COLUMN – Deze week viel het Klokwerk op dat Samsom in zijn verhaal over de EU het democratisch tekort alweer totaal negeerde.
Nieuws: Samsom heeft ontdekt dat mensen boos zijn over Europa. In zijn verhaal van afgelopen weekend doet hij alsof hij de klachten van de kiezer serieus neemt.
Maar als je lang genoeg met de meeste kiezers praat, zegt Diederik, blijken ze veel redelijkere standpunten te hebben dan bij polls naar buiten komt. Ja, uiteindelijk komt de kiezer volgens hem met precies hetzelfde verhaal over een socialer Europa als… de PvdA.
Dat is echter niet het hele verhaal. En daarmee ook niet het eerlijke verhaal. Wat volledig ontbrak in Samsoms analyse is de klacht van de kiezer dat hij bij beslissingen over de EU niet mee mag praten.
En inderdaad, de PvdA heeft in haar verkiezingsprogramma’s dan ook nog nooit iets noemenswaardig geschreven over democratisering van de Europese Unie.
Daar staat die partij echter niet alleen in. Ook het CDA en de VVD zijn klaarblijkelijk dik tevreden over hoe in Europa hoog over de hoofden van de burger heen benoemd en besloten wordt. Zelfs de zogenaamd eurokritische SP doet in haar verkiezingsprogramma’s geen enkel voorstel om Europa te democratiseren.
Ja, de PvdA en de SP pleiten voor een niet-bindend referendum op nationaal niveau. Maar we weten inmiddels wat dat waard is. En alle vier de partijen zeggen braaf dat nationale parlementen het laatste woord moeten krijgen in de EU. Maar dat is feitelijk al het geval. Wat ontbreekt is juist de democratische controle op het geheel.
Voorstellen voor echte democratisering van de EU vinden we slechts terug bij D66, de Partij voor de Dieren en GroenLinks.
De Partij voor de Dieren gaat het meest ver in de hardheid van haar eisen. De Partij van de Planten gaat inhoudelijk het meest ver, en eist dat het Europees Parlement de baas wordt in Europa, bindende Europese referenda en direct gekozen bestuurders.
Dit soort veranderingen worden door de grotere partijen echter tegengehouden. Vanwaar toch die democratiseringsangst?
Misschien zijn het de trauma’s die onze politici hebben overgehouden aan inspraakrondes. Eindeloze procedures die worden gebruikt door belangengroepen om een beslissing zo lang mogelijk uit te stellen. En wat je uiteindelijk ook beslist, altijd krijg je te horen dat je ‘niet naar de mensen luistert’.
Maar dat is ergens terecht. Een vertegenwoordigende democratie is er omdat burgers nu eenmaal niet de hele dag kunnen vergaderen en stemmen. Zij is er niet om mensen monddood te maken. Als de mogelijkheid om vertegenwoordigers te overrulen ontbreekt, dan is de vertegenwoordigende democratie een dekmantel geworden voor géén democratie.
Een groeiend wantrouwen naar de politiek is niet vreemd zolang mensen niet medeverantwoordelijk worden voor besluiten. Want wat dan rest zijn lange processen tegen de overheid en angstige politici die pas besluiten durven nemen als de markt ze dwingt. Een formule met de democratie als grootste verliezer. En dit is precies wat er fout gaat in Europa.
Met meer directe inspraak zal niet alleen niemand ooit nog kunnen zeggen dat de overheid niet luistert, een bindend referendum kan mits verstandig opgezet zelfs de slagvaardigheid vergroten. Een stemprocedure is immers geen eindeloos gepolder van belangengroepen, maar een besluit van de meerderheid. En zelfs Samsom heeft inmiddels door dat die redelijk kan zijn. Als je maar naar ze luistert.