Etnisch profileren door politieagenten is nog veel structureler dan gedacht. Dat blijkt uit een onderzoek van Brandpunt naar interne politierapporten. De korpsen hebben grote moeite het probleem aan te pakken: de agenten zelf willen niet. Toch is het ondanks de weerstand heel belangrijk dat dit voortvarend wordt aangepakt.
Geen probleem?
Etnisch profileren wordt door veel mensen als geen probleem gezien. Ook bij de politie. Bij de politie Oost-Brabant bijvoorbeeld blijkt dat de agenten er overwegend geen enkel probleem in zien om iemand staande te houden op basis van etniciteit. 64 procent vindt afkomst een goede reden om iemand staande te houden op straat.
Ook de korpsleiding lijkt het probleem niet serieus genoeg te nemen. Plaatsvervangend korpschef Ruud Bik geeft toe dat etnisch profileren ongewenst is, en geeft aan dat de corpsleiding hier fors op inzet. Maar hij heeft zelf geen vertrouwen dat de huidige aanpak uiteindelijk succesvol is. Hij wil ook niet spreken van een structureel probleem.
Ondertussen bleek eerder uit een onderzoek van Maurice de Hond dat twee derde van de Nederlanders geen probleem ziet in etnisch profileren. Criminaliteit komt toch zo vaak bij die groepen voor? Dan is het logisch dat de politie meer let op mensen met een kleurtje.
Waarom etnisch profileren niet deugt
Kortom: het publiek ziet het niet als een probleem, de agenten vinden het overwegend een prima zaak, en de korpsleiding noemt het weliswaar onwenselijk, maar gelooft er niet in dat het daadwerkelijk is tegen te gaan. Dat etnisch profileren wordt toegepast is nu wel bewezen, maar de urgentie om te veranderen wordt niet gevoeld. Toch zijn er genoeg redenen waarom deze ‘opsporingsmethode’ niet deugt. En dat zijn niet alleen morele redenen.
> Etnisch profileren ondermijnt het vertrouwen van burgers in de politie
Een jongen die een aantal keer per week onterecht wordt staande gehouden (en die aantallen komen voor), voelt zich gecriminaliseerd. Hij wordt vanzelf geen fan van de politie. Daarmee wordt het draagvlak voor het werk van de politie ondermijnd. En juist bij de bevolkingsgroep waar het draagvlak voor het werk van de politie zo belangrijk is.
> Etnisch profileren vertekent de criminaliteitscijfers
Als de politie alleen controleert op mensen met een kleurtje, dan ligt het voor de hand dat mensen met een kleurtje die criminele daden plegen ook eerder tegen de lamp lopen. Het is dan ook niet zo raar dat de cijfers van die groepen zo hoog zijn, als de politie vooral hen controleert, terwijl de ‘witte’ crimineel daarmee dus een veel lagere pakkans heeft. Etnisch profileren is een self fulfilling prophecy.
Sociaal-economische achtergrond
Bij dat laatste gelijk een kanttekening: het is natuurlijk niet gezegd dat de verschillen in criminaliteitscijfers alléén te verklaren zouden zijn vanuit etnisch profileren. Ik denk zelf dat dit maar zeer gedeeltelijk het geval is. Het is namelijk ook zo, dat wanneer de criminaliteitscijfers gecorrigeerd worden naar sociaal-economische achtergrond, de verschillen al voor een belangrijk deel blijken te verdwijnen. Sociaal economische achtergrond is dus al een vrij goede verklaring voor een goed deel van de gevonden verschillen. De culturele verschillen, die in het maatschappelijk debat meestal als reden worden aangenomen, zullen ook een rol spelen, maar niet zo groot als de sociaal-economische verschillen.
Dat allochtonen gemiddeld een lagere sociaal-economische positie hebben, wordt weer verklaard door twee factoren. Ten eerste een gemiddelde achterstand in de startpositie. Ten tweede een arbeidsmarkt waarvan discriminatie keer op keer bewezen is. Een identiek CV maakt vijftig procent minder kans op een uitnodiging voor een gesprek als daar een ‘buitenlandse’ naam boven staat dan wanneer het om een ‘oerhollandse’ naam gaat.
Ook hier zien we dat het probleem van de tweedeling in onze samenleving niet zozeer geschapen maar wel in stand gehouden wordt door de reactie van de samenleving daarop.
Ongewenste verschillen
De verschillen tussen allochtonen en autochtonen zijn groot, en worden tegenwoordig door niemand meer ontkend. Van links tot rechts maakt men zich zorgen over deze verschillen in ‘de lijstjes’. En terecht. De tegenstellingen zijn namelijk niet alleen nadelig voor de mensen die aan de verkeerde kant van de lijn staan, het is voor de hele samenleving nadelig als jongeren richting criminaliteit afdrijven, mede door de aparte behandeling die zij ervaren en doordat zij minder kansen krijgen.
Etnisch profileren door de politie draagt daar actief aan bij. En daarom is het ongewenst, ondanks dat de meerderheid van de mensen en de politie zelf dat niet of onvoldoende als een probleem zien. Zij vinden de methode gerechtvaardigd door de verschillen, maar realiseren zich niet dat de methode de gevonden verschillen op verschillende manieren versterkt.
Tijd voor actie
Het is daarom tijd voor de politiek om in te grijpen. De actiegroep Controle Alt Delete en Amnesty International brachten het probleem onder de aandacht. Zij vonden ook een goede methode om dit tegen te gaan: met STOP formulieren, waarin de politie aangeeft met welke reden ze mensen staandehoudt. Dit maakt agenten bewust van hun houding, en de effectiviteit ervan. Bovendien is hun gedrag hiermee controleerbaar.
Deze methode mag soft lijken, maar in Spanje is zij al uitgebreid getest, en het blijkt een groot succes tegen etnisch profileren. In Groot Brittannië is deze methode het langst en breedst getest, en de resultaten zijn het meest veelbelovend. En niet alleen omdat het discriminatie tegenhoudt: het monitoren van de redenen om mensen staande te houden vergroot de effectiviteit van de staandehoudingen sterk, en daarmee het politiewerk in het algemeen. Er zijn gevallen van een daling van het aantal staandehoudingen met drie kwart, terwijl het aantal terechte staandehoudingen steeg van 4 naar 26 procent. Daarmee is het aantal succesvolle staandehoudingen absoluut hoger geworden, terwijl het aantal staandehoudingen sterk daalde.
Administratieve druk
De verbeterde effectiviteit van de staandehoudingen weegt daarmee ruimschoots op tegen de kleine verhoging van de administratieve druk, die meestal als reden wordt opgevoerd om hier niet toe over te gaan. De ‘formulieren’ worden ook ter plaatse digitaal door middel van handhelds uitgeschreven en verwerkt. De administratieve last is daarmee minimaal.
Los daarvan is het monitoren van het politiewerk ook een logische stap naar een betere rechtsstaat. De politie heeft op straat het geweldsmonopolie, en daarbij hoort dat ze openheid geeft van hoe ze met deze gegeven macht om gaat. Verder geeft het de politie zelf meer inzicht in de effectiviteit van haar werk. De weerstand tegen deze methode is dus ongegrond.
Tegenstand
GroenLinks, D66 en de SP maken zich lokaal en landelijk sterk voor het invoeren van de STOP formulieren. In Amsterdam is de methode sinds deze zomer op aandringen van deze partijen en de PvdA ingevoerd.
Maar landelijk en in andere steden wordt de methode tegengehouden. De politie in Tilburg heeft een onderzoek naar STOP formulieren vorig jaar geannuleerd. In Rotterdam verzet burgemeester Aboutaleb zich hiertegen, verwijzend naar de administratieve last. In de tweede kamer dwarsboomde de PvdA de invoering daarvan. Marcouch vroeg om een extra proef, om nog maar eens te bevestigen wat al lang bewezen is. Hij voegt daaraan toe, dat hij meer ziet in het serieus afhandelen van klachten van discriminatie van de politie, en een meer divers korps.
Niet één maatregel: allemaal
Die laatste maatregelen moeten uiteraard óók genomen worden. En bij dat streven naar een meer divers kops moeten daarbij meer onorthodoxe maatregelen genomen worden, want ook dit wordt al jaren nagestreefd, en het wil maar niet lukken.
Wellicht mede doordat allochtone jongeren een politie die hen keer op keer onterecht staandehoudt nu eenmaal niet als hun ‘beste vriend’ ervaren? Weer een reden om etnisch profileren voortvarend aan te pakken.
Een deltaplan tegen discriminatie
Het is bovendien tijd voor een deltaplan tegen discriminatie. Want dat discriminatie in onze samenleving plaatsvindt, is al genoeg bewezen.
De discussie over discriminatie levert in Nederland echter vaak zeer veel weerstand op onder de ‘autochtone’ bevolking. Mensen ontkennen het bestaan ervan, wijzen erop dat het over de grens erger zou zijn, of rechtvaardigen het door te wijzen op de verschillen die er nu eenmaal zijn.
De aannames in het tweede en derde argument mogen waar zijn, maar dat is nog geen reden er niets tegen te doen, want het houdt de problemen in stand. En een methode die bewezen werkt en alleen maar heilzame effecten heeft, zou meteen landelijk ingevoerd moeten worden. De weerstand hiertegen bij de politie is alleen maar méér bewijs voor de noodzaak ervan.
Dit stuk verscheen eerder op Sargasso.nl.