Magda is overal – Christian Jongeneel

Deel dit:

Er zijn van die boeken die je na het lezen nog dagen of zelfs weken door het hoofd blijven spoken. “Magda is overal” van Christian Jongeneel is zo’n boek, althans, in mijn geval.

Ik ken Christian persoonlijk in die zin dat ik hem een paar keer heb ontmoet bij een Sargasso borrel. Vaker lees ik hem in een mail of via de groepschat. Nog vaker las ik zijn columns. Zijn reeks ‘kras’ – ironische microcolumns van een overpeinzende ‘gutmensch’ – is naar mijn mening briljant geschreven.

Maar nog nooit las ik een boek van hem. Qua romans is dit zijn eerste. En het is echt verrassend goed. Christian doet met “Maga is overal” een greep naar de wereldliteratuur: in ieder geval in letterlijke zin, want Magda is Overal gaat ogenschijnlijk niet over Rotterdam, maar over de hele wereld. Zoals Magda in de roman overal vandaan komt, gaat Magda ook overal naartoe.

Magda is van Fries-Chinees-Indonesisch-hindustaans-surinaams-marokkaans bloed (volgt u het nog), en neemt ons mee naar New York, London, Brazilië en Parijs, en vervolgens recht de Himalaya in. Zij wordt ons in het eerste deel beschreven door haar broer Dede. Dit deel is humoristisch en meeslepend en behoorlijk absurdistisch. Een prima kans voor Christian om te laten zien wat een meesterverteller hij is, door de vele buitengewoon grappige vondsten in stijl en semantiek. Het leest als ‘Gimmick’ van Zwagerman, maar dan tien keer zo grotesque. In andere recensies las ik dat andere lezers dit deel soms wel erg doldwaas en over the top vinden, maar dat is mijns inziens juist de kracht van dit verhaal – er wordt duidelijk gespeeld met stijl en vertelvolgorde.

Middenin het boek wordt dit eerste deel vrij abrupt afgesloten, en gaat het verder in een volgend deel. Het karakter van deze vertelling, die honderd jaar eerder begint, is langzamer. Toch is het contrast minder groot dan de recensies mij beloofden. Ik vind dat op zich een goed teken. De verhalen “passen” bij elkaar. Er wordt teruggeschakeld, maar niet te extreem. Er is meer aandacht voor de beschrijving van landschappen en personen en persoonlijke overpijnzingen, maar een echte Couperusvertelling wordt het niet: het blijft een vlot geschreven verhaal, maar nu zonder de grappen en grollen van het eerste deel, en meer schijnbaar-realistisch.

Het derde en laatste deel is het deel wat door Jongeneel in zijn promovideo wordt omschreven als een “thriller”, waarover je volgens hem dan niet teveel mag weggeven. De recensies die ik tot nu toe las, volgen hem daar braaf in. Op zich jammer. Want die thriller kwam er in mijn beleving niet. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Het was allemaal wat veel geweest. Wel vinden we een zoektocht naar wie de verteller uit deel één, Dede, uiteindelijk is. Het staat in alle opzichten in hoog contrast met het eerste deel, zowel qua vertelstijl, als in de geografische spanne van het verhaal, als in snelheid, maar ook vooral inhoudelijk. Als het een thriller moet zijn, dan is het eerder een thriller als van Paul Auster dan een van Agatha Christie. Bij het dichtslaan weet je als lezer eigenlijk nog steeds niet van de hoed en de rand. (Verondersteld) feit en fictie lopen in feite nog altijd flink door elkaar.

Maar toch heb je als lezer het idee dat je wel zo ongeveer begrijpt hoe de zaken in elkaar steken. En dat is geen leuke ontknoping: het boek eindigt in een onheilspellende mineur. Jongeneel zelf zegt in zijn promovideo dat Magda en Dede ieder een andere manier belichten van hoe het is om van gemengd bloed en cultuur te zijn: je kunt jezelf aanpassen en het gemengde bloed vieren, zoals Magda, maar ook in verwarring raken en in woede ontsteken, zoals Dede. Het boek gaat over euforie, over feest, seks, de rijkdom van culturen, maar ook over geld, geweld, mode en hypes, en uiteindelijk blijkt de glamour in het boek vooral klatergoud te zijn. Dat is dramatisch gezien totaal correct, maar de vraag is of Jongeneel daarmee het belangrijkste gezegd heeft over het thema van zijn boek: migratie en de menging van culturen. Er klinkt een geest in het boek door die zich opdringt, en uiteindelijk niet alleen de lezer, maar ook de schrijver niet loslaat.

Als kunstwerk is Magda is Overal buitengewoon geslaagd. Als statement zullen we het er maar mee moeten doen. Maar dat is dan ook juist het goede eraan, want kunst is niet om te vlijen, of om pasklare antwoorden te geven.

Ik zou zeggen: lees dat boek.


Deel dit: