze oneerlijke concurrentie vormen voor mensen zonder bijstand. Het zou daarom redelijk zijn als ze bij een uitkering van 70% van het minimumloon, 30% van hun inkomsten mochten houden, met het minimumloon als plafond. Extra winst daarmee zou zijn dat het huidige verschijnsel dat sommige bijstandsgerechtigden door gemeentelijke toeslagen beter af zijn dan mensen met een minimumloon, zal verdwijnen. Er ontstaat zo vanzelf een andere bijstand, die prikkelt, omdat werken vanuit de bijstand eindelijk weer loont, in plaats van dat het, zoals nu, wordt bestraft.

Maar de experimenten bieden pas echt kansen als er één stap verder wordt gedacht. Wanneer de bijstand beperkt blijft tot een beperkte groep, is er feitelijk nog niets bewezen, want aan de poort is nog veel controle nodig, dus kunnen bovengenoemde bezuinigingen nooit volledig ingeboekt worden. Daarbij blijven we een ongelijke situatie voor mensen houden.

De vuurproef
De werkelijke vuurproef zou daarom zijn om iedereen die minder inkomen heeft dan de bijstandsnorm het recht te geven een bijstandsuitkering ter aanvulling te ontvangen. Achteraf wordt de bijstand bij de belastingaangifte verrekend, terwijl alleen controles op zwart werk zullen blijven bestaan. Laten we dit systeem de vrije-inloopbijstand noemen. Om een idee te krijgen van wat er met een vrije-inloopbijstand zou kunnen gaan gebeuren, moeten we vooral kijken naar mensen die op dit moment rondkomen van een inkomen op of onder het bestaansminimum. Mensen met een inkomen daarboven zullen minder snel geneigd zijn te kiezen voor een forse inkomensachteruitgang. Maar voor de groep die minder heeft dan het minimumloon wordt de optie van de vrije-inloopbijstand aantrekkelijk.

Op dit moment komen ongeveer net zoveel mensen rond van een inkomen op of onder het minimum als het totale aantal bijstandsgerechtigden nu. Wanneer al deze mensen er onverkort voor zouden kiezen hun werk op te zeggen om lekker te genieten van “la-luilekkerland”, en vrijwillig tot 30% in inkomen achteruit te gaan door niet bij te werken, en de rest van de bijstandsgerechtigden dit ook vertikt, dan groeit de bijstand dus met 100%. Dit valt met een besparing van 20% natuurlijk niet te dekken. Maar dat dit gebeurt is hoogst onwaarschijnlijk. Mensen in de bijstand zullen er sneller voor kiezen hun inkomen indien mogelijk te verhogen door bij te verdienen. En dat is dan ook mogelijk, omdat er voor die groep ondertussen veel werk vrij is gekomen, dat verdeeld kan worden over het totale bestand.

Met de vrije-inloopbijstand ontstaat zo een volstrekt nieuwe dynamiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Mensen kunnen tijdelijk en part-time werk verrichten zonder hun sociale zekerheid in gevaar te brengen. Er ontstaat kortom een sociaal stelsel dat perfect is ingespeeld op de flexibilisering van de onderkant van de arbeidsmarkt. Daarbij valt met deze solide vorm van een basisvangnet een flinke besparing op andere armoedevoorzieningen te verwachten.

Experimenten
Is de vrije-inloopbijstand onbetaalbaar? Daar kunnen we kort en lang over discussiëren, maar dat is uiteindelijk een kwestie van uitproberen. Het is wachten op een kabinet met ballen dat in het verlengde van de experimenten-met-het-basisinkomen een volgende stap durft te zetten en de vrije-inloopbijstand realiseert. Eventueel weer experimenteel.

Om een dergelijk experiment werkelijk eerlijk uit te voeren zou de vrije-inloopbijstand in een paar grote steden uitgerold moeten worden, en in andere grote steden niet. De vrije-inloopbijstand kan dan tijdens de experimentele fase alleen aangevraagd worden door mensen die al een paar jaar in de experimentele steden ingeschreven staan. In de steden Amsterdam, Utrecht, Groningen, Tilburg, Nijmegen en Eindhoven is het politieke draagvlak voor dergelijke avonturen traditioneel gezien groot, terwijl de politiek in steden als Rotterdam en Den Haag eerder nog warm blijft lopen voor de traditionele ‘strenge’ bijstand. Laten die laatste steden dan de controlegroep leveren.

De term basisinkomen mag in deze context alleen maar verwarrend lijken. Toch is het belangrijk die term vast te houden. Met een bijstand die is omgevormd tot een betrouwbare en solide basisuitkering is namelijk de eerste steen van een simpeler, eerlijker en transparanter sociaal stelsel gelegd. Vervolgens is het mogelijk om meer uitkeringen, toeslagen en kortingen onder te brengen in die regeling. Om te beginnen de arbeidsongeschiktheidsregelingen tot het bijstandsniveau, wat door het ontbreken van regels pijnloos kan. Daarna kan gekeken worden naar andere uitkeringen, toeslagen, heffingskortingen, subsidies en aftrekposten. In hoeverre een verdere versimpeling per stap redelijk is, of dat er naast een basisinkomen altijd extra regelingen moeten blijven bestaan, is dan een kwestie van voortschrijdend politiek inzicht. Het moet stap voor stap.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Politiek kwartier | Parttime uit de bijstand

COLUMN – Als we werkelijk mensen uit de bijstand willen halen, dan voeren we het onmiddellijk in dat mensen die vanuit de bijstand parttime gaan werken een deel van hun verdiensten mogen houden.

Even verder denkend op die bijstand-rel van afgelopen weken: ondanks dat het gecijferneuk momenteel waarschijnlijk voor niemand meer te volgen is, is iedereen het er wel over eens dat er problemen ontstaan wanneer iemand vanuit de bijstand parttime werk vindt.

Dat komt voornamelijk doordat de verdiensten van parttime werk zolang ze onder de bijstandsnorm liggen door kortingen op de bijstand verdwijnen. Daarom is er geen enkele financiële prikkel om te werken naast de bijstand.

Erger nog: bijstandsgerechtigden moeten in dat geval ook een diarree aan formulieren invullen om dit goed geregeld te krijgen (fouten in uw nadeel worden niet gecorrigeerd) en het wordt ze extra lastig gemaakt om bij het wegvallen van dat werk weer terug te keren. Daarmee zijn ook tijdelijke klussen zeer onaantrekkelijk.

Hier komt nog bij dat er al veel gevallen gemeld zijn van mensen die gedwongen werden hun part-time baan op te geven om aan trajecten van de sociale dienst mee te doen. Om werkritme op te doen, ziet u. De wereld op zijn kop.

Verder lezen Politiek kwartier | Parttime uit de bijstand