Politiek Kwartier | Vrouw vermomd als man

Deel dit:

Het moderne feminisme heeft last van penisnijd en verliest daarmee belangrijke waarden uit het oog. 

Eén ding moeten we Sunny Bergman meegeven: ze weet hoe ze een discussie aan moet zwengelen. De blogjes naar aanleiding van haar documentaire en boek ‘sletvrees‘ waren ontelbaar dit jaar.

Maar hoe nuttig haar pleidooi voor het accepteren van de vrouw als seksueel vrij wezen ook in meerdere opzichten ook mag zijn, wat mij opvalt aan dit zogeheten ‘feminisme 3.0’ is dat het zo weinig politiek is, en al helemaal niet economisch.

Waar 3.0-feministen als Simone van Saarloos zich uitputten in gemiep over het vrouwelijke seksleven, maakte het feminisme 2.0 zich nog druk om de carrière van vrouwen. Maar gelukkig is er nog Asha ten Broeke. In tuinbroek gestoken zet zij zich af tegen stereotypering. Overigens niet alleen van vrouwen, maar van alle minderheden. Ergens is dat een mooie strijd, want stereotypering is in veel gevallen nadelig voor kwetsbare mensen. Stereotypen dwingen hen en hun omgeving in een rollenpatroon dat nadelig kan zijn voor hun keuzevrijheid.

Toch lijkt Asha’s queeste op te gaan in muggenzifterij. Een andere kleur voor zwarte Piet gaat de discriminatie op de arbeidsmarkt en door de politie echt niet oplossen, en vrouwen krijgen helaas nog geen hogere zelfstandigheid door een andere folder van Bart Smit. Het streeft zijn doel nogal voorbij.

Concreter wordt het gelukkig met zogenaamde feministische politici als Jet Bussemaker. Zij claimt dat vrouwen meer full-time banen, en hogere plaatsen in de sociaal-economische piramide zouden moeten bezetten.

Nuttig, want die mogelijkheid moet voor vrouwen altijd open staan. Maar er zit ook een bepaalde blindheid in die claim. De ondervertegenwoordiging van vrouwen aan de top en in het bedrijfsleven kan immers voor een deel ook berusten op eigen keuze, zelfs op een natuurlijk gegeven.

Deze gedachte is voor veel feministen echter zo politiek incorrect, dat er volledig aan voorbij wordt gegaan. Daarmee blijft de beste verklaring voor lagere posities én een hoog ziekteverzuim onder vrouwen onderbelicht: vrouwen voelen zich gemiddeld gezien meer verantwoordelijk voor zorg, en proberen daarom ook vaker zorg geven en een carrière te combineren.

Het feminisme is blijven steken bij: ‘vrouwen moeten eisen mannenberoepen uit te oefenen’. Dit is tekenend voor onze tijd. Want ondertussen worden traditionele ‘vrouwelijke’ waarden steeds meer weggedrukt. Beroepen waarin zorg geven centraal staat, worden wegbezuinigd. Dat soort taken moeten mensen van het huidige kabinet maar vrijwillig en gratis naast hun carrière gaan uitvoeren. En vrouwen die daarvoor een stapje terug doen op de arbeidsmarkt krijgen van Bussemaker zelfs nog een trap na.

Het vroege feminisme droomde nog van een maatschappij waarin andere waarden prevaleren. In een matriarchale maatschappij zou Zorg de plaats innemen van Competitie. Ieder lid van de samenleving dat wezenlijk bijdraagt, zou daarvoor een passende waardering krijgen, inclusief moeders en huisvrouwen (m/v). Ongelijkheid zou plaats maken voor gelijkheid.

Kwaliteit en zorg, in plaats van kwantiteit en targets. En echte financiële zelfstandigheid voor iedereen die een belangrijke taak volbrengt. De kroon op de emancipatie.

De hoop dat we dit met het hedendaagse feminisme gaan bereiken lijkt echter een illusie. De troostprijs is dat vrouwen niet alleen mogen rondlopen in het bedrijfsleven, maar nu ook met al hun collega’s de koffer in mogen zonder zich daarvoor te hoeven schamen.

De vrouw vermomd als man? Prima, maar ergens hebben we een belangrijke boodschap gemist.


Deel dit: