Laten we niet vergeten te benoemen waar we voor gevochten hebben

De jaarlijkse 4 en 5 meidiscussie was heftig dit jaar, en één citaat hierin viel mij in het bijzonder op: “We herdenken de gevallen van alle naties die gevochten hebben voor de vrijheid waar ook ter wereld. Er is geen andere invulling nodig.”

Dit is een standpunt dat volgens mij door de meeste mensen wel gedeeld wordt, en in een oppervlakkige lezing sloot ik mij daar ook bij aan. Maar in tweede instantie niet. Want: gevochten voor onze vrijheid? Vrijheid van wat? Laten we vooral niet vergeten dat te benoemen.

Rechten van de mens
Naar aanleiding van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog werden de algemene rechten van de mens geschreven, en in 1948 officieel vastgesteld. Deze rechten komen neer op het recht van lichamelijke integriteit, vrijheid van meningsuiting en levensovertuiging, gelijke rechten ongeacht afkomst, geslacht, geaardheid en geloof, het recht te leven in een rechtsstaat, en last but not least: bescherming van vluchtelingen voor regimes die deze rechten niet respecteren.

Dat is een prachtige agenda waar ik voor de volle 100% achter sta. Ruim 70 jaar later zijn deze rechten nog steeds niet in de hele wereld vanzelfsprekend. Soms zou je zelfs bijna denken dat het niet de goede kant op gaat. Ook in ons land worden deze rechten immers regelmatig afgekalfd of pootje gelicht. Daarbij zien we in toenemende mate weer neonazi’s door de straten marcheren, steeds meer mensen geven aan te stemmen op een partij met een ‘sterke leider’ die een lastercampagne voert tegen een bevolkingsgroep en oproept tot stelselmatige discriminatie, terwijl politici van andere partijen durven voor te stellen de vluchtelingenverdragen maar af te schaffen en de EU al wetgeving aanneemt die daar strijdig mee is.

Zorgwekkend is dat zeker. Maar dit zijn naar mijn hoop en overtuiging kleine erupties die ingaan tegen de algehele tendens in de wereld. Het is niet moeilijk in te zien dat over de grote lijn wereldwijd de mensenrechten meer en meer worden nageleefd. In 1948 waren Spanje, Portugal en Griekenland nog lang geen staten waar de mensenrechten enige rol speelden. Ook in Oost Europa bleken de communistische regimes die ontstonden hier geen enkel respect voor te hebben.

Het is nu in al die landen allemaal nog niet perfect, maar toch al veel beter geworden. Ook in Zuid Afrika en veel Zuid-Amerikaanse landen is op die gebieden veel vooruitgang geboekt. Zelfs in China en Rusland, waar de mensenrechten maar zeer selectief worden toegepast, is het nu beter dan vijftig jaar terug. Ondertussen werden in de westerse wereld de gelijke rechten van bijvoorbeeld vrouwen en homoseksuelen de afgelopen decennia steeds meer manifest.

Een fundamentele breuk in de geschiedenis
Dit is vooral opvallend als je je bedenkt dat in 1948 feitelijk een fundamentele breuk in de menselijke geschiedenis heeft plaatsgevonden. Het is namelijk een historische misser de nazi-ideologie als een rare uitbijter van het menselijk denken te beschouwen. Ik heb ooit de beruchte Posen-speech van Himmler bestudeerd. Wat mij vooral opviel, was hoe Himmler in deze toespraak zijn politiek legitimeerde, en vergeleek met de politiek van andere rijken, met name het Engelse koloniale rijk.

Hij stelt in deze toespraak de Engelse koloniale politiek expliciet als voorbeeld voor het Duitse nazisme. Het is belangrijk te beseffen dat de nazi’s hun eigen politiek zagen als een logisch gevolg van het menselijk denken tot dan toe. Want feitelijk hadden ze daarin geen ongelijk. Groepen mensen die elkaar veroordelen op basis van afkomst, geslacht, geaardheid of overtuiging, en die elkaar de vrijheid ontnemen, onderdrukken of zelfs vermoorden, het is het leidmotief in onze menselijke geschiedenis. Gelijke rechten voor iedereen was nooit een breed gedeeld ideaal.

De strijd tegen het oude gedachtegoed
Onze nationale dodenherdenking is nu volgens de officiële lezing een herdenking van alle gevallenen in oorlogen waar Nederland ooit in betrokken was. Maar dat is niet altijd zo geweest. Oorspronkelijk was onze herdenking een parade waarin de gevallenen in het verzet tegen het nationaal-socialisme werden herdacht. De mensen die de wapens opnamen tegen onderdrukking van henzelf, en vooral van anderen.

Een parade waarbij vlaggen en militaire onderscheidingen overigens juist geweerd werden. Al gauw werd toegevoegd dat niet alleen verzetsmensen, maar ook de soldaten die vielen in de strijd tegen dit regime en gedachtegoed zouden worden herdacht. Maar nog steeds bleef vertoon van nationalistische symbolen en standenverschillen bij de herdenking taboe.

En zo had het moeten blijven. Op 4 en 5 mei vieren we wat mij betreft het verzet van onze beschaving tegen het fascistische gedachtegoed: de gedachte dat een staat het recht heeft mensen omwille van hun achtergrond of idealen te discrimineren, te vervolgen, zelfs te vermoorden. Op vier mei herdenken we alle gevallenen die voor ons streden tegen deze gedachte, op vijf mei vieren we onze nieuwe beschaving, van vrijheid, gelijke rechten, en dat we leven in een rechtsstaat.

Een staat die bovendien beschermend optreedt tegen slachtoffers van regimes die tegen deze gedachte ingaan. Zo prenten we ons op deze dagen onze nieuwe waarden weer goed in, terwijl we hopelijk beseffen dat zij niet vanzelfsprekend zijn. Opdat we daar alle andere dagen van het jaar, bij iedere politieke handeling, bewust voor blijven kiezen.

Dit stuk verscheen op 5 mei 2016 op Joop.nl

Zondigen tegen vrijheid

OPINIE – 5 mei is een dag om stil te staan bij onze vrijheid. Laten we daarbij vooral de dingen die nog aan onze vrijheid mankeren niet vergeten.

Het was een mooie dag, Bevrijdingsdag. De zon scheen en het was feest. We leven dan ook in een land met ongekende vrijheden. Misschien genieten wij wel meer vrijheden dan waar dan ook ter wereld.

Onze vrijheden

Nederland is niet zomaar een vrij land. Nederland is ook in de westerse wereld een uitzonderlijk vrij land. In ons land is de vrouw baas in eigen buik, de dodelijk zieke is baas over zijn eigen leven, de homoseksueel is baas over met wie hij samenleeft. De prostituée mag legaal werken, en de wietroker wordt met rust gelaten.

Dit zijn allemaal vrijheden die leiden tot gedrag dat veel mensen afkeuren, maar dat doet er niet toe: mensen mogen zolang ze anderen daarin niet schaden zelf kiezen hoe ze hun leven inrichten. En hoewel we op deze gebieden de laatste tien jaar niet zoveel vooruitgang meer boeken en door verschillende landen geëvenaard of zelfs ingehaald worden, is het iets waar we nog steeds trots op mogen zijn.

Soms vergeten we het helaas zelf, maar wij hebben de wereld vele bewijzen geleverd dat regulering beter werkt dan repressie.

Vrijheid van meningsuiting

Maar er gaan ook dingen mis met de vrijheid in dit land.

Bij de kroonwisseling zijn vlak voor de Balkonscène twee mensen door de politie van de Dam geplukt. Omdat ze liepen te demonstreren met een stukje karton en een ballonnetje. Er worden excuses aangeboden, en snel wordt gezegd dat de reden een persoonsverwisseling was. Volgens sommigen een te snelle conclusie.

Veel mensen halen daarbij de schouders op. Mevrouw Joanna is toch vrijwel meteen weer vrijgelaten? Bovendien vinden ze die Joanna gewoon maar een hysterisch wijf met een belachelijke mening. De burgemeester van Amsterdam doet dit incident snel af als een incident.

Of hij nu naïef is of te kwader trouw weet ik niet, maar een incident is het niet. De man die een waxinelichthoudertje naar de gouden koets gooide kreeg vijf maanden gevangenisstraf. Dat is opvallend veel. Belangrijker is dat hij twee jaar in voorarrest zat. Negentien maanden onterecht vastgezeten dus. Dat houdt onze autoriteiten echter niet tegen om hem voor vieringen weer op te pakken en vast te zetten.

Het is allemaal iets te toevallig om kritiekloos aan voorbij te gaan wat mij betreft.

Opsluiten

Sowieso gaan we steeds makkelijker om met het opsluiten van mensen. Al jaren wordt justitie door de VVD omgevormd van een apparaat voor criminaliteitsbestrijding tot een instituut van symboolmaatregelen, waarbij vrijheidsberoving belangrijker is dan het bewezen effect ervan.

Het gevolg: Nederland dat ooit zo soft heette te zijn heeft inmiddels het strengste strafklimaat van Noordwest-Europa. In ons land zitten inmiddels vier keer zoveel mensen vast als twintig jaar geleden en procentueel gezien hebben we twee keer zoveel gevangenen als in omliggende landen. We geven dan ook beduidend meer geld uit aan strafrecht. Maar wordt het er veiliger op?

Voorarrest

Bij dit soort cijfers halen veel mensen hun schouders op. Het recht op vrijheid geldt niet voor criminelen, zullen ze zeggen. Of het nu een effectieve manier van criminaliteit bestrijden is of niet, het is goed dat die mensen een tijdje van de straat zijn. Het mag ook wat kosten: het gaat om principes.

Maar laten we er als het gaat om principes vooral niet aan voorbij gaan dat in Nederland steeds meer mensen vastzitten zonder veroordeeld te zijn. Met name jongeren kan dit gemakkelijk overkomen. Van alle jongeren die in een justitiële inrichting zitten, zit drie kwart vast in voorarrest.

Als dat altijd leidde tot een veroordeling was dat nog tot daar aan toe. Dat is niet het geval. 85 procent komt direct na het proces vrij, omdat het voorarrest langer of gelijk was aan de straf, of omdat ze onschuldig bleken. Per jaar wordt dan ook een slordige 20 miljoen euro uitgekeerd aan mensen die onterecht vast zaten. Het lijkt er kortom op dat voorarrest stelselmatig misbruikt wordt om moeilijke mensen van straat te halen.

Vluchtelingen

En laten we tenslotte op 5 mei vooral niet vergeten hoe we vluchtelingen behandelen.

Om te beginnen hebben zij krachtens de mensenrechten recht op zorg en onderwijs, maar missen de vrijheid om te werken. Daarmee schieten we onszelf natuurlijk enorm in de voet, want we verbieden ze eigenlijk te integreren en productief te zijn. Daar bovenop blijft het in de mode deze mensen vast te zetten, hetzij tijdens de procedure in Ter Apel, hetzij in de cel wanneer ze uitgeprocedeerd en dus illegaal zijn.

Als het nu zo was dat we dat nog op een correcte manier deden, dan was dat nog tot daar aan toe. Maar de manier waarop wij asielzoekers behandelen heeft al meerdere keren tot dodelijke slachtoffers geleid. En hoe wij vluchtelingen behandelen stuit ook al tien jaar op heftige kritiek van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International, maar ook van de VN, de nationale ombudsman en de Raad van Europa, terwijl we regelmatig op de vingers worden getikt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Iets waar we ons als voormalig “land van het vingertje” diep voor zouden moeten schamen.

De mensenrechten

De mensenrechten zijn er niet voor niets. Vrijheid van meningsuiting, de vrijheid te gaan en te staan waar we willen en een goed functionerende rechtstaat zijn de voorwaarden waarop wij onszelf een beschaafd land mogen noemen.

Wij dienen hierin dan ook Roomser te zijn dan de Paus. Zo nee, dan ondermijnen we niet alleen onze geloofwaardigheid wanneer wij strijden voor mensenrechten, maar ook onze eigen samenleving.

5 mei is niet zomaar een feestdag. 5 mei is een dag om ons te bezinnen op het begrip vrijheid. Kritisch kijken naar hoe wij daar zelf mee omgaan hoort daarbij.