In Bad Met Klokwerk 01

Deel dit:

De Hamam

Wanneer iemand in Istanbul is, moet hij zeker een keer naar de Turkse hamam. In het centrum staat een heel groot historisch exemplaar: Çemberlitaš, bouwjaar 1584, dat eigenlijk niemand mag missen. Ja, het staat bekend als overtoeristisch daar heen te gaan, maar laat u zich daar vooral niet door tegenhouden.

De ervaring van een Turks badhuis is compleet anders dan het bij ons bekende Turkse stoombad. Het belangrijkste verschil tussen ons Turkse stoombad en het Turkse stoombad in Arabische landen is dat de bezoeker in de laatste niet geacht wordt 15 minuten in-en-uit te gaan, maar tijdens het hele bezoek de ruimte niet verlaat. Gelukkig is de stoomruimte in Arabische landen dan ook groter, wat beter te overzien, en de temperatuur is lager dan in onze zogenaamde Turkse Stoombaden. Verder zijn er binnen in de ruimte mogelijkheden om zich met koud water te verkoelen. Onder de immense koepel in Istanbul zijn aan de kanten nissen aangebracht met daarin fonteinen, sproeiers en slangen.

Nu hadden Klokwerk en zijn twee reisgenoten uiteraard ook een Turkse massage besteld en dat hebben we geweten. Om te beginnen waren we op dat moment dat we aan de beurt waren al drie kwartier onder de koepel aanwezig en uiteraard volledig doorgedampt. Dan wordt men gewenkt, en de hardhandige massage kan beginnen. Eerst wordt het lichaam week gekneed als was het deeg, daarna wordt de massa letterlijk opgetrommeld. Vervolgens wordt men veranderd in een zeepbel, om vervolgens met een spijkerharde scrubwashand volledig van zijn tweede en bijna ook van zijn eerste huid ontdaan te worden, waarna het trommelen weer begint, de ledematen zorgvuldig bijna uit en weer in de kom worden geschoven, en de handen in de nek worden gevouwen om een korte doch zeer hevige hartmassage mogelijk te maken. Geen idee hoe lang dit alles duurt maar op het moment dat het over is kruip je als een zielig hoopje mens door weg om eens rustig te gaan uitvinden hoe je herboren zou kunnen worden.

Uw dappere Klokwerk had de neiging dat herboren worden zoveel mogelijk uit te stellen. Als versuft bleef ik in de vochtige warme ruimte onder een koud kraantje zitten, wachten op… ja wat eigenlijk? Nergens op, ik was tevreden, wilde niets meer.

De hamam uitgekomen voelt men zich naakt, en schoon als een baby eigenlijk zou moeten zijn. Ik wilde water, thee en jus d’orange, vocht, vocht en nog eens vocht, en ik wist niet hoe snel ik het mijn lichaam binnen moest krijgen. Ik en mijn reisgenoten hadden eigenlijk het plan om na het bad uit gaan, maar konden de eerste twee uur niet veel meer dan vocht drinken en een turkse waterpijp leeglurken, en ondertussen kijken naar de sterren. Die waren er die nacht met miljoenen. Dat kan ik me nog wel herinneren.

Kijk, gesterkt door deze ervaringen met de Turkse hamam in Istanbul moest Klokwerk toen hij zich in Marrakech bevond natuurlijk ook een hamam bezoeken. Ik besloot dit keer de grote commerciële hamam te mijden en mij eens te wagen aan de couleur local: een buurtbadhuis. Het lag wel dichtbij het beroemde centrale plein van Marrakech, Semna el Fna, waar in de ochtend een groentemarkt staat en in de avonduren live-muziek wordt gedraaid, spelletjes worden gespeeld met hengels en colaflessen, en mensen met slangen en afgetrainde aapjes rondlopen. Natuurlijk ziet dat plein ook iedere dag weer zwart van de toeristen. Ik meende dus dat men in de hamam wel wat gewend zou zijn.

Dit bleek nogal tegen te vallen. Personeel en klanten waren in opperste staat van verbazing en vroegen mij van het begin af aan duidelijk af what-the-fuck ik daar eigenlijk kwam doen. Als de geëerde gast werd ik rondgeleid en met dezelfde vaart weer de deur uitgewerkt. In mijn portemonnee ontbraken twee biljetten naast de prijs die ik voor de entree betaald had.

Wat mij opvalt als men de aardkloot rondzwerft, is dat toeristen meestal lopen te klagen over dat iets ergens té toeristisch zou zijn. Dat wat iedereen doet is kennelijk niet bijzonder genoeg, en daarom blijft het voor velen vaak zoeken naar het pure, het ongerepte. Als dat eenmaal ontdekt is sturen toeristen elkaar daar allemaal heen… met als gevolg dat het er vanzelf toeristisch wordt. Vandaar dat mocht u ooit de tip krijgen over een echt pure en ongerepte plaats, u er zeker van zult zijn dat u dat pure en ongerepte daar niet zal vinden.

Wie wat research doet trouwens komt erachter dat de hamams in Turkije en Marokko die typisch gebruikt worden door lokale mensen (en dus het best en het goedkoopst zou moeten zijn) eigenlijk niet bestaan: de cultuur van de hamam is aan het verdwijnen sinds steeds meer huizen een inpandige badgelegenheid hebben. De echte autentieke hamam is er dus één waar met name arme sloebers komen.

Volgens mij wordt het pure en ongerepte overschat. Maar wie daar op zoek naar is kan het best gaan naar plaatsen die smerig zijn, waar men met de nek aangekeken wordt, en waar men bestolen wordt. U kunt er dan wel geen t-shirt met de tekst “I’m here about the blowjob” kopen, het is en blijft een unieke ervaring.


Deel dit:

In Bad Met Klokwerk 02

Deel dit:

Boedapest

Boedapest kent vele heetwaterbronnen en die weten ze daar goed te gebruiken: al sinds de Romeinse tijd kent Boedapest een uitgebreide badcultuur, en daardoor kunt u baden in stijl. Dit baden is de Hongaren onder de huid gaan zitten: gezamenlijk spetteren en borrelen is een deel van de volkscultuur, en de stad is letterlijk bezaaid met badgelegenheden. Ja, wellicht is Boedapest daarmee wel de Europese hoofdstad van het-in-bad-gaan! Klokwerk heeft er uiteraard voor u de belangrijkste historische baden uitgeprobeerd. Leest u mee:

Het beroemde bad Gellért, gebouwd in 1918, dankt haar goede naam vooral aan de architectuur: een prachtige Art Nouveau inrichting omsluit het binnenbad dat eruit ziet als een Romeinse tempel en gevuld is met bronwater dat geneeskrachtig heet te zijn en in ieder geval stijf staat van de mineralen. Verder is er nog een extra zwembad buiten en een groot zonneterras, er zijn wat kinderbaden, en er is een klein gebouwtje met daarin een nog kleiner houten kistje, dat een sauna blijkt te zijn. Rechtop zitten in die sauna is voor een lange Hollander eigenlijk niet mogelijk, maar… het doet zijn werk. Dompelbaden zijn er uiteraard ook. Alles bij elkaar heeft Gellért alles mee. Deze absolute aanrader maakt deel uit van een hotel, maar voor een klein bedrag mag iedereen er een bad nemen.

Gellért legde het voor Klokwerk echter af tegen Szechenyi: een bad gebouwd in 1913, gelegen in een park aan het eind van de historische metrolijn, geheel uitgevoerd in zandkleurige neoclassicistische stijl. Hier zwemmen we weer tussen de Romeins aandoende beelden door, maar dit keer met name buiten. De badmogelijkheden zijn veel uitgebreider dan bij Gellért: zeer veel wisselbaden en een grote sauna, nat en droog, zijn aanwezig. Het grootste buitenbad is groot genoeg om ook te kunnen trainen.

In dit bad wordt niet alleen gebaad; er wordt geleefd. De Hongaren dobberen en zwemmen er niet alleen in, ze lezen de krant in het water of spelen er een pot schaak in. Het enige minpuntje: de toiletten zijn voor de meer avontuurlijk ingestelde reiziger.

Naast deze twee toppers zijn er ook nog de Turkse stoombaden. De Turkste baden in Boedhapest zijn architectonisch zeer interessant. Het gaat hier echter niet om “echte” Turkse stoombaden (zie de vorige aflevering van In Bad Met Klokwerk), maar zwembaden onder een koepel, met daarnaast apart een droge en een natte sauna.

Er zijn er twee Turkse baden die in alle gidsen stonden. Rudas en Kiraly. Klokwerk ging voor u naar Kiraly. Dit bad is niet groot, maar wel mooi en bijzonder. Het bad is gebouwd tijdens de Turkse overheersing van de zestiende eeuw, dus authentiek. Er is een grote koepel met daaronder het warme bad, en een kleine koepel met daaronder het stoombad. De laatste is op perfecte temperatuur. De luchtwegen houden het nog net uit maar het lichaam reageert welhaast onmiddellijk. Het grote warme bad heeft een aangename (zeer warme maar net niet uitzonderlijk hete) temperatuur. De diameter van dit achthoekige bad zal zo een meter of tien zijn. Het buitenlicht dat door gaten in de koepel naar binnen valt geeft een zeer aangename sfeer.

Punt was echter dat de sfeer in het bad helaas niet alleen bepaald werd door het licht. Zoals bekend gaat uw dappere Klokwerk door het leven als onwaarschijnlijk aantrekkelijk sekssymbool waar weinig vrouwen Siberisch bij kunnen blijven, daar hoort ook bij dat hij interessant is voor doelgroepen die nu eenmaal niet de zijne zijn, zoals onaantrekkelijke vrouwen en homoseksuelen, terwijl er zelfs ook enkele diersoorten zijn waarvoor hij terdege moet uitkijken. Dit is goed te doen, maar toch is voor de rechtgeaarde heteroseksueel aan te raden om Turkse baden in Boedapest te bezoeken op dagen dat gemengd bezoek is toegestaan. Men is dan weliswaar verplicht een broekje te dragen, wat voor de Hollandse doorgewinterde saunaganger een beetje vies aanvoelt, het dragen ervan heeft ook voordelen.

Los daarvan had Kiraly ook zeker enige badtechnische minpunten. De douches bestaan uit niet veel meer dan het uiteinde van een pijp met twee antieke metalen draaiknoppen daaraan. Het ziet er niet uit, maar ze voldoen als koude douche. Waren de douches al armoedig: de droge sauna echter slaat alles. In het gebouw zijn twee glazen hokjes aangebracht met daarin een verwarmingsinstallatie van simpele verwarmingselementen, een van 50 tot 70 graden, en een van 60 tot 90 graden. Het lijkt niet op een Zweedse sauna, maar heeft ongeveer hetzelfde effect. Alleen de ruimtes zijn lelijk en smerig en men moet maar wat uitkijken dat men zijn lichaam niet brandt aan de vloer en de metalen elementen.

Al met al is Boedapest een aanrader van wie zoals Klokwerk weg is van in-bad-gaan. De saunagang in deze hoofdstad van het-in-bad-gaan is echter vaak maar een armoedige bedoening. Ga dan ook op zoek naar de sterke punten: wanneer in Boedapest, doe als de Boedapestenaren; concentreer je op het bad, en zie de rest als aardige bijtafel.

In bad te gaan in architectonische monumenten is en blijft echter een unieke ervaring en bepaald iets om niet te missen. Klokwerk werkt momenteel aan een voorstel het paleis op de Dam tot badhuis om te bouwen.


Deel dit:

In Bad Met Klokwerk 03

Deel dit:

Japan: Sento’s en Onsens

Wie naar Japan reist doet zichzelf tekort als hij geen kennis maakt met de typische plaatselijke badcultuur.

In Japan zijn twee soorten badhuizen, de Sento, met gewoon water, en de Onsen, met natuurlijk bronwater. Natuurlijk heeft Klokwerk beide voor u uitgeprobeerd.

In Japanse Onsens en Sentos gaan de seksen gescheiden te water. En daarbij hoeven bij u als heteroseksueel niet gelijk alle bellen te gaan rinkelen zoals dat wel in Boedapest het geval zou moeten zijn (zie vorige column). Een kledingstuk aanhouden is echter verboden. Voor veel buitenlanders een groot bezwaar, voor Klokwerk die de Hollandse sauna’s gewend is uiteraard niet. Ook hier geldt: wie niet gaat uit preutsheid is gek.

In een Onsen of Sento kunnen verschillende kruidenbaden staan, maar de basis is heel simpel en niet bijzonder revolutionair: de basis is gewoon een heel erg warm bad. Uiteraard wel erg lekker. Sommige Onsens en Sento’s hebben een zweedse sauna, sommige hebben een rekstok in bad zitten, en één Sento die door Klokwerk voor u uitgeprobeerd is, had een bad met raar groen water, waarvan ik naar navraag nog steeds niet weet wat erin zat. Het schijnt goed voor een mens te zijn.

Het meest aparte en sensationele wat ik voor u tegen kwam: een bad waar elektrische schokken door liepen bij wijze van massage. Laten we zeggen dat het vast lekker is als je eraan gewend bent.

Zoals zoveel dingen zijn ook de douchegewoontes in Japan weer anders dan die hier in het westen. Om te beginnen: de Japanner doucht zich daarbij altijd voordat hij in bad gaat, ook al neemt hij het bad thuis. Zonder douchen het bad in gaan wordt gezien als onhygiënisch, en daar zit natuurlijk wel iets in. Verder: waar een westerling vaak zonder douchen tussen de lakens kruipt en in de ochtend zijn douche niet kan missen zonder zich smerig te voelen, is dat voor de Japanners zoals overigens bij meer Aziatische volken andersom: schoon gaat men het bed in, maar in de ochtend hoeft men zich niet te douchen. Nog vreemder: het douchen is echter iets wat niet staande gebeurt zoals bij ons. Dat vindt de Japanner ordinair. In Klokwerk zijn hotelkamer snapte hij er al niets van zijn sanitaire uitzet toen hij de douche betrad: de kop hing veel te laag aan de stang, en in de douchekabine stond een klein krukje en een teiltje. Waarom? Eenmaal in de Onsen viel het kwartje. De Japanner hij gaat voor de douchekop op een krukje zitten en spoelt zich af. Wanneer hij zich inzeept zet hij de badkraan aan en laat hij daarmee het teiltje vollopen. Vervolgens spoelt hij zich af onder de douchekop om vervolgens met een weldadige zucht de inhoud van het teiltje over zich te plonzen. Waarna dit ritueel zich enkele keren herhaalt met verschillende zeepsoorten en scrubzouten etc.

In de Onsens en Sento’s kunt u deze manier van douchen afkijken en zelf oefenen. In de meer lokaal gerichte en minder luxe aangelegenheden kunt u uw eigen stuk zeep meenemen of kopen. Gaat u naar een luxe Onsen of Sento, dan is de kans groot dat er een rijk scala van zeepsoorten aanwezig is. Dat is goed, want dan kunt u ongetwijfeld ook de voordelen van zeep en scrub op basis van groene thee-extracten en andere kruidenbrouwsels die voor ons westerlingen die het normaal doen met een paar armoedige chemicaliën en een kwak aloë vera. Sowieso is men in het land van groene thee en zeewier meer gericht op natuurlijke ingrediënten, en dit uit zich dus niet alleen in het zeer gezonde voedsel, maar dus klaarblijkelijk ook in het gebruik van zeep.

Hoe bevreemdend op het eerste gezicht ook, voor Klokwerk, die thuis helaas een te kleine douchekabine voor zelfs maar een zitbad heeft was de zittende manier van douchen een eye opener. Let op: dit kan natuurlijk makkelijk thuis. En het is de moeite waard. Natuurlijk, bij zittend douchen krijgt u als Nederlander maar associaties met bejaarden en invaliden, maar uiteindelijk is het toch een grote aanrader. Met teiltje en badkraan krijgt de douche een bad-totaalbeleving die anders mist. In huize Klokwerk staan dus sinds zijn terugkomst uit Japan in de douche een plastic krukje, drie flessen verschillende zeep, en er hangt een kraan naar beneden.

En uiteraard is er dat weldadige teiltje.


Deel dit: