Met Jesse Klaver krijgt GroenLinks een lijsttrekker die zich links profileert, maar rechtse valkuilen heeft.
Vandaag vertrekt van Ojik om plaats te maken voor Jesse Klaver. Jesse Klaver staat bekend als een wat rechtsere GroenLinkser. De vraag is of GroenLinks zich hiermee niet opnieuw klein gaat houden.
Jesse Klaver
De laatste tijd kwam Klaver nogal ‘links’ in het nieuws. Recentelijk wist hij mooie sier te maken door Piketty naar Nederland te halen en harde vegen uit de pan uit te delen naar ABN Amro-topman Rik van Slingelandt tijdens het debat over de bonussen.
Aansluitend pleit hij ervoor dat de hyperrijken meer vermogensbelasting gaan betalen, zodat er een eind komt aan het verschijnsel dat rentenieren meer oplevert dan werken, en voor het steviger aan banden leggen van multinationals, die nu door geheime afspraken vaak onder de belastingen uitkomen.
De concrete maatregelen waar Klaver voor pleitte onthullen echter een minder links profiel. De positie van Klaver uitte zich onder meer doordat hij zich binnen GroenLinks sterk maakte voor het leenstelsel.
Waarom GroenLinks er na de verkiezingsnederlaag voor koos om juist met het leenstelsel weer politiek te gaan bedrijven is mij nog steeds een raadsel. De maatregel was onder de eigen leden al bijzonder omstreden. Het leenstelsel is ook zeer impopulair bij de eigen jongerenorganisatie DWARS en studenten. GroenLinks haalde er ook niets mee binnen waar ze zich positief mee zou kunnen profileren. De maatregel was daarbij een volkomen onnodige steun aan een door veel linkse kiezers gehaat kabinet.
Los van de inhoud was de steun van GroenLinks voor het leenstelsel mijns inziens weer een typisch voorbeeld van het aanhoudend gebrek aan politiek gevoel waar GroenLinks zo onder lijkt te lijden. Deze deal deed mij denken aan de briljante beslissing destijds van Jolande Sap om koste wat het kost een stel militairen met een doos playmobil onder de arm naar Kunduz te willen sturen. GroenLinks heeft het talent om telkens als het even goed gaat haar eigen glazen in te gooien.
Van Ojik
Had van Ojik dit politieke gevoel dan wel? Het leek aan het begin nog van niet. Na de verkiezingen is van Ojik het land door geweest om te praten over de sociale agenda van GroenLinks. Dat klonk slim, want het grote probleem van GroenLinks is dat de partij door de linkse kiezer op het sociale vlak totaal niet vertrouwd wordt. De term “GroenRechts” wordt vaak gebezigd, verwijzend naar het standpunt van de partij om het ontslagrecht uit te kleden en de WW te korten, zonder duidelijk te maken wat daar nu eigenlijk precies voor teruggevraagd wordt.
Helaas kwam Bram na zijn tour d’Hollande niet terug met een duidelijke en aansprekende agenda ten aanzien van sociale zekerheid. Ja, het moest allemaal wat socialer. Nee, nu maar even niet morrelen aan het ontslagrecht. Maar verder geen duidelijk eigen verhaal. Een gemiste kans.
Ondertussen gaf van Ojik steun aan het leenstelsel en de Wet Werk en Zekerheid. Weliswaar stemde GroenLinks bij die laatste wet tegen het onderdeel waarin flexwerkers benadeeld worden, in alle kranten werd die nuance in de berichtgeving niet weergegeven, en werd GroenLinks geschaard onder de voorstemmers. Politiek onhandig.
Van Ojik groeit
Een paar maanden geleden verraste van Ojik mij echter flink door zich, weliswaar van Ojikiaans bescheiden en genuanceerd, diametraal tegen de participatiewet te keren, door met voorstellen te komen voor een ‘ontspannen bijstand’: een bijstand zonder verplichtingen en met de mogelijkheid om (bescheiden) bij te verdienen.
Een heel handige zet, want veel linkse kiezers walgen bij het treiterregime dat momenteel door staatssecretaris Klijnsma wordt doorgevoerd. Nog slimmer was het dat van Ojik hierbij expliciet opmerkte zijn inspiratie gehaald te hebben uit de steeds luider wordende discussie over het basisinkomen, en zijn plan presenteerde als een mogelijke eerste stap in die richting. Merkte hij een half jaar eerder op de site voor de Vereniging voor het Basisinkomen nog op dat het volgens hem niet de tijd was om het te hebben over een basisinkomen, deze winter maakte hij die keuze wél.
Toegegeven, om die stap te durven zetten moest het kader van GroenLinks eerst wel een lokaal zetje krijgen. De voorstellen voor een ontspannen bijstand kwamen uit de afdelingen Nijmegen en Groningen, uit frustratie met het huidige bijstandsbeleid, waarbij letterlijk miljoenen worden uitgegeven aan re-integratie en dwangmaatregelen, terwijl dit geen enkele uitstroom uit de bijstand op blijkt te leveren, en door de kortings- en boetecultuur grote problemen ontstaan met armoede en schulden.
Maar beter goed gejat dan slecht gevonden. Van Ojik greep in tweede instantie het momentum, en bleek daarvoor de juiste man op de juiste plaats te zijn. Niet alleen was hij namelijk zelf in zijn wat jongere jaren nog een fervent voorstander van het basisinkomen, op de verschillende meetings van GroenLinks gaf hij daarbij blijk van een bijzonder realistische visie op het geheel en pleitte hij voor maatregelen in het verlengde van dit idee. Op de 1 mei-viering in Amsterdam gaf hij zelfs toe dat het afschaffen van de basisbeurs in principe haaks staat op dat gedachtegoed.
Benoeming
Door nu op dit moment zijn opvolger te benoemen maakt van Ojik mijns inziens echter weer een kardinale fout.
Om te beginnen lijkt het mij buitengewoon onverstandig om de politieke rust bij GroenLinks nu te doorbreken. Het was nu net zo lekker rustig. Schijnbaar.
Bovendien is de beslissing een opvolger te benoemen buitengewoon onhandig. Tijdens de Dibi-Sapcrisis was de partij op haar dieptepunt. Ook Sap was benoemd door haar voorganger, maar zij werd door de kiezers niet vertrouwd, en bleek de fractie niet op een lijn te hebben zitten. Dit kwam vlak voor de verkiezingen naar buiten. Een totaal onkundig partijbestuur maakte de puinhoop nog groter, en de kiezer zag wat GroenLinks was: een organisatorische puinhoop en een wespennest van botsende ego’s.
Het was daarom veel beter geweest als van Ojik had gewacht tot het naderen van de komende verkiezingen, en daarna open lijsttrekkersverkiezingen had uitgeroepen. Hiermee had hij kunnen laten zien dat GroenLinks inmiddels wél een democratische partij is die in staat is open verkiezingen te organiseren, en zo het Dibi-Sapdebacle definitief kunnen goedmaken.
Bovendien had dit voor GroenLinks een mooi mediamoment kunnen creëren. GroenLinks heeft immers met kandidaten als bijvoorbeeld Liesbeth van Tongeren en Bas Eikhout buitengewoon sterke politici te presenteren. Verkiezingen geven bovendien nieuw talent een kans zich op de kaart te zetten.
Deze route lijkt nu afgesloten, nu Klaver als een soort kroonprins naar voren wordt geschoven. De kans is er bovendien dat wanneer Klaver een uitglijder maakt, of als relatief rechtse GroenLinkser niet overal geaccepteerd wordt, dit wederom volgend jaar, net voor de verkiezingen, naar buiten komt.
Waarom toch GroenLinks?
Waarom blijft die Klokwerk toch steeds zo bezig met GroenLinks, zal menig lezer zich afvragen. Welnu, ik heb al het geblunder ten spijt de pech dat GroenLinks precies die plaats in het politieke spectrum inneemt waar mijn politieke kleur is.
Ik ben weliswaar vrij links, maar vooral ook vrijzinnig, internationalistisch, progressief en voor duurzaamheid. Ik ben als kiezer daarom op zoek naar een partij die gelijke kansen als basis ziet voor een grote persoonlijke vrijheid, die zich inzet voor een sterke democratisering van de EU, die mensenrechten centraal stelt, een veel betere borging van de privacy eist, een eerlijker en vrijer sociaal stelsel, en een groene politiek.
Ik walg daarom van een partij als de PvdA, die haar betuttel-socialisme aanwendt om met de VVD de sociale zekerheid naar de filistijnen te helpen naar een boete- en controlesysteem, terwijl de mensenrechten en de internationale rechtsorde door het afvoerputje worden gespoeld.
Maar ik neem daarom ook geen genoegen met een partij die zich slechts afzet tegen de EU en het sociale stelsel, zonder daar een beter alternatief tegenover te stellen dan een volkomen onrealistisch pleidooi om de hele wereld weer terug te brengen naar de jaren zeventig, de term internationale solidariteit uit het socialistische boekje heeft geschrapt, en daarbij blind blijft voor de tweedeling op de arbeidsmarkt, zoals de SP dat doet.
Ik ben daarbij doodsbang voor D66, een partij die veel van wat ik belangrijk vind ondersteunt, maar de sociale paragraaf in haar programma’s altijd opvallend leeg laat, en nu schijnt te koersen op een coalitie met de VVD en het CDA.
GroenLinks heeft in dat politieke spectrum een heel belangrijke positie.
In plaats van progressieve en vrijzinnige kiezers te verenigen heeft zij de afgelopen jaren met haar geklungel echter ruimte geschapen voor partijen als de Piratenpartij en de Partij voor de Dieren, beide partijen die mijn sympathie wel hebben, maar die geen van beide enig regeringspotentieel hebben, en nog teveel opereren als one-issuepartijen. De rechts conservatieve kiezer kan in zijn vuistje lachen bij zoveel verdeeldheid.
Voordeel van de twijfel?
Wat gaat de koers van GroenLinks onder Klaver zijn? Ik houd mijn hart vast.
In zijn aanvaardingsspeech hield Klaver een mooi verhaal tegen het rendementsdenken en hoop op verandering, maar gaf eigenlijk maar weinig concrete alternatieven.
Natuurlijk kwamen de windmolentjes weer in zijn verhaal voor, waarbij zelfs eventjes werd verwezen naar de mensenrechten bij onze handelspartners. Maar democratisering, mensenrechten binnen de EU en in Nederland, de bedreiging van onze privacy en een goed sociaal vangnet, Klaver heeft het in zijn speech allemaal niet genoemd.
Daarentegen hield Klaver zijn luisteraar aan het begin van zijn speech voor dat iemand die echt wil ‘alles kan bereiken’. Woorden die naar mijn idee zo uit de mond van Rutte hadden kunnen komen.
Het was goed bedoeld, een hart onder de riem: yes we can. Maar dit zijn woorden die horen bij mensen die in hun ijdelheid denken dat ze hun succes volkomen aan zichzelf te danken hebben. Woorden van mensen die zijn vergeten dat zij de mazzel hadden geboren te zijn met een goed stel hersens, in een gezond lichaam, en uiteindelijk in een gunstige sociale situatie terecht kwamen, en het daardoor konden maken.
Want je moet om alles te kunnen bereiken niet alleen willen, maar ook de nodige capaciteiten geërfd hebben. Je moet niet verongelukken of ziek worden, en een hoop mazzel hebben met de sociale omgeving… of anders kunnen rekenen op een goed vangnet, dat werkt als een trampoline in plaats van de hangmat van de SP of het spinnenweb van de VVD/PvdA.
En dat is wat ik van een GroenLinks-politicus zou willen horen.
Zoals iedereen in een nieuwe functie verdient Klaver het voordeel van de twijfel. Maar vooralsnog is die twijfel bij mij nog erg groot.
Dit artikel verscheen eerder op Sargasso.nl