COLUMN – Maakt het taboe op pedofilie onze samenleving veiliger, of juist niet?
De pedofielenclub Martijn is verboden. Dit omdat haar gedachten in strijd zijn met ‘levende maatschappelijke opvattingen’.
De schaarse kritiek op dit verbod was tweeledig. Sommigen waarschuwden voor het gevaar van ondergronds gaan van de pedofielen. Anderen hielden een omslachtig pleidooi voor de vrijheid van meningsuiting in het algemeen.
Maar over all bleef de kritiek met name erg voorzichtig. Vrijwel niemand durfde het op te nemen voor de club pedofielen met wereldvreemde ideeën.
Helaas is daarom de vraag niet hardop gesteld of het wel zo zinvol is om Martijn te verbieden.
Bij het onderwerp pedofilie krijgen mensen terecht een waas voor de ogen, omdat ze gelijk denken aan de afschuwelijke voorbeelden waarbij kinderen op een kinderdagverblijf misbruikt zijn, of kinderen die ontvoerd werden om in kelders misbruikt te worden en vervolgens werden vermoord.
We kunnen van Martijn zeggen wat we willen, maar dat is niet wat die vereniging propageerde. Martijn is onder meer verboden omdat ze pleitte voor het legaliseren van seksuele relaties tussen een volwassene en een kind boven de twaalf. Een standpunt waar opmerkelijk genoeg dertig jaar geleden nog een vrij breed draagvlak voor was.
De maatschappij anno nu kijkt volledig anders aan tegen pedofilie. Wie het ook maar aandurft slechts sympathie te tonen, kan rekenen op doodsbedreigingen. In de discussie wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen het alleen maar propageren van zogenaamd vrijwillige seksuele relaties en verkrachting, en tussen seks met pubers en kleine kinderen.
De wet volgt deze mode. Niet alleen is nu ‘Martijn’ verboden, ook is er een verbod op virtuele kinderpornografie. Opmerkelijk in een maatschappij met films en computerspelletjes waarin mensen op de meest gruwelijke wijze worden mishandeld en vermoord.
Moreel gezien zijn deze verboden echter prima verdedigbaar. Maar de vraag is of we zo de maatschappij wel veiliger maken voor kinderen.
Martijn mag verboden zijn vanwege het verspreiden van abjecte standpunten, het gevaar dat Martijn hier succes mee zou oogsten was minimaal. Haar standpunten over seksualiteit met kinderen stuitten bijna overal op diepe afschuw. Als Martijn al iets bereikt heeft, is het dat sinds de jaren 80 het begrip voor haar standpunten alleen maar is afgenomen. Naast dat ze pedofielen zichtbaar maakte.
Ondertussen menen experts dat virtuele kinderporno juist kan kunnen worden gebruikt om misbruik van kinderen te voorkomen. Uit onderzoek en in praktijk blijkt in ieder geval dat kindermisbruik in een samenleving waarin kinderporno verboden is sterk toeneemt.
Pedofilie is een ziekte. Maar een ziekte die dusdanig taboe is geworden dat mensen met pedofiele gevoelens geen hulp durven zoeken, maar in het verborgene leven. Wellicht creëren we met de huidige hetze tegen pedofielen juist een klimaat waarin mensen als Robert M. en Marcel Dutroux met hun gruwelijke misdaden veel geld kunnen verdienen.
Mijn angst is dat het taboe op pedofilie verbergt wat we eigenlijk het liefst juist van mijlenver aan zouden willen zien komen, en kansen schept voor criminelen.