De Roze Khmer en de Vrijheid van Meningsuiting

Deel dit:

Kennelijk heeft het slagen van een oproep voor een referendum nogal indruk gemaakt, want de NRC vond het anno 2015 weer eens nodig een analyse te plaatsen van het weblog GeenStijl. Helaas stelt die analyse nogal teleur:  “GeenStijl heeft geen ideologie, het weblog schopt slechts tegen de gevestigde orde, zonder duidelijk te maken waar ze zelf voor staan”, schrijft Andreas Kouwenhoven op zaterdag 18 oktober in zijn analyse. Weliswaar tekent hij dit op uit de mond van een hoogleraar, maar hij stelt er vervolgens geen enkel vraagteken bij. GeenStijl verzet zich volgens het artikel consistent tegen het establishment en heeft daarmee geen politieke agenda. Het weblog vindt het gewoon leuk om ‘hypocrisie aan te tonen’.

De stijl
Die stelling lijkt mij klinkklare onzin. Als het waar zou zijn dat GeenStijl consequent anti-establishment zou zijn, dan zou het weblog immers ook wat doen met de onvrede van mensen met een meer ‘linkse’ agenda jegens de overheid. Geen woord echter over bijvoorbeeld de ‘dwangarbeid’ van staatssecretaris Klijnsma en minister Asscher. Laat staan dat er klachten zouden komen als het establishment in al haar wijsheid besluit om twee soorten rangen burgers te introduceren in Nederland. Het weblog grossiert daarentegen in stukken tegen de EU, tegen de komst van vluchtelingen, en voor een harde lijn ten opzichte van criminaliteit. GeenStijl volgt in haar stukken kortom een zuivere conservatief-rechtse agenda die een flink eind in de richting gaat van de beweging van Geert Wilders en het huidige rechtse kabinet.

En als het gaat om hypocrisie is GeenStijl zelf ongeslagen. Racistische opmerkingen als rifaap en dobberneger horen bij het dagelijkse vocabulair, maar als een outsider op Twitter een grapje maakt dat 0,01 scoort op die schaal van foutheid is het een racist van de hoogste orde. Daarbij weet GeenStijl zelf, door de stijlvorm die ze kiest, op een handige manier de taboes te omzeilen die in onze samenleving gelden. Taboes die zij andere schrijvers echter wel oplegt. En wanneer ze aangevallen worden op hun guerrillajournalistiek is het antwoord dat klinkt steevast dat wat ze doen wel wettelijk is toegestaan.

Vorm en inhoud
“Hun stijl is dat ze geen stijl hebben.”, schrijft de NRC verder. Weer een tenenkrommende opmerking, want als er iets is wat het blog GeenStijl kenmerkt, dan is de zeer strakke stijl waarin op het blog geschreven wordt. Met een vast arsenaal aan taalgrappen die uit de internet-straattaal zijn overgenomen en een geheel eigen vocabulaire zijn gaan vormen bedrijft GeenStijl een op zich knappe vorm van formulejournalistiek. Een stijl die overigens niet zomaar uit de lucht komt vallen. In 2013 publiceerde Merijn Oudenampsen in ‘De Groene Amsterdammer’ een artikel waarin hij dieper ingaat op de stijl van GeenStijl. De stijl van GeenStijl, zo betoogt hij, is voor een groot deel ontleend aan Reve: ‘enkele reis Takki Takki Oerwoud, meneer!’ Het klinkt inderdaad bekend in de oren.

Oudenampsen gaat daarnaast in op de politiek van GeenStijl, die ook in de lijn van Reve lijkt te liggen. Maar meer meent hij dat GeenStijl zich voor wat betreft de inhoud laat inspireren door de negentiende-eeuwse filosoof Friedrich Nietzsche. Het zogenaamde ‘Hufter Manifest’ van GeenStijl omschrijft hij als “een knappe vertaling van enkele Nietzscheaanse thema’s naar het domein van de populaire cultuur”. Het gaat dan om de thema’s van verzet tegen de christelijke naastenliefde en het socialistische gelijkheidsdenken. De Gutmenschen vertegenwoordigen in die visie de Nietzscheaanse slavenmoraal, waar de “hufters” zo dapper en onafhankelijk zijn om voor de Nietzscheaanse herenmoraal te kiezen.

Oudenampsen wijst daarbij terecht op de paradox die hierin zit: het aristocratische gescheld van Nietzsche op de kuddementaliteit van het gewone volk wordt door GeenStijl gebruikt om een bende reaguurders op te hitsen die zich juist bij uitstek gedraagt als een kudde. Daar valt overigens nog bij op te merken dat Nietzsches hyper-individualisme* maar weinig te maken heeft met het nationalisme en de eigen-volk-eerst-gedachte waar GeenStijl zich steeds meer mee blijkt te identificeren.

Activisme
Niettemin is het stuk in de NRC een schokkende bloemlezing aan bedreigingen en door GeenStijl opgeklopte hetzes. Daarbij onderstreept de krant de politieke macht die het weblog inmiddels heeft. De conclusies blijven echter uit. Kouwenhoven gaat helemaal mee in het verhaal dat GeenStijl geen politieke agenda zou hebben en slechts ‘ironisch’ zou zijn. Hij wijst erop dat GeenStijl braaf afstand neemt van iedere bedreiging door de eigen achterban.

Ondertussen weten de redacteuren van GeenStijl echter maar al te goed dat het publiek waar ze voor schrijven de stukken allerminst als ironisch opvat. Waar GeenStijl zich vrij succesvol verschuilt achter het excuus dat haar stukken zouden druipen van de ironie, slikt de GeenStijl-achterban het onophoudelijke gebash van Gutmenschen en alles daarmee wat naar links progressief gedachtegoed ruikt immers voor zoete koek. Wanneer iemand door GeenStijl een ‘walgelijke racist’ wordt genoemd, regent het aan zijn adres en aan dat van zijn werkgever doodsbedreigingen. GeenStijl neemt daar dan vervolgens keurig afstand van, maar is er aan de andere kant niet vies van om waar nodig de bijbehorende adressen te publiceren. Daarmee wordt het afstand nemen feitelijk slechts een formaliteit.

Ook heeft GeenStijl de gewoonte opgevat om al dan niet vermomd als het dochtertje PowNed met een camera iemands privésfeer in te stappen, hem af te zeiken, en de stukjes film geknipt op de nationale televisie te vertonen zodat iemand maximaal voor lul staat. Op deze wijze heeft GeenStijl al meerdere malen karaktermoord gepleegd op politici en publicisten, door niet alleen in te gaan op hun rol als politicus of publicist, maar door ze juist aan te vallen als burger, in hun privésfeer of op hun werk.

Beide verschijnselen zijn maar moeilijk te onderscheiden van intimidatie. Niet onterecht wijst Oudenampsen er dan ook op dat de formule van GeenStijl de ironie ver voorbij is. Als het er al ooit wat van weg had. GeenStijl is een club met een duidelijke politieke agenda en een activistisch karakter, en een gewillige horde volgelingen (de zogenaamde ‘Roze Khmer’) die mensen met een stevige andere mening met regelmaat bedreigt. En de gevestigde media loopt het kennelijk zo dun door de broek dat ze dat weigeren op te schrijven. Waarvan akte.

En wat moeten we hiermee?
Goed. Voordat ik een kudde roeptoeterende GeenStijlreaguurders op mijn dak krijg die mij beticht van het criminaliseren van een populair weblog: ik pleit hier geenszins voor het strafrechtelijk aanpakken van GeenStijl. Dat zou alleen maar een averechts effect hebben, los van dat het volgens mij ook onwenselijk zou zijn om op die wijze een inbreuk te maken op de vrijheid van meningsuiting waar in ieder geval formeel nog keurig netjes binnen de juridische lijntjes gekleurd wordt.

Wel ben ik ervoor om bedreigingen op het internet nog veel serieuzer te nemen dan nu al het geval is, en strenger te vervolgen. Ook zou er mijns inziens wel wat voor te zeggen zijn om mensen via de wet beter te beschermen tegen het uitzenden van gefilmd materiaal van zichzelf zonder toestemming en het publiceren van privégegevens.

Maar nog veel belangrijker van deze analyse voor schrijvers met een andere politieke kleur is mijns inziens de waarschuwing dat we vooral niet moeten wegduiken voor de waarheid. Als een ‘roze horde’ zich schuldig maakt aan intimidatie, noem dat dan ook zo, en zit er niet slap omheen te leuteren. En probeer het niet goed te praten door het blog een kwaliteit toe te dichten die het niet heeft. Het blind publiceren van een anonieme brief van een lekkende ambtenaar is nog altijd iets anders dan ‘diep graven’, en een site die door middel van lulkoek en geroeptoeter haar lezers wijsmaakt dat Oekraïne bij de EU ingelijfd gaat worden, of dat een handjevol asielzoekers daadwerkelijk onze verzorgingsstaat zou bedreigen, die levert geen ‘waardevolle bijdrage aan het debat’. Zo een site is ondanks dat veel mensen erin trappen nog altijd niets anders dan een geslaagde clown, en als we ze per se serieus moeten gaan nemen, dan is het gewoon een bende leugenachtige ophitsers. En dat mag best benoemd worden.

 

* <Academicus-alert>In feite bestaat bij Nietzsche zelfs het individu niet: het valt uiteen in verschillende willende krachten (sentimenten) die regelmatig met elkaar in gevecht zijn. De misinterpretatie van Nietzsche door nationalisten in hun eigen voordeelis overigens bepaald niet ongewoon. Maar de filosoof zelf zag plat nationalisme als een bijzonder domme vorm van kuddegedrag.</academicus-alert>.


Deel dit: