Klokwerk sluit zijn columnreeks ‘Politiek Kwartier’ af, maar blijft schrijven.
Iets van twintig jaar geleden las ik toevallig als student ‘Plato en de strijd tegen het democratische beest‘, een boekje van de Plato-vertaler Gerard Koolschijn.
En ik was verkocht. Veel van Plato zijn fundamentele kritiek op verschillende politieke systemen bleek zonder meer van toepassing op onze hedendaagse samenleving. Koolschijn plakt Plato’s citaten zo aan elkaar, dat het lijkt alsof hij schrijft over de Nederlandse politiek van vandaag de dag. En de kritiek is fundamenteel en dodelijk herkenbaar.
Plato is echter niet zozeer bekend geworden door zijn kritiek. Na dit boek las ik Plato’s hoofdwerk Politeia, dat vaak vertaald wordt als ‘de Staat’. Plato bespreekt hier zijn ideale staat. Politeia heeft daarbij een veel bredere focus dan alleen politiek. Het draait in dat werk ook om psychologie, ethica en metafysica. Maar de insteek is wel duidelijk een politieke.
Plato stelt daarbij twee vragen:
- Hoe kunnen wij een samenleving inrichten die het meest eerlijk is?
- En is die samenleving dan ook de beste samenleving mogelijk?
In het boek moet het antwoord op vraag 1 dan het bewijs zijn dat het antwoord op vraag 2 een volmondig “ja” is. Eerlijk is het best. Maar… wat is eerlijk?
De beantwoording van die vraag blijkt helaas niet gemakkelijk. Plato zelf faalde naar mijn mening in ieder geval volkomen met zijn antwoord, want de samenleving die hij schetst leek mij allesbehalve ideaal.
Zijn poging vond ik echter grandioos. Plato bouwt zijn samenleving uit simpele begrijpbare concepten van de grond op. Hij laat zich niet afleiden door specifieke problemen en vermijdt specifieke wetten: hij zoekt naar de grote lijn van waar het in een samenleving mis kan gaan, en keert telkens terug naar zijn uitgangspunten van wat eerlijk volgens hem is.
Zo bouwt hij een samenleving die volgens hem eerlijk en rechtvaardig moet zijn, en daardoor efficiënt, en tegelijkertijd ook de mensen moet brengen naar het geluk. Ook opvallend: hij doet dit in dialoogvorm.
Een prachtige onderneming. Dit, leek mij, is wat politiek zou moeten zijn.
De alledaagse politieke realiteit is echter behoorlijk anders. Ons politieke debat draait niet om fundamenteel onderzoek naar onze uitgangspunten, maar vooral om partijpolitiek en ego’s. Politici staan vaker voor een belangengroep dan voor het algemeen belang, en reageren vooral op incidenten, grillen en wanen. Gevestigde belangen brengen starheid met zich mee, en veel beleid ontstijgt het niveau van gelegenheidswetgeving nauwelijks.
Ik neem dat politici overigens niet eens al te kwalijk. Ze reageren hiermee op hoe de kiezer naar politiek kijkt. Wat dat betreft had Plato in zijn kritiek op democratie wel een beetje gelijk.
Het maakt de politiek echter wél dankbaar om columns over te schrijven.
Terugkijkend op de serie Politiek Kwartier zie ik dat de meest gewaardeerde en rondgetwitterde columns de stukken waren waarin het plan van een of andere politicus afgefakkeld werd tot op het bot. Liefst met veel emotie en beeldende taal over de politicus zelf en/of zijn slachtoffers, zou ik mezelf aanraden als ik op die toer verder zou willen gaan.
Ook het aanvallen van een bepaalde ideologie blijkt vrij goed te scoren, vooral wanneer aan die ideologie een concrete partij wordt gekoppeld. Smijten met termen als communistisch en neoliberaal sorteert daarbij altijd effect, en zeker de islam zorgt altijd voor meer hits. Een groepering of bevolkingsgroep ter sprake brengen werkt ook altijd goed. Ik geef maar wat tips. Het is maar hoever je daarin wil gaan.
Makkelijk scoren dus. Maar dergelijke schrijfsels kunnen vermakelijk zijn, en soms hun functie hebben in het aankaarten van misstanden en bij maatschappelijk verzet, ze brengen ons helaas geen steek verder bij de beantwoording van de vraag hoe de beste en meest eerlijke samenleving moet worden ingericht.
En dat is toch uiteindelijk de vraag waar het mijns inziens in de politiek om zou moeten draaien.
Kiritisch zijn is makkelijk. Je krijgt snel de handen op elkaar. Iets bouwen dat mensen inspireert, dat is veel lastiger.
Ik ben geen Platonist. Volgens Plato is uiteindelijk de wereld van de abstracte ideeën meer reëel dan de wereld van de verschijnselen en de onmiddellijke ervaring, en ik denk met Nietzsche dat hij zich daarin vergiste.
In het verlengde daarvan ligt mijns inziens ook zijn politieke fout. Plato begint in dialoogvorm, maar eindigt in verstarring, terwijl de waarheid of wat daar voor doorgaat naar mijn idee niet boven de mensen zweeft, maar tussen hen in ligt.
Ondanks dat, en ondanks zijn falen een maatschappij te ontwerpen die mij kon bekoren, deel ik echter Plato´s overtuiging dat een samenleving die het meest eerlijk is ingericht ook het meest efficiënt moet zijn, het meest welvarend, en het meest gelukkig.
En daardoor is het extra bemoedigend te zoeken naar alternatieven voor de politieke realiteit van alledag. Er is teveel verspilling, zinloos gehannes en gedoe om daar slechts kritiek op te leveren en daar géén alternatieven voor te zoeken.
Helaas moet ik concluderen dat een column van maximaal 550 woorden voor het uitwerken van alternatieve ideeën niet het ideale medium is. Er is simpelweg niet genoeg ruimte om een politiek alternatief eerst goed in te leiden en vervolgens goed uit te werken.
Het schrijven van Politiek Kwartier was leerzaam en leuk, en door de discussies die vaak uitmondden in ware dialogen voor mij ook bijzonder nuttig. Helaas kost zo een column iedere week ook weer een hele hoop tijd. Tijd die voor mij schaars en ook maar één keer inzetbaar is. Vandaar dat het mij nu na ruim twee jaar tijd lijkt ermee te stoppen.
Hier op Sargasso zal ik niet verdwenen zijn, en wie mij daarnaast wil volgen wordt van harte uitgenodigd contact te leggen via de sociale media of af en toe te kijken op Klokwerk-tekst.
Maar vooral hoop ik dat mensen hier door blijven gaan met de fundamentele politieke discussie, het liefst wars van -ismes en partijpolitiek. Want een ‘hogere’ politieke ‘waarheid’ ontvouwt zich het beste in dialoog.