Volgens Marcuse is onze vrijheid een illusie. Wat wij willen komt niet van onszelf, maar wordt ons opgelegd door de consumptiesamenleving waarin wij opgroeien. Hierachter gaat sociale repressie schuil. Sociale verwachtingen, consumptie als prestatie, FOMO: We denken dat we vrij zijn maar worden ondertussen gedirigeerd als dienstbaar aan het systeem van de consumptiemaatschappij. Onze westerse samenleving noemt Marcuse daarom ‘in werkelijkheid een totalitair regime’.
Dit idee van Marcuse is populair. Het sluit goed aan op systeemkritiek van linkerzijde, zoals op de ecologische crisis en de.
Maar het idee onze samenleving daarmee in feite een totalitair regime te noemen komt op mij als een nogal verwend overstatement over: wacht maar tot je echt een keer in een totalitair regime komt en je je familie en je tanden verliest de volgende keer dat je weer iets probeert te publiceren, Herbert.
Ik snap zijn punt verder wel, maar er is binnen de marge veel te kiezen, en er is ook tot op grote hoogte aan te ontkomen. Veel mensen creëren relatief persoonlijke vrijheid door vrij te ondernemen en zeer kieskeurig om te gaan met onze consumptiemaatschappij.
Dit kan je niet afdoen als schijnvrijheid, want echte slavernij kent ook die niet, en absolute vrijheid bestaat nu eenmaal niet, omdat mensen als sociale dieren nu eenmaal noodzakelijk afhankelijk zijn van elkaar en de natuurlijke omstandigheden. We blijven kuddedieren, en dat komt niet door het kapitalisme maar door de condition humaine: een naakte aap kan niet zonder de anderen. Absolute vrijheid bestaat daarom nu eenmaal niet. En waarom zouden we dat willen? Het is vooral heel eenzaam.
Van groter zorg dan hun eigen vrijheid zou het gebrek aan zorg voor de leefomgeving en kansen voor kansarmen moeten zijn (uitbuiting, ook en met name over de bloedig bewaakte grens). Noblesse oblige.